Ik stuur hem een bericht.
"Kom maar naar mijn thuis" -M-
"Je hebt m'n notitie dus gevonden x"-J-
"Ja duh, ik weet toch alles :-) x"-M-
We hebben nog een lang gesprek en ik wil maar blijven sturen, maar ja. Ondertussen is het al iets over twaalf s'nachts. We hebben al kei vaak gezegd dat we gingen slapen maar toch sms'en we nog verder. Ik hou gewoon veel te veel van hem. Maar eigenlijk kan je nooit te veel van iemand houden. Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest in m'n leven. Er gebeurde dan ook weinig moois, maar gelukkiger dan dit kan echt niet. Ik rond dan toch eindelijk ons gesprek af.
"Tot morgen x"-M-
"Vandaag zou je bedoelen ;) x"-J-
Dat plagerige en flirterige gedoe zou ik nooit leuk gevonden hebben. Maar als hij dat doet vind ik dat niet erg. Helemaal niet. Ik gaap. Het is echt tijd om te gaan slapen. Ik kleed me snel om en kruip in m'n bed. Ik val in slaap met de gedachte dat ik hem straks weer ga zien.
Ik slaap lang uit. De vraag "om hoe laat?" spookt door m'n hoofd. Ik ben zo slecht in afspreken. Ik kleed me om en eet mijn ontbijt/middagmaal. Ik gris naar mijn gsm en stuur Jonas om te vragen om hoe laat hij komt. Nog voordat ik het kan sturen wordt er aan de deur gebeld. Ik ga open doen en zie hem aan de deur staan.
'Je gaat me toch niet weer met eieren besmeuren?',ik schud lachend mijn hoofd. 'Is het erg als ik nog even eet?', vraag ik. 'Ja! Echt kei erg', zegt hij sarcastisch. Ik neem hem mee naar de tafel. 'Ben je niks vergeten?', vraagt hij en tuit zijn lippen. 'Niet dat ik weet', zeg ik plagerig. Hij houdt vol. Mijn wil is sterker dan m'n geplaag. Ik ga naar hem toe en druk gewillig m'n lippen op de zijne. Het was een korte kus, maar het deed me al zweven. 'Ik ga verder eten', zeg ik en ga aan tafel zitten. Ik eet m'n boterham op en drink m'n tas leeg. 'Lang uitgeslapen?', vraagt hij. 'Alsof jij in het weekend altijd vroeg opstaat', lach ik. Hij zegt dat ik gelijk heb. 'Maar waarom ben je dan zo vroeg wakker geworden?', vraag ik alsof ik er niks van snap. 'Omdat ik mijn prinses kwam redden', zegt hij ridderlijk. 'En wie is die prinses?', vraag ik verleidelijk ook al heb ik geen totaal benul van wat ik bezig ben. Deze kant van mezelf heb ik nog nooit gezien en ook niet zo openlijk gedeeld. 'Het meisje dat ik nu ga helpen met de tafel af te ruimen', zegt hij vriendelijk. 'Oh! Dat is zo lief! Ik denk dat die prinses van jou daar heel blij mee gaat zijn'. 'Maar leg me nog is uit wie die prinses is?', vraag ik "denkend". 'Het meisje dat ik daarnet een kusje had gegeven', knipoogt hij. 'Dat kan ik me niet meer herinneren', zeg ik uitdagend. Hij komt naar me toe en legt zijn handen op m'n heupen. Ik bijt op m'n onderlip. 'Jij bent dat prinsesje lieve schat', zegt hij voordat onze lippen elkaar weer hebben gevonden. Of hij tilt me op of ik heb weer het zweverige, dromerige gevoel. Natuurlijk moet hij mij een beetje optillen. Ik moet op m'n tippen gaan staan voor een simpele kus. 'Ik denk dat je nu wel door hebt wie je bedoeld, maar je mag het me vaker uitleggen hoor', ik lach. We gaan naar m'n kamer en nemen m'n laptop op de schoot. We starten hem op en zoeken een leuke film uit. Dat is toch zalig. Met twee gezellig naar een film kijken, chips erbij, een goede actie film met gewelddadige stukken. Het is gruwelijk, maar ik vind het cool. In de helft van een gevecht kijk ik naar Jonas. Zijn ogen zijn groot en hij lijkt wel versteend. Hij had waarschijnlijk gehoopt op een iets romantischere film. 'Als je liever een andere film wilt kijken dan moet je dat gewoon zeggen, ik vind het niet erg', ik glimlach naar hem. Hij knikt als teken om een andere film te kijken. 'Is deze beter?', ik wijs naar Belle en het beest de echt gespeelde versie. Met een romantisch verhaal, maar ook met dat ietsje actie. Hij stemt toe. 'Kijk je altijd zo'n bloeddorstige film? Had zowel iets verwacht maar?', vraagt hij. Ik ga bijna rollen over de grond van het lachen. 'Nee, tuurlijk kijk ik zo'n films niet, heel soms wel, maar ik zette die gewoon op om jou te testen, had je niet door dat ik zelf wegkeek soms ', gil ik door mijn lachen heen. Hij lacht sarcastisch. 'Dat vindt jij grappig hé, klein mormel', hij begint me weer eens te kietelen. Ik beweeg naar alle kanten. Ik lijk een kip zonder kop. 'Ik weet dat je goed kan dansen, maar dit dansje is toch mega slecht', zegt hij met een brede glimlach. De tranen stromen uit m'n ogen van plezier. 'Stop alsjeblieft liefje, jij hebt gewonnen'. Hij stopt en komt naast me liggen. 'Had je dit ooit kunnen denken? Dat wij ooit wíj zou zijn?', vraagt hij. Ik knik. 'Ja, ik heb er nooit over getwijfeld', zeg ik vastberaden. 'Nu je het zegt, ik ook niet, ik zou nooit zomaar voorbij zo'n prachtig meisje als jou kunnen lopen', hij streelt over m'n kaaklijn. Ik sluit genietend en liefkozen m'n ogen. 'Zo mooi ben ik nu ook weer niet', zeg ik onzeker. Hij kijkt me recht in m'n ogen en knikt. 'Je bent het mooiste meisje dat ik ooit heb gezien', hij geeft me een kusje op m'n voorhoofd. Door de zachte aanraking tintelt het plekje waar het kusje plaats had gevonden. 'Straks laat je me nog huilen', zeg ik. Ik vind mezelf niet zo'n mooi meisje, maar als hij dat wel vindt dan is het goed. Wat de anderen dan ook mogen zeggen, hij vindt me mooi en de rest hun mening kan de boom in. 'Heb je al gestudeerd voor morgen?', vraagt hij me. Ik lach en schud m'n hoofd met een grote glimlach. 'Wat ben jij een slechte leerling!', grinnikt hij. Ik rol met mijn ogen. 'Ik heb niks tegen morgen en we hebben morgen een toneelvoorstelling weet je nog? We gaan daar met de klassen van ons jaar naartoe', zeg ik. Zijn mond valt open en zijn handen houdt hij op z'n hoofd. 'Dat was ik helemaal vergeten, hou je dan een zitplaats naast je vrij?', vraagt hij. 'Voor wie zou ik dat moeten doen?', plaag ik hem. 'Voor mij', hij komt over me hangen en kust me zorgzaam op de lippen. 'Ik hou van je', zeg ik erna. 'Ik ook van jou', antwoordt hij. Hij kijkt op zijn horloge. Hij zucht. 'Ik moet naar huis voor het middagmaal', zegt hij met spijt in zijn stem. 'Blijf je niet bij mij eten? Dat zou me veel plezier doen, anders zit ik weer alleen', vraag ik hem vriendelijk, maar m'n smekende blik kan ik niet achterwege laten. 'Ik zal het vragen, mag het wel van je ouders?', vraagt hij. Ik krijg het gevoel dat er een barstje in mijn hart is gekomen. 'Die heb ik niet meer dus dat moet ik dan ook niet vragen', zeg ik positief. Als ik het meteen vertel dan moet ik erna niet meer te veel over zeggen. Dat hoop ik toch. 'M'n vader zit in de gevangenis en mijn moeder is gestorven toen ik nog kind was', laat ik eruit floepen. 'Sorry', hij vindt de woorden niet die hij zoekt. 'Jij kon het niet weten, maar vertel het alsjeblieft tegen niemand', smeek ik. Hij knikt. Het geluid van Jonas' gsm gaat af. Hij bekijkt zijn gsm en kijkt me met een glimlach aan. 'Mag je blijven?!'. 'JA', gilt hij van blijdschap.
Ik toon hem alle kamers. We gaan de zolder op en kijken rond. Dit is een plek waar ik zelden kom. Jonas loopt richting een gitaarkoffer. Ik kom naar hem toe. Hij klikt de kist open en haalt een stoffige oude gitaar eruit. 'Speel je gitaar?', vraagt hij aan mij. Ik schud m'n hoofd. 'Die was van m'n vader, hij zong in een band en speelde af en toe gitaar', vertel ik. Ik heb de gitaar in jaren niet meer gezien. Hij vraagt toestemming om te spelen. Ik geef hem die met veel plezier. We gaan op de oude vloer zitten. De eerste klanken doen pijn aan mijn oren. 'Zo te horen is die al jaren niet meer gestemd', lacht hij. Hij gaat nog eens met zijn vingers over de snaren. In minder dan een seconde springt er een snaar. 'Die is rijp voor het stort', lach ik. Hij staat recht en trekt mij daarna ook recht. Ik laat m'n hand in de zijne smelten en zo wandelen we de trap af. Ik ga naar de keuken en kijk of er genoeg eten is om iets klaar te maken. Er is zo te zien weinig in het is dus ik heb een goed voorstel. 'Is het voor jou goed dat we in de quick gaan eten?', vraag ik. Hij lijkt dat geen slecht idee te vinden. We trekken onze schoenen aan, ik pak m'n portemonnee en we gaan de stad in. Na een tiental minuutjes stappen komen we eindelijk aan. Ik bekijk de vele keuzes die er zijn. Ik kan maar geen beslissing nemen dus ik kies uiteindelijk voor dezelfde burger als Jonas. We krijgen onze burgers op een plateau na even wachten en we zoeken naar plaats. Ik heb betaalt. Terwijl we plaats zoeken vraagt Jonas me heel de tijd of hij me niet hoeft terug te betalen. Ik weiger telkens. We zien een lege tafel en we nemen plaats. Ik ben benieuwd hoe de burger gaat smaken. Ik heb deze burger nog nooit gegeten. Ik zie Jonas een enorme hap nemen. Het is grappig om hem zo te zien genieten van zijn eten. Ik neem rustig een hap. Het valt me op dat Jonas niet eet zoals de meeste jongens. Andere jongens eten z dingen zoals zwijnen op. Ik kijk meer naar hem dan naar wat ik vastneem. Ik neem een slok. 'Huh, ik had toch ice tea in plaats van cola', dan kijk ik naar het andere blikje. Ik kan me wel op m'n hoofd slaan. Ik denk dat dat mijn blikje is', grinnikt hij. 'Sorry, ik keek niet..laat maar', ik zet zijn blikje neer. Ik krijg opeens een sms'je. Zo te zien van Charlie.
"Waar zit je? X" -C-
"In de quick X"-M-
"Met 'J'?" -C-
"..."-M-
"Ja dus X"-C-
Ik glimlach naar het scherm. Maar dat kan Charlie natuurlijk niet zien.
"Vind je dat dan erg?X"-M-
"Nee, ik ben heel erg blij voor jou. Je moet wel zien dat hij je niet asociaal gaat vinden X"-C-
Ze heeft gelijk. Ik zet m'n gsm uit en kijk naar Jonas. Hij staart me nieuwsgierig aan. 'Wat zei Charlie allemaal?', vraagt hij. Ik kijk hem raar aan. 'Hoe weet je dat het Charlie was?', vraag ik verbaasd. 'Omdat ze me net veel plezier wenste en zei dat ik je goed moest verwennen', hij lacht. Wat is ze toch subtiel. Ik kijk hem doordringend aan. 'Verwennen...?', zeg ik met een geniepige glimlach. Hij knikt. 'Dat doe je al genoeg! Die dat maar op van die speciale gelegenheden', zeg ik. 'Wat bedoel je daarmee?', vraagt hij. 'Feestdagen, slimmeke', zeg ik. Hij rolt met zijn ogen, maar dan zodat je enkel het wit van het oog ziet. 'Ieuw! Stop daarmee! Straks kan je ze niet meer terug draaien', zeg ik paniekerig. 'Rustig maar', hij draait zijn ogen weer terug en legt geruststellend zijn hand op de mijne. Ik haak m'n vingers in de zijne. 'Beloof je me nooit té hard te laten verschieten en doe niet te zotte dingen! Ik wil je niet kwijtraken!', zeg ik recht uit mijn hart. 'Dat is super lief!', zegt hij. We eten alles verder op en drinken onze blikjes leeg. 'Gaan we weer naar huis?', vraag ik aan Jonas. Hij knikt. We leggen onze plateau weg en vervolgen onze weg naar huis.
'Tot morgen', ik vind het jammer dat hij al weg gaat. Ik hou z'n hand vast en wil hem niet lossen. 'Ik moet nu echt wel gaan..', zegt hij. Ik knik. Ik geef hem nog een laatste kusje en kijk dan hoe hij wegwandelt. Die droom van mij komt nog wel eens uit maar dan ga ik ervoor zorgen dat sommige dingen niet gaan gebeuren.
