"Ik wil je niet vergeten. Ik kan je niet vergeten Nai"
Nai's hand hield haar ketting vast. Ze voelde zich gebroken van binnen, pijn.
"Ik hou van je"Nai schoot rechtop, haar hand direct op haar ketting. Ze had het bloedheet, voelde de zweetdruppels van haar voorhoofd naar beneden gaan. Haar ademhaling was zwaar, iedere ademhaling zorgde voor pijn in haar ribben.
"Wow, rustig maar" Nai keek met grote gesperde ogen naast zich. Daar zat Draco, op een stoel met zijn zwerkbalgewaad nog aan.
"Je ribben zijn gekneusd. Madame Pleister is ermee bezig voor je"
Nai hield haar hand op haar ribben. Een stekende pijn ging door haar heen.
"Maar hoe? Ah, Ginny" Nai sloeg haar hand op haar voorhoofd.
"Ik begrijp ook niet waarom je in een zwerkbalwedstrijd gaat flirten met een Griffoendor. Wemel's vriendje zelfs" Nai bekeek de minachtende blik van Draco."We moesten winnen toch?"
"En zelfs dat is niet gebeurd. Omdat Wemel jou van jouw bezem af duwde wist Potter de snaai te grijpen"
"Jij had hem ook gewoon kunnen vangen!"
"En jou op de grond laten liggen? Misschien had ik dat moeten doen ja"Draco had Nai dus geholpen. Nu besefde Nai het pas.
"Heb je niet iets beters te doen?" Nai sloeg achterover op haar bed.
"Nee, dit moest ik jou even verwijten"
"En hoelang zit je al hier?"
"Niet lang. Jouw bloedhonden zijn gaan eten"Maar hij was er wel. Draco zat echt nu naast haar.
"Goed dan, het is duidelijk. Je had het druk toch, dan ga ook maar" Nai draaide zich om, met haar rug naar Draco toe."Ik weet echt wel hoeveel het voor je betekent dat ik hier ben. Zoals ik al zei, ik zoek jou op" ze voelde zijn hand voorzichtig op haar rug.
"De laatste keer wilde je mij zo snel mogelijk weg hebben" zei ze zacht.
Nai voelde hoe Draco's vingers over haar rug heen streelden. Het voelde veilig, ook al had hij haar de laatste keer laten staan.
"En toch wil ik je ook zo dichtbij mogelijk hebben. Ik- ik kan het je niet uitleggen Nai"
Nee, natuurlijk niet. Nai wist dat hij een opdracht had, Perkamentus vermoorden. Nai wist dat hij het druk had daarmee, en zij moest weten hoe.
"Schuif op"
"Wat? Waarom?"
"Je stelt teveel vragen. Schuif op Nai"
Nai luisterde, en schoof een stukje op. Draco stapte naast haar erbij, trok Nai dichter tegen zich aan."Ik weet niet wat je met mij doet, Nai Dracota. Ik ben mezelf niet bij jou. Of- nou ja- misschien juist wel"
Nai hield zijn hand vast die om haar heen lag. "Draco- "
"Geen vragen" gevolgd door een diepe zucht."Ik kan je niet vertellen wat er aan de hand is. Het is gevaarlijk, ook voor jou. Geloof me als ik zeg dat ik jou dicht bij mij wil hebben. Maar, het gaat gewoon niet. Ik weet ook niet of dat ooit gaat"
Nai voelde een warme druppel in haar nek vallen. Ze draaide zich naar hem om, zag dat zijn ogen gesloten waren en het spoor van de traan nog over zijn wang liep.
Nai veegde het spoor voorzichtig weg. "Laat mij je helpen Draco"
Hij schudde zijn hoofd. "Dat kan ik niet van je vragen. Dit is alles wat ik je nu kan vertellen"
Nai kroop tegen hem aan terwijl Draco's armen om haar heen sloegen.Nai wist genoeg, ze kon hem niet meer pijn en verdriet nu bezorgen. Deze opdracht maakte Draco kapot.
Ze lagen er samen, in stilte. Genieten van de tijd die er nu was. Tijd, die voor hen samen was. Nai kreeg al vrij snel door dat Draco in slaap was gevallen. Hij had het nodig, dat wist Nai van zijn gezicht af te lezen. Nai draaide zich voorzichtig om, zodat hij niet wakker werd.
Toen zag ze het, een stukje onder zijn mouw vandaan komen. Voorzichtig deed ze zijn mouw omhoog. Haar hart stond even stil.
Het teken van de Dooddoeners.
Draco was al een dooddoener. Hij was al een volgeling van Voldemort.
Nai hield haar hand voor haar mond. Het was al te laat voor Draco. Hij heeft zelf zich dit teken laten zetten. Hij koos er zelf voor om een volgeling van Voldemort te zijn. Haar ogen bleven gericht op het teken.
Nai hoorde Draco zacht kreunen. Zijn ogen waren nog altijd gesloten. Hij begon onrustig te draaien, stamelde allerlei woorden die ze niet kon verstaan. Nai hield haar beide handen op de arm waar het teken zat.
"Draco" fluisterde ze.
Hij schrok wakker."N-nai! Ik hoorde niet in slaap te vallen! Wat heb je gehoord?!"
Zijn ogen vielen op de handen waarmee Nai zijn arm vast hield. Langzaam gingen zijn ogen terug naar die van haar. Draco zag de angst, maar ook de zorgzaamheid over haar heen. De rust die zij hem kon geven.
"Ik heb het gezien ja" fluisterde ze.
Angst overviel Draco. Hij sprong vrijwel uit haar bed terwijl hij haar angstig aan keek. "Nee! Je mag dit niet gezien hebben! Zeg me dat je niks gezien hebt!"
"Ik ga niet tegen je liegen. Je bent een volgeling van Volde-"
"Zeg zijn naam niet Nai! Zeg het niet! Ik moet gaan"
Draco maakte grote passen naar de deur. Hij wilde Nai niet zien."Draco, alsjeblieft wacht!"
Hij wachtte niet. Zo snel als Draco maar kon was hij weer weg. Hun tijd was wederom voorbij.
Enige hoop overspoelde Nai toen de deur weer opende. Het was niet Draco. De lange grijze baard van Perkamentus was te herkennen als een uit duizenden.
"Iemand leek gekwetst" sprak hij zacht, vol zorgen.
"Ik weet niet of het gekwetst is professor. Meer betrapt"
"Iemand kan gekwetst zijn wanneer degene waar hij om geeft hem betrapt heeft Nai"
Perkamentus bleef aan de rand van Nai haar bed staan.
"Professor, het is al te laat voor hem. Hij heeft het teken al, hij is-"
"Een Dooddoener, dat was mij al bekend. Betekent nog niet dat het te laat is Nai"
"Voor mij nu wel! Hij weet dat ik het weet! U zag hem, hij rende zowat de deur uit! Ik kan niks meer betekenen!"
Niet alleen dat deed Nai pijn. Het ene moment voelde ze weer dat ze met hem alles aan kon. Dat hij ook bij haar wilde zijn. Nu zou Draco haar helemaal op afstand houden.
"Juist nu kun jij iets voor hem betekenen. Zijn geheim is eruit, bij iemand anders dan alleen professor Sneep"
"Professor Sneep, wat heeft-"
"Dat is een andere opdracht, niet die van jou. Sterk aan, het was een lelijke val. Gelukkig dat meneer Malfidus zo snel bij je was"
Perkamentus liep de deur uit. Nai wist niet meer waar nu te beginnen.
JE LEEST
Timeturner/tijdverdrijver
FanficEindelijk is het 1 september, de dag dat Nai 18 wordt. Al 18 jaar leeft zij haar doodgewone Dreuzel leventje, die haar prima bevalt. Op haar verjaardag krijgt zij bezoek van een eigenaardig persoon, die beweert de grote tovenaar Albus Perkamentus te...