18. Mijn monster

1.2K 43 9
                                    

Met grote ogen staar ik het monster aan. Hoe is het mogelijk dat zij ooit mijn dochter is geweest... Ik houd mijn mes stevig op Angels keel, ervoor zorgend dat ze hopeloos vast zit. Tranen vormen zich in mijn ooghoeken. Ik moet het afmaken. Ik heb dit monster gemaakt, en ik zal degene zijn die het doodt. En daarna... Daarna is het tijd dat ik mezelf straf. Precies hoe ik mijn man heb gestraft. Mensen zoals mij verdienen het niet om te leven.

Maak het af... Moeder...

Ik kijk richting Angel, die me uitdagend aankijkt. Zelfverzekerd, alsof ze er niet mee zit dat ze zo zal sterven. Of... omdat ze denkt dat ik het niet zal afmaken

"Je denkt dat ik niet sterk genoeg ben..."

Nee moeder. Ik weet dat je niet sterk genoeg bent...

Woede borrelt in me op. Angel is niet langer mijn dochter. Angel is niet meer de Angel die ze was. Ze is niet meer het onschuldige meisje wat ze was. Dat heb ik geweten sinds ik haar kamer op kwam gelopen terwijl Angel zelf bij Theo was. Overal lag bloed. De muur. Haar bed. De vloer...

Wat is er moeder? Denk na, en leg dat mes neer. Het past niet bij je...

Ik kijk naar het mes dat tegen Angel hals ligt. Een dun straaltje bloed loopt langs het mes. Ze heeft gelijk. Mijn greep verslapt bij het zien van mijn dochters bloed. Het past niet bij me.

"Angel..."

Langzaam laat ik mijn mes zakken. Tranen stromen over mijn wangen. Ik zak op mijn knieen en mijn mes rolt langzaam uit mijn hand.

"Ik kan het niet..."

Je bent misschien wel een monster.

Geen zorgen moeder...

Maar je bent wel mijn monster...

Angel volgt met haar vinger de snee in haar hals. Een druppel rode vloeistof blijft aan haar wijsvinger hangen. Ze kijkt ernaar alsof het een prachtig verschijnsel is, en langzaam valt de druppel op de grond. Het bloed valt op de grond, en spat uiteen.

Ik kan het wel...

Plotseling rent Angel naar voren, en grijpt het mes. Voordat ik het weet voel ik een steek in mijn hart. Mijn zicht wordt waziger, en ik voel een onbeschrijfelijke pijn in mijn hart.  dan kijk ik naar de bloedspetter op de grond. De bloedspetter die Angel, mijn dochter zo mooi vond.

Ik kan er niks aan doen, maar na al die tijd. Na alle gruwelijke dingen die ze heeft gedaan. Hou ik nog steeds van haar.

Het laatste wat ik zie voor ik voorgoed mijn ogen sluit, is de gruwelijke glimlach van mijn dochter, die geniet van mijn dood, en mijn bloed. Ik lach mee, en doe mijn ogen dicht.

Want wie wil er nou niet dat je bloedeigen dochter gelukkig is?

AngelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu