Hoofdstuk 54

22 5 2
                                    

Pov Spirit

Een beangstigend gevoel bekroop me toen Zayne na een paar uur nog niet terug was. Wat ik wel moet toegeven, is dat ik eigenlijk ook niet echt op hem gelegd heb. Ik was te afgeleid toen ik door kreeg dat het echt m'n zus was. Nooit had ik gedacht dat ik haar terug zou zien, dus mijn eerste instantie was dan ook dat ik dacht dat zij het niet was. Ik had iedereen vermoord voordat ik de controle over mijn lichaam terug had gekregen en was toen weggevlucht.

Nu ik me dat bedenk, ik had ook geen tijd gehad om naar overlevenden te zoeken. Misschien was mijn zus dus wel overlever en was ze ook weggevlucht en nadat ze weer genezen was, naar mij opzoek gegaan. Dat moest ik maar eens navragen.

Maar daar dacht ik in eerste instantie helemaal niet aan. Ik was en ben bezorgd om Zayne. Ik wist niet of ik hem moest gaan zoeken. Mijn blik gleed telkens van het bos, waar Zayne was ingegaan, en onze welpjes die bij Joan lagen.

Ik durfde de welpjes niet alleen te laten, ook al was ze mijn zus. Stel dat er andere wolven waren, die zouden dan geheid onze welpjes doden.

Spirit relax, zei Joan kalmerend tegen mij. Ik zal je vriendje wel gaan zoeken, dan kan jij bij je welpjes blijven en beschermen tegen gevaar. Als wolven me namelijk zouden zien met jouw welpen, dan heeft iedereen een probleem.

Dankje Joan, zuchtte ik opgelucht. Je weet niet half hoe radeloos ik was de laatste paar minuten.

Joan stond glimlachend op. Ik weet het Spirit, daarom ga ik je ook helpen. Je weet dat ik er niet tegen kan als een familielid in de problemen zit, en helemaal niet als ik er ook nog wat voor kan doen.

Echt bedacht. Hier ga je geen spijt van krijgen! Breng hem alsjeblieft veilig terug.

Joan draaide zich om naar het bos. Met een "ik beloof het je" rende ze het bos in.

Pov Joan

Ik voelde me rot toen ik het bos in rende. Schuldgevoelens knaagden aan me, maakte me gek van binnen, omdat ik dingen moest doen waar niemand het mee eens kon zijn. Em het ergste was nog, ik bedroog nu mijn kleine zusje.

Zij dacht dat ik nu naar Zayne toe ga, dat ga ik ook, maar ik breng hem niet terug. Lynxen zijn een gevaar voor de natuur, dat heb ik eerder meegemaakt met die drie rood bruine.

Zij hadden al vele doden op hun geweten en maakten het alleen maar erger. Ze bleven moorden, vooral de kleinste. De reden is nog steeds onbekent, waarom zij zo boos was. Geen van drie hadden iets losgelaten over de gebeurtenissen. Ze zijn verhongerd, als laatste poging om hen te laten praten, maar geen van drie had een woord losgelaten.

Ik voelde geen spijt om wat mijn pack en ik hadden gedaan. Ik was niet iemand die meeleefde met een ander. Die berouw toonde en genade gaf aan iedereen die het nodig had. Al mijn gevoelens waren uitgeschakeld nadat Spirit ons kamp had vernielt.

Nadat ik was gebeten door een wolf en zelf zo'n monster was geworden. Die had ik ook tegrazen genomen. Toen ik emaal had geleerd om met mijn wolfkant om te gaan, had ik hem in koude bloede vermoord.

Herinnering
'Ik wist wel dat je het kon.' zei Rich trots toen het me eindelijk was gelukt om te veranderen zonder pijn. 'Ik denk dat je het nu wel onder controle hebt.'

Hij kwam trots op me afgelopen. Spinnend drukte hij zijn kop in mijn nek. 'Je hebt het me goed geleerd.' grijnsde ik toen we elkaar aankeken. 'Maar ik kan nooit met deze kant van mezelf leven.'

'Hoe bedoel je dat, Joan?' vroeg Rich verbaasd. 'Mijn vader had je gebeten zodat je niet dood ging van de verwondingen.'

Meteen dacht ik terug aan het moment dat zijn vader me vond. Bloedend en meer dood dan levend onder de tentdoeken van de tent waar ik altijd sliep. Hij had me meegenomen naar hun pack, waar hij me tot wolf had gebeten toen de doktoren hadden gezegd dat ik te zwak was om het te overleven.

'Dat weet ik ook wel Rich,' zei ik, me beseffent dat ik nog geen antwoord had gegeven. 'Maar toch weet ik dat ik hier niet thuis hoor. Ik moet mijn zusje zien te vinden.'

Ik vond het vreselijk om tegen hem te moeten liegen. Ik wist niet eens of mijn zusje nog leefde. Het ging me vooral om wraak voor dit lot en die zal ik krijgen ook.

'Zeg dan in ieder geval vaarwel tegen mijn vader.'

'Ja, dat zal ik doen.' Hij hoefde natuurlijk niet te weten dat ik dat allang van plan was geweest, maar dat hij de hele wereld vaarwel kon zeggen in plaats van alleen tegen mij.

'Ik zie je hopelijk ooit nog wel.' zei Rich voordat hij veranderde en wacht ging lopen.

Nog even keek ik hem na terwijl hij tussen de bomen door verdween. Met meer moeite dan ik dacht, draaide ik me in de richting van de man die me had veranderd.

Het is tijd voor wraak.

Het duurde misschien vijf minuten voordat ik het huis bereikt had. De adrenaline pompte door mijn lijf heen. Ik wilde hem diep in mijn hart sparen, omdat ik de vader van Rich vermoord, maar dat gevoel verdween al snel toen ik dacht aan wat die man me had aangedaan.

Zonder geluid te maken liep ik de veranda op. Verbaasd keek ik naar de deur die open stond. Sinds wanneer laat hij zijn deur open staan? was de eerste reactie toen ik het opmerkte.

Nog voorzichtiger dan ik al was, liep ik verder het huis in. Een geur van bloed e verrotting kwam mijn kant al op. Rekenent op alle gevaren volgde ik het spoor.

Het spoor leidde naar de woonkamer waar ik een grote ravage aantrof. Heel de kamer lag overhoop, alsof hier een groot gevecht was geweest. De bank was kapot gescheurd door grote nagels en de tafels waren allemaal kort en klein geslagen. Ook de lades van alle kastjes waren open getrokken. Iemand zocht duidelijk iets.

Bloed. Spetters en vegen. Afdrukken van handen, voeten en poten waren zichtbaar. Ik liep voorzichtig naar de muur met de meeste afdrukken.

Geschrokken sprong ik achteruit toen ik een man, gehaverd en onherkenbaar, dood op de grond zag liggen. Was dit Rich zijn vader?

Rich! mindlinkte ik hem. Iemand heeft een ravage aangericht in je vaders huis! Er ligt hier een man, maar ik kan niet zien wie het is.

Ik kom eraan, was zijn korte antwoord. Ik kon niet uit zijn toon opmaken wat hij van dit nieuws vond.

Terwijl ik op hem wachtte, besloot ik alvast verder op onderzoek te gaan. Een kleiner en dunner spoor leidde weg van de man. Ik wilde weten waar die uit kwam.

Dat spoor leidde naar de keuken, waar nog een lichaam lag, maar hij leefde nog wel. Ik liep op hem af en boog over hem heen. Het was de vader van Rich!

Zijn ogen keken me dof aan en uit zijn wonden stroomde veel bloed. Hij had bijna overal wel wonden, maar was minder gehaverd dan die andere man. Zijn ogen keken me verbaasd aan, alsof hij niet had verwacht dat er iemand nog zou komen.

Grijnzend keek ik hem aan toen ik de hoop in zijn ogen zag. 'Het spijt me,' zei ik zacht bij zijn oor. 'Maar ik ben hier niet om je te helpen.'

Met die woorden stak ik mijn scherpe nagels door zijn nek. Binnen enkele tellen was hij dood geweest.
Eind herinnering

Een naar gevoel overviel me nu ik er zo aan terug dacht. Vooral Rich zijn reactie toen hij mij bij zijn vader zag zitten met een bebloede hand, zal ik nooit vergeten.

Zijn blik met die woede en verdriet door elkaar heen, zal ik nooit meer vergeten. Zijn blik blijft me achtervolgen in mijn slaap en laat me die dag telkens weer opnieuw en opnieuw beleven.

Heeyy people :)
Ik leef nog (gelukkig)
Weer een hoofdstukje. Dit keer een klein stukje over het leven van Joan.

Zouden jullie het leuk vinden als ik dit soort herineringen ook bij andere personages toe pas??

Dit jaar blijf ik zitten :( maar dat betekent over het algemeen wel dat ik meer zou kunnen schrijven.

Fijn vakantie allemaal en ik zal proberen vaker te publiceren.

Groetjessss

Never ExpectedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu