Hoofdstuk 35

50 10 1
                                    

Terugblik hoofdstuk 25 laatste gedeelte voor het geval je het niet meer wist:

Pov Tobias

Versuft werd ik wakker. Verbaasd keek ik om me heen. Wat doe ik op de grond in het bos? Kreunend kwam ik overeind. Wat is er gebeurt?

Remmend voetstappen kwamen mijn richting op. 'Tobias!' Stan knielde bij me neer en keek me bezorgd aan. 'Gaat het wel?'

'Ja,' glimlachte ik licht naar hem. 'Wat is er gebeurt?' Alles in mijn hoofd was een dikke witte mist en ik kon me niets meer herinneren van de afgelopen paar dagen. 'Ik kan me echt niets herinneren van wat er de afgelopen dagen is gebeurt en iets zegt mij dat ik het eigenlijk ook niet wil weten.'

Stan haalde opgelucht adem. 'Er is eigenlijk niets gebeurt.' zei hij terwijl hij me omhoog hielp. 'Laten we terug gaan en verder gaan. Misschien is het handig als je voor een paar dagen rust neemt.' ging hij verder toen ik wankelend steun bij hem moest zoeken.

'Ja, dat is inderdaad geen slecht idee.' mompelde ik.

We strompelden langzaam door het bos en ik zag verschillende roedelleden naar me kijken. Ook rook ik een geur van verbrand hout. Toen ik aan Stan wilde vragen waarom het daarnaar rook, zag ik hem al met zijn hoofd schudden.

Verbaasd en fronsend keek ik weer voor me uit. Waarom zou hij het me niet willen vertellen? Ach, wat maakt het eigenlijk ook uit. Stan weet wel wat wel en niet belangrijk is.

Ik had me net op de bank laten ploffen toen een van mijn wachters binnen kwam gestormd. 'Er is een onbekende wolf op ons territorium gesignaleerd Alpha,' zei hij terwijl hij me aankeek.

'Vertel me iets over hem of haar,' zei ik. Het verbaasde me dat ik nog niet overeind was gesprongen en opzoek was gegaan. 'Was hij of zij gewond?'

'Ze is inderdaad gewond Alpha,' zei mijn wachter. 'Ze bleef steeds maar herhalen dat haar zusje er niets aan kon doen, volgens Ray. Hij brengt haar deze kant op. Moet ze richting de kerkers?'

'Nee,' zei ik meteen. 'Breng haar naar een van de kamers boven. Ik hoor wel wanneer ze verschijnt.'

Pov Tobias

'Alpha!' werd er door mijn wachter Ray geroepen. 'Ik heb haar naar de kamer gebracht zoals u had opgedragen. Ze slaapt voor nu dus ik denk dat het handig is om haar morgen op te zoeken?'

Grommend keek ik hem aan. Het is dat hij een vraagteken achter die zin had gezet, want anders had hij nu in de ziekenboeg gelegen. 'Jij zegt mij niet wat ik moet doen,' gromde ik naar hem. 'Maar bedankt voor het zeggen en ik zal er rekening mee houden.' Ik zuchtte eens diep en keek even naar de vermoeide man die zijn hoofd eerbiedig had gebogen. 'En neem voor de rest van de week vrij. Dat heb je wel verdient na dit meegemaakt te hebben.'

'Dank u Alpha.' zei hij dankbaar voordat hij mijn kantoor verliet.

Peinzend bleef ik voor even naar de deur staren. Ik wist ergens wel dat Ray gelijk had, maar ik wilde zo graag weten wie het meisje was en waarom ze het steeds herhaald had, dat ik al in de gang liep waar zij verbleef, voordat ik überhaupt wist waar ik mee bezig was.

Met een ruk stond ik stil toen ik besefte dat ik nog helemaal niet wist wat ik nou tegen haar zou zeggen. Wat moest ik eigenlijk tegen iemand zoals haar zeggen? Moest ik zeggen dat ze zodra ze genezen was moest opflikkeren? Of moest ik zeggen dat ze hier welkom was? Of...

Hou gewoon op met zeiken en ga naar binnen! gromde Chase ongeduldig in mijn hoofd.

Heel langzaam legde ik mijn hand op de deur klink. Mijn hart bonsde in mijn keel. Waarom? Waarom werd ik nu zo zenuwachtig? Er was niets om zenuwachtig om over te zijn. Toch?

Never ExpectedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu