Ondertussen zijn we bezig met al onze spullen te verhuizen. We hebben een appartement gevonden en onze vrienden en de moeder van Jonas heeft ook geholpen met het bedrag. Op een dag geef ik het geld terug. We hebben een extra kamertje voor onze kleine meid dus dat is ook handig. We steken alle meubels in elkaar en vullen de kasten met kleren. Correctie, Jonas steekt de meubels in elkaar. Ik zucht eens diep als ik het resultaat zie. Trots omhels ik Jonas en kus hem. 'Onze dochter gaat hier goed kunnen wonen', zeg ik. 'Zeker weten', bevestigt hij. Nog minder dan een maand en het is zo ver. Kan je het geloven? Ik ga zó blij zijn dat ze er is. Wel jammer dat Jonas me dan niet meer moet verwennen. Maar hij mag het altijd doen.
Flashback:
Ik ging afspreken met een vriendin in het park. Het was onze vaste plaats. Ik was dertien en was blij dat ik eindelijk nog is ging afspreken. Ik was al even aan het wachten. Alleen. Ik wist dat m'n vriendin altijd wel te laat kwam. Het was akelig stil en er was niemand te bespeuren. Enkel aan de hele andere kant van het park was er een koppel dat klef aan het doen was maar daar bleef ik een beetje uit de buurt. Dat zijn mijn zaken niet. Ik hoor mijn gsm gaan. Het is een berichtje van m'n vriendin. Ze komt niet. Typisch. Altijd op de laatste minuut afzeggen. Als ik m'n gsm wegstop hoor ik een tak kraken. In heel m'n verleden heb ik veel geleerd en ik kan heel goed weten dat die krak enkel van een mens kan komen. Het moet anders een dier van veertig kilo zijn. Maar hier in het park ga je dat niet snel vinden. Ik daar me razendsnel om en zie nog net een zwart geklede man voordat hij me vast heeft. Hij houdt een hand voor m'n mond zodat ik niet kan roepen. Maar ik weet beter. Uit al die jaren heb ik geleerd dat deze wereld niet te vertrouwen is maar dat ik me ook niet moet verstoppen voor het gevaar. Dan winnen ze. Ik heb altijd een zakmes op zak. Snel neem ik die en steek het in z'n buik. Hij laat me los. Snel trek ik m'n mes uit z'n buik voordat ik wegloop.Ik staar voor me uit en droom die vreselijke nachtmerrie. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat mijn meisje zoiets nooit overkomt. Daarvoor zorg ik wel. Maar er is nog veel tijd. En de tijd dat ik heb met m'n meisje ga ik goed spenderen. Ik hoop veel tijd samen door te brengen. Niet alleen m'n meisje en ik of Jonas en zij maar wij drie. Ik zal me eeuwig schuldig voelen als er iets met m'n meisje gebeurt. Als we altijd iets met ons drie doen dan is het ook niet van: ik heb mama liever dan papa of ja je snapt me wel. De tijd vliegt. Ik moet meer gaan zitten dan ik kan rechtstaan en dat vind ik vreselijk irritant. Ik kijk naar buiten en zie hoe de blaadjes van de bomen dwarrelen. Het is herfst. De straat ligt vol blaadjes. Het is precies een schilderpallet. Geel, rood, oranje, bruin. Enkel de sparren en dennen zijn nu nog volledig groen. Hoewel ik het meest van de zomer houd vind ik dit wel een geschikt plaatje om in geboren te worden. Stel je voor dat ik moest bevallen in de hitte. Hoe zou ik dat nu overleven? Ik bekijk onze kinderkamer en ga al de kleine schattige spulletjes na. Het wiegje lijkt wel van een echte prinses! Met kanten dekentje. Ik kijk m'n ogen uit. Nu alles hier zo in de kamer staat is het zó mooi. We hebben de naam in houten lettertjes op de kast staan, maar er ligt een doekje over zodat zeker niemand de naam al kan zien. Dat blijft nog een verrassing. (Maar niet voor lang meer). De kamer is een mengeling van een engeltjes sfeer en een prinsesjes sfeer. Jonas komt naast me staan en omarmd me. Ik had nooit gedacht dat onze toekomst al zo rap ging beginnen. Het begon allemaal met ons tweetjes en ongeveer een jaar later zijn we al met drie. Ik vraag me wel af hoeveel Jonas er zou willen. Wie weet wordt ons kleine meisje ooit grote zus, maar daar mogen wel een paar jaartjes tussen zitten. 'Dit verandert alles. Zij verandert alles. Maar onze toekomst gaat Ok zo mooi zijn. Samen', zeg ik. Ik laat hem niet meer los. Er komt geen einde aan onze omhelzing. 'Ik hou van je', ik begin te huilen. Zeker om de stres voor iets fout te doen. Moeder zijn is een hele verantwoordelijkheid. 'Ik weet zeker dat jij een hele goede moeder gaat zijn. Veeg die traantjes maar weg. Wij gaan dit samen doen en ik laat jou niet in de steek!', zegt hij. Hij veegt m'n tranen weg en ik glimlach m'n tranen weg. M'n ogen vinden de weg naar z'n lippen en ik plant een kus op z'n lippen. Ik hou van hem, meer dan van wie dan ook. Nog enkele weken. Ons kleine wonder gaat dan deze grote wereld tegemoet.