Uitgaan

467 25 6
                                    

'Jonas, ik moet je wel even doen herinneren dat het morgen school is', zeg ik al lachend. Jonas rolt met z'n ogen. 'Dat wist ik nog niet', zegt hij ironisch. 'Daarom zeg ik het ook', knipoog ik. Hij schud al lachend zijn hoofd. 'Gaan we nog naar binnen of hor zit dat?', vraagt hij. Ik neem zijn hand vast en laat me mee naar binnen leiden. Een geur van alcohol overvalt me. Wat ben ik blij dat ik het (tot nu dan toch) nog bij frisdrank houd. Ik zie me morgen al als een zombie staan dansen. Dat wordt lachen. De luide muziek klinkt door de boxen. Zolang de politie maar niet komt klagen voor geluidsoverlast is dat goed. Jonas bestelt een cola voor me alsof hij m'n gedachten kan lezen. We gaan met ons drinken in onze handen in de zithoek zitten. Wat een luxe zetels. Ik nestel me dicht tegen Jonas. Wat er ook gebeurt vanavond, ik heb hem liefst dicht bij mij. Met al die mensen hier kan je elkaar al snel kwijtraken. 'Ik zie je graag', fluistert Jonas in m'n oor. Ik haal mijn speelse kant weer naar boven. 'Moet ik dat geloven?', vraag ik met m'n neus tegen de zijne gedrukt. 'Ja, Santiago, geloof dat maar..want dat is zo', zegt hij. Hij laat z'n hand over m'n rug glijden. M'n lippen verkennen de zijne.

Na enkele minuten is m'n cola leeg en vraagt Jonas of ik wil dansen. Dat hoef je me geen twee keer te vragen. Hij laat me geen enkele second los. Na een tijdje trekt hij mij naar een iets rustiger plekje. 'Ik dacht dat je niet zo van feestjes hield', zeg ik. 'Met jou is elke dag een feest voor mij', zegt hij. Ik leg m'n armen om z'n nek. 'Je bent prachtig, je ogen zijn zo mooi, je wangetjes die zo schattig rood kleuren telkens als ik je complimenteer, je lippen die ik maar al te graag kus, je bent beeldschoon', zegt hij, elk plekje dat hij beschrijft wrijft hij met z'n vingers teder over (niet over m'n ogen eh). 'Ik hou van je, Van Loo', ik zoen hem stevig en ga met m'n handen door z'n haar. Hij legt z'n handen op m'n heupen.


Het is iets na middernacht en ik lig de gieren van het lachen op straat met Jonas. We hebben het enkel met cola's gehouden, maar het lijkt alsof we dronken zijn. Waarschijnlijk heeft de cafeïne die in de cola zit ons een beetje gek gemaakt. Al die suiker zijn niet echt gezond. 'Ssssst, niet zo luid, er slapen hier mensen, straks maak je ze nog wakker', legt Jonas me het zwijgen op. Ik kijk hem ondeugend aan. 'Zorg er dan voor dat ik niks kan zeggen', zeg ik op m'n meest verleidelijke manier. Hij kan een glimlach niet onderdrukken. 'Sorry, Santiago, maar dat ga ik niet doen', zegt hij gemeen. 'Dat is niet lief', zeur ik. Hij heft z'n schouders op. 'Zo ben ik'. 'Wil je vannacht bij mij blijven? Please?!', ik smeek hem zo hard ik kan. Ik wil niet alleen zijn. Niet vandaag. Niet vannacht. Niet morgen. Nooit meer. Maar we zullen beginnen met vandaag. Dus daar ga ik weer met m'n gesmeek. Ik kijk hem met triestige oogjes aan. 'Kijk niet zo', klaagt hij. Ik geef niet op. Hij zucht diep. 'Het is al goed. Mijn moeder zal het nu toch niet opmerken', zegt hij. We lopen al lachend verder naar m'n thuis.

Ik doe m'n sleutel uit het slot en doe de deur open. Ik slaak een gilletje als Jonas me als een prinsesje opheft. Hij wandelt met mij in z'n armen naar binnen. Ik leg m'n armen losjes om z'n hals en kijk hem liefdevol in z'n ogen. Hij legt me op m'n bed neer. Ik wil niet meer rechtstaan, maar ik wil ook niet in deze bezweette kleren slapen. Ik probeer met alle kracht die in me zit nog recht te staan. Ik kleed me snel om in de badkamer en trek mijn pyjama aan. 'Ik dacht dat je wou dat ik bij je sliep, maar als je me hier alleen laat liggen snap ik niet echt waarom ik hier blijf', zegt Jonas omdat ik het nogal lang trek in de badkamer. Ik spurt m'n kamer in en met een sprongetje beland ik op bed. Ik ga dicht tegen hem aanliggen. Hij streelt zachtjes over m'n wang. 'Ik ben nog totaal niet moe', zeg ik met een glimlach. M'n blik wordt naar z'n lippen getrokken. Mijn hand baant zich, zonder dat ik het besef, een weg onder z'n T-shirt. Ik weet zelf haast niet wat ik doe. Ik word zo in het moment opgezogen dat ik zelf niks besef. Ik heb er geen controle over. Ik verlies mezelf in Jonas.


M'n wekker gaat af. Ik voel mijn hoofd bonken van de vermoeidheid. Ik zet het af en verberg me in Jonas' borstkas. Het was een mooie nacht. Ik dommel al snel weer in. 'Mila Santiago, we moeten opstaan', zegt Jonas met een zware ochtendstem. 'Nog even', mompel ik. Jonas trekt het deken van me af. 'Dat is koud', zaag ik. Jonas komt over mij hangen. 'Hoe zou dat kunnen komen?', hij laat z'n lippen over m'n wang naar m'n lippen glijden. Jonas trekt terug en beveelt me uit bed te komen. Ik zucht diep. Ik raap snel m'n pyjama van de grond. Met een boze blik kijk ik Jonas aan en verdwijn ik de kamer uit. 'Oeh, is Santiago boos', zegt hij speels. Hij tilt z'n wenkbrauwen op. 'Je zou nog eens verschieten, hoe boos Santiago wel kan zijn', zeg ik dicht tegen zijn gezicht. Snel ga ik de badkamer in. Ik stap richting de douche. Jonas komt de badkamer in. 'Oh jij gaat douche', zegt Jonas en wilt de badkamer weer verlaten. 'Als jij wilt, ga maar hoor!', zeg ik. 'Maar nee, ga jij maar eerst', zegt Jonas. Ik pak z'n hand vast en trek hem mee de douche in. 'Zo gaat dat ook', grinnik ik.

Tientallen kusjes en waterdruppels verder zitten we aan het ontbijt. Het is stil aan tafel. Ik kan m'n ogen niet van hem afhouden. Als hij naar me kijkt kijk ik de andere kant uit. 'Ga je nog iets eten of ga je heel de tijd naar mij blijven kijken?', vraagt Jonas met een grijns. 'Ik denk dat ik voor de tweede optie ga, alhoewel, misschien dat jij ook wel kan smaken', knipoog ik. Hij doet een kom-maar-af teken met z'n handen. Ik sta op en ga naar hem toe. Ik zet me op z'n schoot en kus hem innig. 'Je smaakt verrukkelijk', fluister ik in z'n oor. 'Jij bent ook niet mis, hoor mezelf nu bezig, wij zijn echt vreselijk', lacht Jonas. Ik glimlach. 'Vreselijk verliefd', zeg ik voordat ik me weer op z'n lippen stort.

'Moeten wij niet naar school?', vraagt Jonas. Ik schud m'n hoofd. 'Ik zet m'n wekker altijd een halfuur vroeger, want ik heb een halfuur nodig om wakker te worden, normaal toch', leg ik uit. 'Dus we kunnen nog een halfuur slapen', zeg ik met een grote glimlach. 'Vanaf het moment dat ik wakker ben wil ik niet weer gaan slapen', zegt Jonas. Ik denk na. 'We kunnen een dutje doen', zeg ik. 'Dat is hetzelfde als slapen', zegt Jonas. 'Ja, maar dat heb je niet gezegd!', verklaar ik. Jonas rolt met z'n ogen. 'Het is al goed, jij wint', zegt hij neergeslagen. 'Ik win altijd'.

The story of milaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu