02

59 3 2
                                    

Ineens, uit het niets, springt er een mega grote bruine wolf voor ons en begint hij enorm hard te grommen.

"Schat, zijn dat?" Vraagt Stacy, maar Jumper ontbreekt haar nog voor ze haar zin kon afmaken.

"Ja, ik wist niet dat ze zo snel hier zouden zijn." Legt Jumper uit die nog altijd in aanvalshouding staat. Beide staan ze voor me, waardoor ik niets kan zien. Soms haat ik het echt dat ik zo klein ben.

"Wat is het?" Vraag ik terug komend op Stacy haar vraag, terwijl ik tussen hen door naar de wolf probeer te kijken. Ik duw Stacy en Jumper een beetje aan de kant, waarna ik de wolf recht in zijn ogen aankijk. Dit is geen wolf meer? Dit is een beer dat lijkt op een wolf! Ik kom terug op mijn woorden, ik ben zo blij dat ik klein ben. Ik verstop me meteen weer achter Stacy en Jumper

"Schat, doe iets?" Vraagt Stacy in paniek, waarna ik mijn ogen dichtknijp. Ik houd hen stevig vast en begin te praten in mezelf. Het huis van Jumper zijn familie, vol met glas en het hele grote. Daar wil ik nu zijn. Ik open mijn ogen weer, omdat het gegrom is gestopt. Meteen merk ik dat we niet meer in het bos bij de wolf zijn, maar ergens op een straat. Voorzichtig kijk ik tussen Jumper en Stacy heen en zie ik het grote, glazige huis. Meteen laat ik hen los en zucht opgelucht.

"Lucy? Ben je in orde?" Vraagt Stacy bezorgt en ik lach enkel naar haar. We zijn veilig, daar gaat het nu om! Ik ben een beetje uitgeput van de sprong, maar ja, wie springt er dan naar het onbekende?

"Een sprong naar het onbekende, onderschat het niet." Antwoord ik dan, waarna Jumper ook moet lachen.

"Ach ja, je hebt deze vampier wel van zijn dood gered." Antwoordt Jumper, waarna hij een kus op mijn voorhoofd drukt. Hij neemt daarna onze handen en we wandelen naar de voordeur. Mijn bagage heb ik nog altijd stevig vast. Het is niet veel, maar het is voldoende voor nu! Op de veranda aangekomen, plaats ik mijn koffer op de grond en drukt Stacy op de bel. Het geluid van de bel klinkt oud, maar toch doet een redelijk jonge man de deur open. Zijn huid is flawless en zijn haar straalt prachtig. Het is een vampier.

"Jumper, wij hadden je niet verwacht. Wat kunnen we voor jullie doen?" vraagt de blonde man, waarna hij eens vriendelijk lacht naar ons.

"Carlisle, sorry dat we zo onverwachts komen aanbellen. Ze hadden ons bijna en ik wist geen veiligere plek, dan hier." Legt Jumper alles kort uit en dan gebaart de man dat we binnen mogen komen. Ik pak mijn oude koffer terug op, maar blijf me toch verschuilen achter Stacy en Jumper. Met mijn koffer in mijn hand volg ik Jumper en Stacy naar binnen. Mijn vader mag dan wel een vampier zijn geweest en Jumper mag er eentje zijn, maar ik vertrouw ze toch niet. Ook al stond ik daarnet nog te popelen om ze te mogen ontmoeten. Ik voel me dankzij de slechte vampiers die achter ons aan zitten nooit op men gemak bij onbekende wezens. Het rare is echter, de man is een vampier. Waarom heeft hij dan goudbruine ogen? Jumper heeft groene ogen doordat ik hem die heb gegeven, zodat we nooit zouden opvallen tussen de mensen. Heeft hier dan nog iemand zo'n kracht, waarbij ze uiterlijke delen kunnen manipuleren? Ik pak voorzichtig Stacy haar hand vast, maar blijf me verschuilen achter het grote, brede lichaam van Jumper.

"Jumper, hey man, fijn je weer te zien." Lacht een brede jongen. Hij lijkt een beetje op Jumper van lichaamsbouw, maar het uiterlijk verschilt toch wel. Ze geven elkaar een stevige handdruk en meteen komt een lang blond meisje op ons afgelopen. Ze kijkt even twijfelachtig naar Stacy, maar geeft Jumper dan toch een knuffel. Door deze move ziet ze me verscholen achter Jumper staan en deinst ze meteen achteruit. Ze pakt meteen de jongen zijn hand vast en ik zie hoe ze er een knijpje in geeft. Ze bezorgt hem toch een bange blik, waarna ze weer naar ons kijken. Hebben zij nu bang? Van mij? Zij zijn kop en nek groter dan mij?

"Hey, fijn je nog eens te zien." Lacht ze dan toch maar en dan komt een teder meisje met zwart kort haar de kamer binnen, terwijl een asblonde jongen haar meteen volgt.

"Jumper!" Gilt ze vrolijk, terwijl ze op een menselijk tempo dichterbij loopt. Het meisje heeft meer mijn lichaamsbouw, alleen ben ik nog een kop kleiner als haar. Ik kan me heel gemakkelijk verschuilen achter het lichaam van Jumper, maar het kort, zwart harige meisje ziet me toch tussen Stacy en Jumper door kijken naar haar. Ze grijpt geschrokken naar haar mond en weet niet wat te doen. Ik voel dat iedereen hier op zijn tenen loopt en bang is voor me. Waarom ik het voel, dat weet ik niet.

"Alice, alsjeblieft?" Zegt Jumper best smekend, waarna het meisje uit een trance blijkt te ontsnappen. Ze zet terug haar vriendelijkste glimlach op en geeft Jumper een knuffel, terwijl ze mij een knipoog bezorgt.

"Je stinkt." Deelt ze dan neus op halend mee. Over vriendelijkheid gesproken?

"Naar hond." Gaat ze dan verder, waardoor Jumper even moet gniffelen. Oh, is het een inside joke?

"We werden aangevallen door de Volturi, maar ik wou jullie niet in gevaar brengen. Het plan was om naar de Canadese grens te springen en als de kust veilig was, naar hier te lopen." Begint Jumper zijn verhaal en iedereen luistert aandachtig mee. Ondertussen neem ik alles en iedereen in me op, wat Stacy duidelijk ook aan het doen is.

"De kust was veilig, want er was niemand mee gesprongen, dankzij Lucy. We begonnen de lange wandeling naar hier af te leggen, in de hoop dat ik snel kracht genoeg had om ons verder naar hier te springen." Gaat Jumper verder, terwijl ik even met mijn gave begin te voelen. Ik voel verschillende prikkelingen, maar kan het maar geen plaats geven. Dat betekend dat het een onbekende gave is, ééntje die niet lang nog onbekend zal kunnen blijven.

"Toen sprong er uit het niets één van die honden voor onze neus. Ik was niet sterk genoeg om naar hier te springen, maar ik dacht dat de honden me wel zouden herkennen. Niet dus!" Zucht Jumper geïrriteerd en ik zie iedereen even lachen.

"Toen heeft Lucy hier." Begint Jumper verder, terwijl hij mij even tussen Stacy en hem intrekt. Iedereen bekijkt me meteen van kop tot teen, maar ik verschuil me al snel weer achter hen.

"Ons naar hier gesprongen, doordat ik ooit een foto van jullie huis had laten zien. Daarom stinken wij nu naar hond." Lacht hij het laatste stukje.

"In begin is ze verlegen, maar naarmate ze jullie gaat vertrouwen komt ze losser en losser." Legt Stacy mijn gedrag uit, waarvoor ik haar nu wel kan slaan. Ze zegt gewoon letterlijk dat ik hen niet vertrouw. Daar gaat mijn cover. Thanks a lot, sis!

____________________
Hey hoi
Opbouwende critiek is altijd welkom!
Ben jij weten hoe het verder gaat?
Neem dan zeker een kijkje op maandag, woensdag en vrijdag!
XOXO
BCBlog

Call it fateWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu