Waar gaan we naartoe?

684 21 9
                                    

De volgende ochtend. Mila werd wakker omdat Jonas niet meer naast haar lag. Alles was slaperig voor haar ogen. Ze wreef in haar ogen. Naast haar was het bed leeg. Mila keek rond in de kamer. Ze zag hem aan het raam staan. 'Jonas?', vroeg mila hem. 'Eindelijk je bent wakker', zei Jonas en kwam naar haar toe. In z'n hand was een boeketje rozen. 'Oh weeral zo lief!', zei mila. 'Een paar roosjes voor mijn mooiste roos', zei Jonas. 'Heb ik echt zolang geslapen?', vroeg mila. Jonas knikte. 'Maar nu ben je wakker', zei Jonas. 'Ja, dat is wel jou schuld', zei mila. 'Mijn schuld?', vroeg Jonas. 'Ja! Als jij nog naast me lag dan zou ik nog geslapen hebben', zei mila. Jonas zette de roosjes op z'n nachtkastje en ging naast mila liggen. Hij had een doorn geraakt, zijn vinger bloedde. Jonas nam z'n zakdoek en veegde het bloed weg. 'Moet ik er een kusje op geven', zei mila met een lach, hopend van wel. 'Dat moet je niet maar mag je zeker', zei Jonas. Mila nam z'n hand vast en keek naar de vinger met het beetje bloed dat er was. Jonas vond het lief om te zien hoe ze zo voorzichtig aan zijn hand kwam. Mila ging elke vinger zorgvuldig af. Ze bracht haar lippen op de vinger dicht bij de snede maar er niet op want ze wilde hem op geen enkele manier pijn doen. 'Zou ik een roosje voor... iets mogen gebruiken en dat is voor waar we straks naartoe gaan?', vroeg mila. 'Ja, tuurlijk, waar gaan we naartoe?', vroeg Jonas. 'Dat zul je wel zien, er bestaan leukere plekken maar ik zou er gewoon is naartoe willen', zei mila. 'Kleed je dan maar snel om, dan kunnen we vertrekken', zei Jonas. Hij gaf mila een klein duwtje om haar recht te helpen. Mila liep de badkamer zo mooi als ze al was in en kwam er nog mooier uit. 'Kom, we gaan', zei mila. Ze namen elkaars handen vast. Jonas liet zich leidde door mila, hij vertrouwde haar volledig.

Mila hield de roos vast. Ze kwamen aan bij het kerkhof. 'Nu weet ik waar we zijn maar naar wie gaan we?', vroeg Jonas nieuwsgierig. Mila keek hem rustig aan. Ze ging tussen een rij graven door en bleef staan bij één bepaald graf. Het was het graf van haar moeder. Mila hurkte haar en legde de roos op de grafsteen. 'Het is veel te lang geleden dat ik hier nog ben geweest en ik denk dat ik dit niet meer vaak kan doen', zei mila. 'Waarom niet?', vroeg Jonas. 'Je krijgt om de zoveel jaar een rekening, m'n vader zou het niet meer kunnen betalen en ik zeker niet dus zou het graf wegmoeten', zei mila met een zucht. Jonas wist niet wat hij moest zeggen, ze mist haar moeder en dat is normaal maar wat kon hij daarop antwoorden. Toen mila de roos losliet, liet ze haar hand op de grafsteen liggen. 'Ik mis je', zei mila zacht. Er rolde een traan over haar wang. Jonas hurkte zich naast mila. Hij omarmde haar. 'Ik zou het niet overleven als er ook iets met jou zou gebeuren', zei mila. 'Er zal niks met mij gebeuren dat beloof ik je', Jonas wist dat niet met zekerheid maar hij wilde niet dat mila bang zou zijn. Hij deed z'n vinger onder mila haar kin en deed haar gezichtje omhoog, zodat ze in elkaars ogen konden kijken. 'Ik denk dat je moeder een hele lieve en knappe dame was', zei Jonas. 'Ja, dat was ze zeker, hoe weet jij dat?', vroeg mila. 'Ze is zoals jou, alleen ben jij de mooiste', zei Jonas lief. 'Zo lief', zei mila. Jonas veegde haar tranen uit haar gezicht. 'Je moeder is vast en zeker trots op jou', zei Jonas. 'Ik ben trots op jou', voegde hij er nog aan toe. Er verscheen een glimlach op haar gezicht. 'Weet je, vroeger durfde ik nooit mijn verdriet aan iemand tonen, jij bent de enige die mij verdrietig ziet en de enige die mij min of meer kan troosten', zei mila. 'Jij bent de persoon die ik het meest liefheb'. De lieve woorden bleven maar komen. 'Het is goed! Ik weet dat je enorm veel van me houd', zei Jonas, het klonk best raar om dat te zeggen. 'Zouden we anders ergens anders naartoe gaan, ergens leuker?', vroeg Jonas. 'Oké, tot binnenkort', zei mila, het laatste zei ze iets stiller, bedoelt voor haar moeder. Ze gingen het kerkhof uit. 'Waar gaan we naartoe?', vroeg Jonas. 'Geen idee, ergens waar niemand ons kan storen', zei mila. Ze liepen door de straat, opzoek naar een mooi, romantisch plekje. Onderweg komen ze agent Frank tegen. Hij begon mila aan te spreken. 'Hey mila! Hoe gaat het met je?', vroeg Frank. 'Heel goed!', zei mila en keek naar Jonas. 'Ik zie dat je al goed bezig bent met je nieuwe leven', zei Frank met glimlach. Mila lachte. Ze ging subtiel dichter bij Jonas staan. 'Is dat je vriendje?', vroeg Frank nieuwsgierig. Mila begon lichtjes te blozen. 'Ja, dat is hij', zei mila. Jonas en mila keken elkaar in de ogen aan. 'Ik moet maar eens weer beginnen werken, dag', zei Frank en hij ging verder. 'Wat gaan we nu doen?', vroegen ze in koor. 'Misschien kunnen we eerst iets gaan eten en dan kunnen we nog zien', stelde Jonas voor. Mila ging meteen akkoord. Ze haakten hun armen in elkaar en vertrokken naar een restaurantje in het stad. Ze kwamen aan in een restaurant, ze gingen aan een tafeltje zitten en keken op de kaart. 'Wat ga jij nemen?', vroeg Jonas. 'Ik denk...een spaghetti, jij?', vroeg mila. 'Ik ga dat ook nemen',zei Jonas. Ze bestelde het. Tijdens het wachten zette Jonas z'n hand op die van mila die op tafel lag. Ze wisselde een glimlach. Al snel kwam het eten eraan. Het zag er overheerlijk uit. Toen ze alles ophadden veegde mila met haar servet de spaghettisaus weeg rond haar mond. Jonas deed dat ook maar hij had niet alle saus weggeveegd. Mila nam haar servet en veegde de saus uit z'n gezicht. 'Bedankt, heb jij al een idee voor waar we naartoe kunnen?', vroeg Jonas. 'Ja, kom mee. We hebben toch al betaald', zei mila. Ze hield Jonas z'n hand vast en trok hem mee. Ze liepen richting een wij met paarden. Mila kroop tussen de houten omheining door. 'Zou je dat wel doen?', vroeg Jonas. Mila deed alsof ze dat niet heeft gehoord en liep naar een paard toe. Jonas twijfelde maar ging toch tussen de omheining door en volgde mila. Het paard waarnaar mila naartoe ging hief zijn hoofd op en liep naar mila toe. Hij stopte recht voor mila. Mila aaide hem en gooide haar armen over z'n hals. Het paard zette z'n hoofd op haar schouder. 'Ken je dit paard?', vroeg Jonas verbaasd. 'Ja', zei mila. 'Dit is het veulen, nu niet meer maar, van het paard van m'n moeder', vervolgde ze. 'We konden het niet meer betalen dus moesten we hem verkopen, ik mag van de eigenaar hier komen'. 'Het is een mooi paard', zei Jonas. 'Hij heet Gota, dat betekend sterk', zei mila. 'Ja, dat zie ik', zei Jonas. 'Wil je me er even ophelpen?', vroeg mila. 'Tuurlijk', zei Jonas. Hij deed z'n handen in elkaar. Mila zette haar voet erop en duwde haar af. Ze zat op de rug van het paard. 'En ik?', vroeg Jonas. Mila glimlachte en stak haar hand uit. Jonas nam haar hand vast en trok hem op. Hij zat achter haar. Mila draaide haar hoofd. Zodat ze recht in z'n ogen kon kijken. Jonas omarmde mila. 'Kom je vaak naar hier?', vroeg Jonas. 'Soms als ik er nood aan heb en als ik me alleen voel', zei mila. Ook als ze haar moeder miste maar dat wilde ze niet zeggen want ze wou Jonas er niet weer mee lastig vallen. Mila wilde even al haar zorgen vergeten en dat doet ze ook altijd als Jonas bij haar is. Jonas wilde nog praten maar mila legde haar vinger op z'n lippen. 'Praten kunnen we nog altijd doen', zei mila verleidelijk. Langzaam deed ze haar vinger weg. Voordat mila dicht genoeg was begon Gota (het paard) te stappen. Dat onderbrak de bijna-kus. Mila wachtte tot Gota stil stond. 'Deze keer er niet tussen komen', fluisterde mila. Ze hoopte dat hij het een beetje verstaan had. Ze probeerden opnieuw om dichterbij te komen en te kussen. Gota stoorde deze keer niet, hij had niet eens door wat er gaande was op z'n rug. Het enigste waar hij mee bezig was was grazen. Jonas verstevigde zijn greep in z'n armen. Ze keken elkaar in de ogen. Mila haar blik wende naar Gota, ze bedankte hem door te aaien. 'Zullen we er terug vanaf gaan?', vroeg Jonas. 'Ja, je hebt gelijk, het begint al donker te worden', zei mila. Jonas zwierde zijn been zodat hij met twee voeten zachtjes op de grond belande. Hij ging zo staan dat hij mila kon opvangen. Mila gleed in z'n armen. 'Gaan we?', vroeg Jonas. 'Ja, maar wacht nog even ik heb nog iets voor Gota', zei mila. Ze haalde een appel uit haar jaszak. Gota kwam meteen dichterbij en at het op. Mila nam nog even afscheid van hem en verliet daarna de wei. Op weg naar Jonas z'n thuis. Jonas z'n moeder had de tafel al gedekt. Ze gingen aan tafel zitten. Mila nam een sneetje brood. Plots kwam de gedachte dat Jonas morgen weg was. Ze staarde voor haar uit. Jonas waaide met z'n hand voor haar ogen. Mila ontwaakte uit die gedacht. Snel nam ze de hand van Jonas vast want dat zou ze de komende weken niet kunnen doen. 'Ik laat je tot je weggaat niet meer los', zei mila tegen Jonas. 'Dat gaat moeilijk gaan', zei Jonas. Mila keek hem vragend aan. 'Ik weet niet hoe jij je boterhammen smeert met één hand', zei Jonas. Mila glimlachte. 'Na het eten dan', zei mila. Ze trok haar hand terug weg en begon te eten. Na het eten gingen ze in de zetel zitten. Mila liet zoals ze zei Jonas geen seconde meer los. Ze kreeg het even moeilijk door weer te beginnen denken aan Jonas die morgen weg was. Er begon een traan zich te creëren. Één keer knipperen en het traantje zou gaan rollen. Mila probeerde haar ogen open te houden maar het ging toch niet lukken. Ze knipperde, een traan rolde en viel op de arm van Jonas die rond mila zat. Jonas keek mila aan. Al snel wist hij dat het over het vertrek van morgen zou gaan. Hij suste haar door te zeggen dat het maar twee weekjes zijn en dat hij daarna weer super veel met haar zou doen. Mila kreeg weer een glimlach. Jonas wilde er altijd voor zorgen dat ze vrolijk was. Dat vond mila echt lief van hem. 'Zoals ik al zei gaan we iedere dag Skype', zei Jonas. Mila knikte. 'En sms'en', voegde mila eraan toe. Jonas lachte. 'Wat lach je zo?', vroeg mila. 'Ik zie het al voor mij hoe je heel de tijd op je gsm zit te kijken, hopend op een berichtje van mij', zei Jonas. 'Owh, wat weet je toch veel over me, dat is precies wat ik ging doen', zei mila. 'Dat dacht ik al', zei Jonas. Hij begon ook te denken aan morgen, hij vond het stom dat mila niet mee mocht gewoon door het school. 'Als Australië leuk is dan neem ik je bij een van de eerst komende vakantie mee naar daar', zei Jonas. 'Daar zal ik geen nee op zeggen', zei mila. 'Om hoe laat moeten we in de luchthaven zijn?', vroeg ze. 'Rond 11 uur moeten we daar zijn want om half twaalf vertrekt het vliegtuig', zei Jonas. 'Oké, dan is dat een uurtje rijden', zei mila. Jonas knikte. 'Je valiezen zijn toch al ingepakt?', vroeg mila. 'Jaja, alles is in orde, je hoeft je geen zorgen te maken', zei Jonas. 'Ik denk dat ik al ga slapen, niet dat ik snel in slaap zou vallen', zei mila. 'Weet je het zeker?', vroeg Jonas. 'Ja hoor, blijf jij nog maar even op als je wilt', zei mila. Ze stond recht uit de greep van Jonas. Toen ze aan de trap kwam gooide ze nog snel een kusje naar Jonas. Daarna ging ze naar boven. Jonas vond de zetel zo leeg zonder haar. Hij keek nog een tiental minuten naar tv en daarna ging hij naar boven. Hij deed z'n pyjama aan en kwam z'n kamer binnen. Mila lag al in bed en sliep al. Jonas gaf mila een kusje op haar wang. Ze glimlachte. Rustig ging Jonas naast mila liggen. Mila draaide haar naar Jonas toe. Ze nam z'n handen vast. 'Ik laat je niet meer los', fluisterde mila.

Sorry dat ik zolang niet gepubliceerd enzo heb maar nu het school terug bezig is kan ik niet zoveel schrijven, ik begin wel met m'n nieuw deel en schrijf elke ochtend op de bus heen en terug van school :) en s'avonds. Ik wil ff zeggen onthoud het stukje van vorig deel "een fan nam er een foto van" dat is niet voor het volgend deel maar voor die erna 😏 liefs rune X

The story of milaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu