Hoofdstuk 17

48 10 0
                                    

Pov Chase

Kreunend zakte ik ineen in mijn slaapkamer. Een brandend gevoel trok door mijn lichaam heen en het deed tranen ontstaan in mijn ogen.

Wat gebeurt er toch met me?!

Het is van haar! schreeuwde Tobias door mijn hoofd heen. Je hebt haar veel te veel pijn gedaan waardoor jij het nu ook voelt. Laat mij naar haar zoeken, zodat de pijn bij jou ophoudt!

Echt niet, gromde ik kwaad naar hem. Nooit dat jij haar gaat zoeken. Je hebt haar een kans gegeven en die heeft zij verpest. Leef daar maar mee.

Ik was echt helemaal klaar met haar. Het boeide me echt geen ene reed dat ze onze mate was. Ik wilde haar afwijzen, maar dat kon alleen als Tobias het met me eens was, wat niet bepaald zo was... Toch moest ik hem overhalen. Waarom zou hij zo'n mate willen? Ze is verdwenen, dus waarom naar haar opzoek gaan? Alleen Tobias wilt haar dus waarom alleen voor hem naar haar opzoek gaan?

'Alpha!' hoorde ik Stan roepen.

Zuchtend draaide ik me naar hem om. Hij had blijkbaar al een lange tijd achter me gestaan, maar moest toch schreeuwen, want blijkbaar zat ik te diep in mijn gedachten. Bedankt Tobias! snauwde ik naar hem.

Geen dank. Doe ik met plezier.

'Wat is er aan de hand, Stan?' vroeg ik geïrriteerd terwijl ik vanbinnen met mijn ogen rolde.

'Hij was hier zonet,' mompelde hij, me niet meer aan durven te kijken. 'Hij wilt dat we naar zijn kleindochter opzoek gaan en wel nu.'

'Die vervloekte indiaan bepaald niet wat er hier gebeurt!' riep ik uit. 'Dat weet je toch ook zelf wel? Wie is jouw Alpha? Hij of ik?'

'Tobias.' Stan zei het zo zacht dat ik zelfs mijn best moest doen om hem te verstaan. Spijtig voor hem verstond ik hem ook en grommend van woede drukte ik hem tegen de muur aan. Tobias protesteerde luid in mijn hoofd dat ik zijn vriend niets aan mocht doen. Nou, dat zullen we nog wel eens zien.

Met mijn gezicht tegen de zijne gromde ik zacht: 'Hij is nu even niet bereikbaar. Dus je zult het met mij moeten doen. Zolang je daar niet meer eens bent, zal ik een andere Beta moeten zoeken. Begrijp je me?'

Stan's gezicht trok wit weg na mijn woorden. Hij knikte licht en keek naar beneden. 'Ja, Alpha.'

Pov Spirit

Met barstende hoofdpijn werd ik wakker. Ik lag in een donkere kamer in een zacht warm bed. Moeizaam bracht ik mijn hand naar mijn voorhoofd. Helemaal klam, zoals ik wel verwacht had.

Wit verband werd om mijn lichaam zichtbaar toen ik het veel te warme deken van me af sloeg. Bijna heel mijn lichaam zat in het verband gewikkeld. Het enige waar geen verband omheen zat, was mijn schouders, nek en hoofd. Verder zat elk stukje huid gewikkeld in verband.

Met veel moeite wist ik me op te richten en mijn benen over de rand van het bed te slaan. Ik wist dat ik eigenlijk in bed moest blijven liggen, maar dat kon ik gewoon niet. Het was voor mij een onmogelijke opgave om, ook al is het maar een dag, in bed te liggen en niets te doen. Wankelend kwam ik overeind, na enige tijd mijn balans weer gevonden te hebben.

De kamerdeur vloog open toen ik een stap wilde zetten. Met grote bambi ogen keek ik naar de deur waar de jongeman stond die me geholpen. Verbaasd keek hij me aan. Aan zijn gezicht zag ik duidelijk dat hij niet had verwacht dat ik al uit bed was.

'Ben je klaar met kijken?' vroeg ik terwijl ik voelde hoe mijn wangen langzaam rood werden door zijn blik.

Hij leek uit zijn tance te ontwaken en kwam op me af gelopen. 'Ik had inderdaad niet verwacht dat je al uit bed zou zijn,' zei hij toen hij voor me stil stond. 'En ik zal altijd naar je blijven kijken.' voegde hij er grijnzend aan toe.

Blozend keek ik van hem weg. 'Niet weg kijken,' zei hij als een fluistering. Zijn hand raakte zachtjes mijn wang aan, die meteen als een gek begon te tintelen. 'Ik ben al zo lang opzoek,' ging hij verder. 'Het heeft me jaren gekost om het te vinden en nu laat ik het niet meer gaan.'

Verbaasd keek ik hem aan. 'Naar wat was je dan opzoek?' vroeg ik verward. Waar kwamen al die tintelingen vandaan? Ik wilde het aan de stem vragen, maar ze leek in geen velden of wegen te bekennen.

'Naar jou,' fluisterde hij terwijl hij me helemaal tegen zich aan trok. 'Ik kan haast niet geloven dat ik je gevonden heb. Weet je dat het heel bijzonder is als we elkaar vinden?'

Licht schudde ik me hoofd. Ik kon alleen maar naar zijn stem luisteren, de woorden die hij zei kwamen eigenlijk niet bij me binnen. De tintelingen voelden fijner en vertrouwder bij deze jongeman die ik pas net kende, waar ik nog niets van wist, dan die wolf Tobias. Als ik eerlijk was, ik ben ergens wel blij dat ik toch niet bij hem hoorde. Zijn wolf was heel eng.

'Zullen we gaan ontbijten?' vroeg hij zacht terwijl hij me nog dichter tegen zich aan trok. Mijn maag begon te knorren toen hij dat vroeg en hij moest lachen. Zijn lach was heerlijk om naar te luisteren en het werke aanstekelijk.

Samen liepen we naar beneden, allebei nu met een slappe lach.

Wat is dat nou??????
Nu snap ik er niets meer van ;p

Heeft iemand leuke naam voor de jongeman??

Never ExpectedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu