Boek 6, De dood van Perkamentus

29 1 0
                                    

Lange dagen gingen voorbij. Nai ging met Benno samen naar alle lessen, maar haar gedachten waren op zoveel andere plekken.
Benno hield ook maar niet op met praten over Kai. Nai had gehoopt hem zoveel meer te kunnen vertellen.

Het vervelende eraan was, was dat Benno haar ook niet met rust liet. Overal waar Nai was, was Benno. Ze kreeg de kans niet om de Kamer van Hoge Nood in te kunnen. Een keer was het haar bijna gelukt om ongezien binnen te komen, maar Benno was haar achterna gegaan. Hij vond het interessant wat er allemaal stond, waardoor Nai uren daar had doorgebracht zonder succes.

Ze miste Kai, al was het zodat hij Benno bezig kon houden.

Nai had met Benno al vele plannen bedacht om de ziekenzaal in te kunnen. Sneep bewaakte deze als een waakhond. De keren dat hij les gaf, ging de ziekenzaal op slot. Niemand, maar dan ook echt niemand, mocht bij Draco langs gaan.

Professor Perkamentus was vaak weg. Volgens Sneep was hij dan op werkreis, maar kon niet vertellen waar naartoe. Het ging niet allemaal zoals Nai wilde, en dat ergerde haar gigantisch.

Op een namiddag zag Nai dat de deur naar de ziekenzaal open stond. Ze zag geen Sneep die de deur bewaakte.
Nai vroeg zich af of dit een valstrik was, maar besloot een poging te wagen.
Ze bedacht zich wat ze tegen Draco moest zeggen. Al dagenlang had ze hem niet meer gezien. Niet meer sinds dat Harry hem had aangevallen. Niet meer sinds dat Draco aan haar had toegegeven wat hij voor haar voelde.

Nai stak haar hoofd om de hoek van de deur. Achterin de zaal zag ze de privacyschermen om een bed staan. Daar moest Draco zijn, aangezien er niemand anders in de zaal was.
Zachtjes, maar snel, probeerde ze tot daar te komen. Haar hartslag ging een stuk sneller. Ergens was Nai bang om hem weer te zien.
Nai greep het gordijn vast en schoof deze voorzichtig opzij.

"Draco?" Piepte ze zacht.
Geen antwoord.

"Ik wilde eerder komen, echt waar. Het was alleen-"

Er lag niemand. Nai kon zien dat iemand in dit bed had gelegen, maar het was nu leeg.
Draco was er niet, hij was al weg.

"Nai liefje, wat doe je hier?" Madame Pleister keek vanuit de deuropening bezord naar Nai.

"Ik eh- kwam voor Draco" gaf Nai eerlijk toe.

"Draco Malfidus mocht geen bezoek ontvangen van professor Sneep. Bovendien mocht hij van mij gaan"

Nai bekeek het bed nog eens, daarna madame Pleister.

"Hoe ging het met hem?"

Madame Pleister liep naar het bed om de lakens er vanaf te trekken.

"Ach, hij had naar mijn idee echt nog wel een dag nodig. 16 diepe sneden in je lichaam is niet niks. Hij zeurde alleen al dagen aan mijn hoofd, dus ik heb hem een uur geleden laten gaan"

Nai beende richting de deur, zonder iets te zeggen. Een uur geleden was hij al vertrokken, en Nai wist van niks. Nai sprintte eerst naar de Zwadderich afdeling.

"Daar ben je! Ik heb je overal gezocht Nai!" Benno stond al op Nai te wachten.

"Benno, heb je Draco gezien?! Hij is uit de ziekenzaal" Nai was buiten adem van het rennen.

Benno trok een stoel uit om Nai te laten zitten. "Relax, dat is toch goed. Nee, ik heb hem niet gezien. Haal eens even adem"

Nai probeerde op adem te komen. Er waren verschillende plekken waar Draco kon zijn. Nai besloot eerst in de Astronomietoren te beginnen, het hoogste punt van de school. Zo zou ze naar beneden werken.

"Ik moet hem vinden! Benno ik zie je wel bij het avondeten! Niet op mij wachten"

"Maar-"

Nai was al de ruimte uit. Onderweg naar de toren.
Met grote sprongen ging ze de trappen op. In de hoop dat ze hem al in de hallen zou zien, anders wel in de toren.
Eenmaal boven voelde Nai de koude bries langs zich af gaan. Hij was er niet.
Kwaad sloeg ze haar beide handen om de railing heen, proberend op adem te komen.

Timeturner/tijdverdrijverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu