55. Straf

228 18 2
                                    

Jody~
Alles is wit. Alles is leeg.
Waar ben ik?
Ik probeer me te bewegen wanneer ik me besef dat dat niet kan. Niet omdat ik vastzit, of omdat ik verlamd ben ofzo, maar omdat er niets is wat ik kan bewegen. Ik heb simpelweg geen lichaam. Het voelt hier vredig. Rustig. Alles is leeg. Ineens zie ik een duisternis aan komen glijden. Middenin die duisternis zie ik het lichaam van de ware vorm van Demon. Dezelfde verminkte jonge man die ik eerder bij Angel's lichaam had zien staan. Wanneer de duisternis mij had bereikt voelde ik koude rillingen door mij heen gaan. Een brandend gevoel van haat sijpelde door mijn lichaam.
Jody. Het spijt me.
Demon's stem weergalmde door de duisternis. Zijn lippen bewogen niet, maar toch sprak hij.
Ik wilde alleen Angel. Ik wil terug naar de levenden. Alleen zij kan daarvoor zorgen.
Ik snapte het niet. Hij leek nu gewoon een normale jonge man, niet het monster wat Angel had aangevallen.
Waarom kan alleen Angel daarvoor zorgen? Waarom blijf je niet hier?
Voel je het niet?
Demon gebaarde om zich heen. Ik wist meteen wat hij bedoelde. De woede, de haat in deze duisternis voelde zo puur. Ik wist zeker dat wanneer je hier te lang zou blijven dat je gek zou worden, waanzinnig of zwaar ongelukkig. Ik keek naar het heldere gedeelte.
Ga naar het licht. Daar is het vredig.
Demon schudde zijn hoofd.
Dat kan ik niet. Dat is mijn straf. Vrede zal voor mij altijd net buiten bereik zijn. Chaos is mijn element.
Ik keek naar Demon. Op zijn gezicht waren geen tranen te zien, maar zijn ogen waren rood en hij zag er ongelukkig uit.
Wie heeft jou deze ziekelijke straf gegeven? Wat heb je misdaan?
Demon antwoorde niet. Hij bleef me enkel aanstaren.
En waarom kan alleen Angel je redden?
Demon wende zijn blik af. Even leek het alsof hij niet zou antwoorden, maar dat deed hij toch.
Zij is familie. Alleen zij is bloedgeralteerd, en geboren tijdens een bloedmaan. Alleen zij kan mij redden.
Ik liet het even tot me doordringen. Familie? Bloedmaan? Ik schudde de gedachten van me af. In plaats daarvan keek ik naar de duisternis om Demon heen, die uit hem leek te komen. Dat was wanneer het tot me doordrong.
Demon... Heb jij... jezelf deze straf gegeven?
Demon keek me geschokt aan, maar knikte toen langzaam. Na een paar minuten stilte begon Demon te spreken.
Toen mijn ouders vermoord werden kon ik niks doen. Ik kon alleen kijken. Alleen al dat feit is genoeg voor deze straf. Toen ik ouder was liep ik hem tegen het lijf.
Hem?
De moordenaar. Ik rende achter hem aan. Ik had hem bijna! ik was overal op voorbereid. Overal behalve dat. Wat het was weet ik niet. Maar een ding weet ik wel.

Ik stierf.
Over Demon's wang lopen tranen. Opeens komt zijn gezicht mij bekend voor.
August?...
Abrupt draait Demon zijn hoofd en kijkt mij aan.
HOE KEN JIJ MIJN ECHTE NAAM?!?
Geschrokken ga ik achteruit. Dan herpak ik mezelf.
Jouw zaak. August Waterman aangereden 21 jaar oud. Achtervolgde ene zekere Dwain Zomers, na het ongeluk opgepakt en levenslang gekregen voor verscheidene moorden. Ik heb deze zaak laatst nog doorgelezen voor research.
Demon's ogen werden groot. Hij viel op zijn knieen en hield zijn handen voor zijn ogen.
Nee... Het was al voorbij? Dus... al die tijd... VOOR NIETS?!?
Ik krimp ineen door de plotselinge uitbarsting. Dan wordt het ineens rustig. Ik voel de kalmte van de witte leegte weer. Wanneer ik weer opkijk zie ik dat de duisternis is verdwenen. Dem- nee... August zit nog steeds op zijn knieen en huilt tranen van vreugde. Langzaam vervaagd hij, hij wordt steeds onduidelijker en waziger.
Eindelijk...
Net voor hij volledig verdwijnt herriner ik me mijn originele doel.
WACHT!
August kijkt op en lacht naar me.
Wat ga je doen met Angel?

Geen zorgen.

Ik zal het afhandelen.

AngelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu