Boek 3, Terug in de ziekenzaal

32 3 0
                                    

Nai voelde zich alsof ze onderwater zat. Ze kreeg geen lucht, zo lang mogelijk hield ze haar adem in om niet te verdrinken. Hoe kwam ze hier terecht? Rechts van haar zag ze een lichtje schijnen. Ze besloot er naartoe te zwemmen. Het was licht uit een raam, er stond iemand binnen. Zo hard als ze kon klopte ze op het raam. Diegene hoorde het niet. Ze probeerde te gillen, maar er kwam niks uit. Ze klopte nog harder. Vanuit het donker liep er een gedaante naar de andere persoon toe. Het gedaante had geen haar, was grijs grauw en had geen neus. Nai klopte nog harder op het raam. Ze zag hoe het gedaante de arm van de persoon vastpakte en zijn stok erop hield. Er klonk een wrede lach en ze zag de persoon neervallen. "Begrijp het dan Nai" hoorde ze iemand schreeuwen. Het kwam van bovenaf. Het was die stem weer. Nai zag licht boven zich, ze kon naar boven zwemmen.

"Praten gaat nog even niet lukken. Haar stembanden zijn net niet geraakt gelukkig. Fijn dat u er zo snel was professor Sneep". "Severus, ik kan je niet genoeg bedanken. Je hebt haar leven gered". Nai hoorde voetstappen weglopen. "Laat haar maar rustig wakker worden. We merken het wel". Na een aantal seconden hoorde Nai niks meer. Langzaam opende ze haar ogen en staarde naar het plafond. Alles wat gebeurde ging in een sneltrein door haar hoofd. Was Pippeling nu gepakt? Heeft Sneep het verder opgelost? Hoe is het met Harry, Ron en Hermelien afgelopen? Ze probeerde haar keel te schrapen, maar dat lukte niet. Voorzichtig ging ze met haar hand langs haar hals. Ze voelde de wond, maar hij leek wonderbaarlijk genezen. Ze hoorde de deur openen en voetstappen binnen komen. Al gauw zag ze het hoofd van ome Jimmy hangend boven haar. "Dag lieve Nai" grijnsde hij. Nai ging rechtop zitten. Ze probeerde iets van geluid eruit te krijgen, maar het lukte niet. "Madame Pleister is bezig met jouw stembanden te genezen. Veel pompoensap drinken zei ze" Jimmy reikte haar een beker pompoensap aan. Nai nam er kleine slokjes van. "Je hebt me vaak laten schrikken, maar nu al helemaal. Nai je had geluk dat Severus in de buurt was" sprak hij verder. Nai seinde dat ze iets wilde om te schrijven. Jimmy reikte haar een blaadje en een veer met inkt. "Pippeling?" Jimmy schudde zijn hoofd. "Hij is er vandoor. Sneep was zo druk met jou bezig dat Pippeling weg kon komen". "Jouw tijdverdrijver bij Hermelien" Jimmy begon te lachen. "Opdracht van Perkamentus. Het heeft ervoor gezorgd dat Scheurbek was gered en Sirius weg kon komen". "Sirius Zwarts?" "Sirius Zwarts ja, Harry Potter zijn peetoom en degene die Peter Pippeling wilde laten boeten voor zijn verraad. De afgelopen maanden ben ik hem en Remus gaan helpen met Pippeling te zoeken. Maar Perkamentus heeft het weer terug gegeven" Jimmy haalde de tijdverdrijver weer tevoorschijn. "Ga vooruit tot waar ik weer beter ben" Jimmy streek over Nai's haren. "Gewoon zelf genezen. Ik ga je nu ook met rust laten. Ik zie je over een paar dagen op het station".
Nai keek hoe Jimmy naar buiten liep en zuchtte diep. Haar opdracht was niet geslaagd dit jaar. Ze had zo gehoopt Pippeling te grijpen. Het schoot Nai binnen over wat hij tegen haar zei. Was Voldemort er weer? En hij zou Nai willen?
Nai nam nog een paar slokken pompoensap, totdat ze pas de kaarten zag. Een hele hoop kaarten van medestudenten en professoren, die haar een spoedig herstel wensen. Een voor een begon ze te lezen totdat de deur wederom opende. Ze hoopte dat het Jimmy weer was. "Je bent wel wakker" klonk zacht Draco's stem. Nai keek hem fronsend aan. In zijn hand had hij een kaart, die hij voorzichtig bij de rest neer lag. "Heftig litteken" probeerde hij wederom. Nai kon een glimlach niet onderdrukken en probeerde die met zijn kaart te verbergen. "Wordt snel beter. Het spijt me. Draco" las ze erin. "Ik meen wat er staat. Ook dat het me spijt" Nai greep haar papier en veer weer. "Scheurbek is niet dood" Draco's ogen leken even heel groot te worden. "Ergens vind ik dat fijn om te horen- eh- lezen" "Jij wilde hem dood hebben" Nai's gezicht betrok. "Niet meer als dat betekende dat jij nooit meer naar mij zou kijken, lachen of praten" gaf Draco toe. Zijn hand kwam voorzichtig naar die van haar en pakte haar vast. Nai wist even niet of zij dit moest toe laten of niet, ze had met zichzelf afgesproken klaar te zijn met Draco. "I-ik moet eerlijk toegeven dat ik ongerust was" Nai schrok van zijn woorden. "Kijk niet zo geschrokken. Ik dacht dat jouw uitbrander naar mij de allerlaatste keer was dat ik je zag" Nai wilde haar veer en papier pakken maar Draco hield haar tegen. "Het is rustig zonder dat je iets kan zeggen" grijnsde hij. Nai probeerde geïrriteerd iets eruit te brengen, maar werd tegen gehouden door de pijn in haar keel. Ze vond het moeilijk om Draco te begrijpen. Het gehele jaar heeft hij met haar gespeeld, waarom nu niet? Ze wilde hem vanalles vragen, maar het ging niet. "Alhoewel ik moet toegeven dat ik er ook wel van kan genieten als je tegen mij in gaat" ze voelde Draco dichterbij schuiven. Draco's gezicht was nu wederom dicht bij de hare. Nai voelde niet de drang om hem tegen te houden of om weg te draaien. Diezelfde warmte als toen in de afdelingskamer voelde ze nu weer. Ze kon hem af en toe het liefst wat aandoen, ze werd geheel gek van hem in haar hoofd. Zijn andere hand haalde voorzichtig een pluk uit haar gezicht, terwijl zijn lippen dichterbij kwamen. Speelde Draco nu weer met haar? Moest zij meegaan in dit manipulatieve gedrag? "Meneer Malfidus, ze heeft haar rust nodig. Tijd om te gaan" opperde plots een madame Pleister. Was zij haar redding of baalde Nai nu stiekem wel een beetje. Draco stond op en draaide zich nog even naar Nai. "Wordt snel beter" glimlachte hij, en ging er vandoor. Nai voelde aan haar eigen voorhoofd, ze had het gigantisch heet. "Tijd voor meer pompoensap" madame Pleister zette een nieuwe beker voor haar klaar.

Na dat moment in de ziekenzaal heeft Nai Draco niet meer gezien of zelfs gesproken. In de trein terug naar het station was ze met Benno maar ook daar kon ze Draco niet meer vinden. "Je stem is wel wat schor hoor Nai" grapte hij. "Ach houd je kop. Madame Pleister zei dat in het nieuwe jaar alles weer goed was" Nai staarde uit het raam. "Had je het trouwens wel nog meegekregen van Draco en Patty? Vroeg Benno. Nai keek hem aan. Zou het voorbij zijn met Draco en Patty? "Lucius Malfidus heeft Draco eerder opgehaald omdat hij toch al in de school was en er volledig klaar mee was" begon Benno te vertellen. "Hij had zijn zin niet gekregen met Scheurbek" voegde Nai er zelf aan toe. "Zou best kunnen. In ieder geval, Patty is ook mee. Die zou daar de zomer doorbrengen" Dat deed Nai even pijn. Hij speelde dus toch met haar. "Nou, een hete zomer zullen die wel hebben ja" grapte Benno nog. Nai probeerde mee te lachen. Hoe had ze er wéér in kunnen trappen.

Ome Jimmy stond klaar voor Nai op het station. "Je ziet er nog steeds niet heel gezond uit" merkte hij op. Nai schudde haar hoofd. "Voel ik mij ook niet. Loopt wel los, we gaan".

Timeturner/tijdverdrijverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu