deel 74

522 21 0
                                    

eva:

We lopen het ziekenhuis uit en wolfs zet mij op een bankje bij de ingang. Zelf komt hij ook naast me zitten met een arm om me heen. Ik probeer wat frisse lucht in te ademen en zoals wolfs voorspeld had hielp het wel wat. 'Gaat het weer' 'ja ik ben alleen zo moe' laat ik mijn hoofd op wolfs schouder vallen. 'Moet ik je naar huis brengen' kijkt wolfs me bezorgt aan. 'Nee ik moet hier blijven bij fleur. Ik weet hoe het voelt om een kind te verliezen. Ook al is hij of zij nog klein je houd er gewoon van ookal heb je het nog nooit echt vastgehouden'. rollen er tranen over mijn wangen af. Na de miskraam deed ik alsof ik me er overheen had gezet maar toen ik nog een keer zwanger was vond ik het doodeng bang dat kind ook nog te verliezen. Wolfs andee arm voel ik ook om me heen en ik laat mijn hoofd op zijn borst vallen. Woorden zijn op dit moment niet nodig beiden weten we gewoon wat de andere nu denkt. Dat vond ik het fijnste aan hem hij weet gewoon wanneer hij beter niks kan vragen en mij beter en knuffel kan geven. 'Kom we gaan naar binnen' Laat wolfs mij naar een tijdje los om nog snel een kusje op mijn neus te drukken waarna ik een kleine glimlach op mijn gezicht plant. We staan op en lopen weer naar binnen. Wolfs had gelijk gehad want het misselijkheid was al weer veel gezakt. Als we net de deur binnen lopen hoor ik het deuntje van mijn telefoon. Ik zie mechels staan en neem de telefoon op. 'ja met eva' 'uhh we zijn ze kwijt' 'hu wat' heb ik geen idee waar ze het over had. 'maud, lars en die tante van sophie' maakt mechels duidelijk wat ze bedoelt. 'Hoe kan dat nou we hebben die zender verstopt die had ze nooit kunnen vinden. Ze kon nooit weten waar dat ding zat iemand moet dat verteld hebben' 'Ik zie jou en wolfs morgen' 'ja doei'. 'dag' hoor ik mechels aan de andere kant.

VakantieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu