Chapter 19

299 20 1
                                    

And all I could remember was us looking at the sky, and wishing for it to rain, in hopes that maybe we both could learn a little something about falling, the way the sky wrote it on the clouds.

'Renesmee.' Ik reageerde niet. 'Ness.' Ik voelde een hand op mijn schouder, gevolgd door licht geschut. 'Renesmee.' Hoorde ik opnieuw. Ik kneep mijn ogen samen en opende ze daarna. Jacob hing half boven me.
'Ik wist niet dat het zo moeilijk was om jou wakker te maken.' Zei Jacob met een opgekrulde mondhoek. Hij gaf me een kus. 'Goedemorgen.' Zei hij en rolde van me af. Ik duwde mezelf omhoog en liet mijn ogen aan het licht wennen. 'Hoe laat is het?' Vroeg ik. 'Half elf.' Antwoordde hij. Hij stond op. 'Ik heb ontbijt voor je gemaakt.' Zei hij voordat hij de woonkamer inliep. Ik bleef even zitten en keek licht verbaasd naar de sierkussens op de grond en het verwrongen dekbed. Ik grinnikte kort en stond toen op. Sloffend liep ik naar Jacob. Die aan de eettafel stond, vol met eten. American pancakes, gekookte eieren en croissantjes. 'Sinds wanneer kan jij koken?' Zei ik licht grijnzend terwijl ik ging zitten. 'Sinds heel lang, ik ben alleen te lui om te koken.' Zei hij grijnzend. 'Hmm, oké.' Zei ik terwijl ik opstond en naar de keuken liep om water te pakken. Ik ging weer zitten en pakte een croissant voordat ik realiseerde dat Jacob naar me staarde. Met de verliefdste blik ooit, geloof me. 'Wat?' Vroeg ik.
'Je bent mooi.' Zei hij.
'Oh. Dankje, denk ik.' Zei ik. Ik haatte complimentjes omdat ik nooit wist hoe ik ze moest "aannemen".
Jacob grinnikte.
'Ik ga douchen.' Zei ik nadat ik gegeten had. Jacob knikte en ik voelde zijn ogen in mijn rug branden toen ik naar de badkamer liep. Echt.

'Blijven we hier of gaan we nog weg vandaag?' Vroeg ik nadat ik gedoucht had en naar Jacob liep. Ik haalde een hand door mijn irritante natte haar. Föhn vergeten.

'Wat wil jij?' Vroeg hij. 'Dat vroeg ik aan jou.' Zei ik. Hij glimlachte. 'Wat ik denk. Is dat we thuis blijven en morgen nog een keer weggaan.' Zei hij. Hij schoof een pluk haar achter mijn oor. Dat deed hij altijd.
Ik knikte. 'Goed.' Zei ik. Jacob glimlachte en zei; 'ik ga douchen' voordat hij naar de badkamer liep. Ik keek hem na en toen om me heen. Er hing een mega tv boven de openhaard die me nog niet eens opgevallen was. De wijn van gisteravond stond nog op tafel. Ik grinnikte en pakte het op. Vervolgens zette ik het terug in de koelkast. Vervolgens goot ik de glazen leeg en deed ik ze in de vaatwasser.

Thank god dat we een vaatwasser hadden in dit huis.

Ik keek even om me heen en ging maar op de bank zitten. Wachten totdat Jacob klaar zou zijn.

Na een tijdje hoorde ik voetstappen achter me, en voordat ik om kon kijken plofte Jacob al op de bank. Hij had geen shirt aan, zoals bijna altijd, en keek me aan. 'Hallo.' Zijn mondhoek krulde omhoog. 'hoi.' Zei ik. Ik glimlachte kort en gaf hem een kus. Daarna bleef hij me aanstaren, met een kleine glimlach op zijn gezicht.

'Zullen we een film kijken?' Vroeg ik na een tijdje.
Deze oogcontact werd ongemakkelijk.
Jacob knikte, dus liep ik naar de boekenplank die in plaats van boeken dvd's had.

'Welk genre?' Vroeg ik. Jacob mompelde; 'kies maar', dus ik pakte een random dvd, horror.
'Kan je tegen horror?' Vroeg ik. Jacob mompelde een 'uhu' dus zei ik 'mooizo' en liep ik naar de tv. Ik opende de hoes om de dvd heen en stopte de dvd in de dvd-speler. Vervolgens ging ik naast hem zitten en zette ik de film aan. Hij sloeg zijn arm om me heen, en ik leunde tegen hem aan.
[]
'Je weet zeker dat dat horror was?' Vroeg Jacob toen de film afgelopen was. Ik grinnikte en knikte. 'Zekerweten' zei ik.
Het was de slechtste horrorfilm ooit.
Jacob glimlachte en zette zijn kin op mijn hoofd. 'Dat was dan een hele slechte.' Zei hij. Ik hoorde hoe hij de geur van mijn haar opsnoof. Ik grinnikte.
'Oh, mag ik niet aan je haar ruiken?'
'Jawel hoor, ga je gang.' Zei ik grinnikend. 'Was ik al van plan.'
Hij nam nog een snuif. 'Ik hoop dat je er plezier van hebt.' Grijnsde ik.
Hij haalde zijn kin van mijn hoofd en keek me aan. Een wenkbrauw opgetrokken. 'Ik heb inderdaad veel plezier van de geur van je haar.' Zei hij grijnzend. Ik grinnikte.
Intussen was het al gaan schemeren.
'Ik ga de openhaard aanzetten.' Zei Jacob nadat hij opgestaan was. Ik keek toe hoe hij hem aanstak en weer op de bank kwam zitten. Ik gaapte kort en zakte onderuit. 'Je gaat toch niet zeggen dat je moe bent terwijl je vannacht superlang hebt geslapen?' Vroeg Jacob met opgetrokken wenkbrauw. Ik schudde mijn hoofd. 'Ik ben niet moe.' Zei ik. Jacob trok zijn wenkbrauwen nu allebei op. Ik grinnikte. Ik gaf hem alleen een kus op zijn neus en stond toen op.
'Zullen we een avondwandeling maken? Ik bedoel, we zitten in een bós.' Vroeg ik. Ik móest even naar buiten. Jacob knikte. 'Prima.' Zei hij. Ik gaf een klein knikje terug en trok mijn schoenen en jas aan. En zoals altijd stond Jake op me te wachten omdat ik altijd ontzettend langzaam met deze dingen was.

'Sorry.' Grijnsde ik onschuldig. Jacob glimlachte. 'Geeft niet.' Zei hij. Hij pakte mijn muts van de kapstok en zette het bij me op. 'Het is koud buiten' zei hij terwijl hij de muts goed deed. Ik glimlachte even. 'Dankje.' Zei ik. Jacob hield de deur voor me open en liep daarna achter me aan naar buiten.

Jacob pakte mijn hand die ijskoud was, en zijn hand was superwarm, het leek wel of mijn hand smolt. Ik nam een teug adem. Het leek wel alsof ik dagen niet buiten geweest was.

We liepen zwijgend op een pad. Tussen de bomen. Geen idee waar we waren.

Ik luisterde naar alle geluiden van de dieren, maar ik stopte al snel toen ik merkte dat ik er dorst van kreeg. De laatste tijd kreeg ik steeds sneller en meer dorst, waarom? geen idee.

'Zullen we gaan zitten?' Vroeg Jacob toen hij voor een bankje stopte. Het keek uit op een stroom water. Geen rivier.
Ik knikte, want ik was om eerlijk te zijn uitgeput, terwijl we helemaal niet zo lang gelopen hadden.
Nog zo'n ding, ik was veel sneller moe. Waarom? geen idee.

Ik probeerde mijn hevige ademhaling te verbergen voor Jacob, maar hij merkte het op. Hij keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan. 'Wat is er?' Vroeg hij. Ik schudde mijn hoofd. 'N-niks.' Ik slikte en nam een diepe teug adem, waardoor het hijgen zo goed als stopte. 'Kom op, denk je dat ik je ademhaling niet hoor?' Zei hij. Ik keek weg uit zijn blik.
Ik zweeg een tijd voordat ik met tegenzin begon te praten. 'Ik weet ook niet wat het is. Sinds die ene bloedneus heb ik van die rare dingen en nu is er weer iets bij gekomen.' 'Snel buiten adem raken?' 'Snel moe worden, ja.' 'Renesmee.' Jacob draaide zijn lichaam naar me toe. 'Je moet het echt aan Carlisle vertellen.'

Nee nee nee nee nee nee nee nee nee.
Dit had Jacob al zo vaak gezegd.
Ik wil Carlisle, niemand, niet lastig vallen met mijn problemen. Ik heb al genoeg problemen veroorzaakt.
Ik ga dit niet vertellen.

Ik schudde mijn hoofd. 'Nee.' Zei ik. Jacob klemde zijn kaken op elkaar en keek weg. 'Laten we verder gaan.' Zei hij. Ik gaf een kort knikje en stond na Jacob op. Alsnog hield hij mijn hand vast, maar met minder grip dan net.

Na een tijdje werd ik weer moe. Werd ik duizelig. Licht in mijn hoofd.
Mijn blik werd wazig en ik wist niet meer waar ik moest kijken, er was niets wat ik nog scherp kon zien
Ik had zuurstof nodig. Zuurstof. Zuurstof.

Zwart.

Vote, comment & follow

Possible (DUTCH)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu