23. Verlost

1.1K 43 2
                                    

Ik hang nu al twee weken in dit benauwde donkere hok. De enige momenten dat ik licht zie is als er eten naar binnen wordt geschoven. Mijn menu bestaat uit droog brood en water. Omdat men te bang is om mijn ketenen los te maken, moet ik als een of ander wild beest zonder handen eten. Mijn polsen en enkels zijn bebloed door de ketenen die veel te strak zitten. Het stilhangen maakt me moe, en verlies langzaam de zin om mijn bewakers tegen te spreken. Ik ben niet langer Angel, de gevreesde moordenaar. Nu ben ik niets meer als een hopeloos meisje. Een levenloze pop. Ik zucht en laat mijn hoofd moedeloos hangen.

"Heb je Angel nog gehoord?"
"Nee, zou ze het opgegeven hebben?"
"... Ik ga kijken."

Ik hoor dat de deur opengaat, en zie een klein straaltje licht naar binnen vallen. Geen energie hebbend om op te kijken, kreun ik zachtjes. Even blijft het stil, maar daarna sluit de deur weer met een doffe klap.

"Het lijkt wel alsof ze niet meer in leven is... Ze ziet er zo gehavend en zielig uit, dat ik haar het liefst gewoon zou laten gaan..."

Normaal zou ik een plan bedenken om te ontsnappen, of die vervelende bewakers in hun broek laten piesen van angst. Maar vandaag... Ik zucht. Ik heb gewoon geen zin meer...

-------------------------------------

3 dagen later

-------------------------------------

"Angel wakker worden!"

sloom hef ik mijn hoofd op, en kijk mijn bewaker aan.

"Je wordt overgeplaatst naar een andere cel"

verbaasd knipper ik met mijn ogen.

"W-waarom? En waarheen?"

Mijn bewaker blijft stil, maar maakt dan mijn ketenen los. Niet genoeg energie hebbend om te blijven staan, zak ik door mijn knieen. Ik kreun zachtjes. Dan til ik voorzichtig mijn handen op. De afdruk van de ketenen zitten diep in mijn polsen gedrukt. Ik draai rondjes met mijn handen en beweeg voorzichtig mijn vingers. Een lachje speelt om mijn lippen. Dat ik ooit zo blij zou zijn, alleen maar omdat ik mijn handen kan bewegen... Een beetje aarzelend kijk ik naar mijn enkels, die zwaar gehavend zijn, en onder het bloed zitten. Ik had niet zo moeten worstelen met die stomme ketenen... Voorzichtig ga ik staan, maar zak meteen door mijn enkels heen. Gelukkig vangt mijn bewaker me op.

"Bedankt..." zeg ik met een schorre stem. Eindelijk ben ik verlost... De bewaker knikt, en tilt me dan voorzichtig op.

"Je wordt overgeplaatst naar een andere stad."

Dan loopt hij de deur uit, een ik wordt verblind door het felle licht. Verbaasd knipper ik met mijn ogen als ik iets anders zie dan ik had verwacht. In plaats van de cellenrijen en vele bewakers die ik dacht dat er waren, is alles verrassend wit en leeg. Tegenover mijn cel zit een raam, waardoor ik naar buiten kan kijken. Ik tik mijn bewaker aan, en trappel met mijn voeten. Hij begrijpt de hint en zet me voorzichtig op de grond. Terwijl hij me ondersteunt bij mijn schouder, strompel ik snel naar het raam toe. Een zacht lachje weerklinkt door de lege witte gang.

"Gek, dat het me minder dan twee weken heeft gekost om te vergeten hoe het is om vrij te zijn..."

Aan het einde van de gang komt Jody aanlopen, en meteen verduisterd mijn blik. Zij heeft mij dit allemaal aangedaan... Als ik ooit vrijkom, dan is ze er geweest...

"Hallo Angel, alles goed?"

Ik draai mijn hoofd weg en kijk naar het plafond. Overal hangen camera's, die zich meteen aanpassen aan elke beweging die ik maak. Ze laten me gewoon denken dat ik alleen ben... Ik durf te wedden dat er achter een van deze deuren een strijdmacht klaarstaat, die met het kleinste teken van geweld op me afstormen, en me tegen de grond zullen knuppelen. Ik zucht. Ik had ook weer te veel hoop...

"Waar ga ik heen?"

Jody kijkt ook het raam uit, en staart in de verte.

"Ergens waar je niemand kwaad kan doen."

Ik kijk naar de wonden die de ketenen op mijn polsen hebben achtergelaten. Ik houd ze omhoog en laat ze aan Jody zien.

"Kon ik dat nu wel dan?"

Jody lacht een beetje schaapachtig, en seint dan naar mijn bewaker. Hij knikt en tilt me weer op. Dan loopt hij de lange witte gang uit, terwijl Jody ons weer achterlaat. Ik sluit mijn ogen en luister naar de regelmatige ademhaling van mijn bewaker. Ik luister hoe hij ritmisch loopt, waardoor ik zachtjes heen en weer wieg. Wanneer hij plotseling stilstaat, open ik mijn ogen, en kijk hem verbaasd aan. Hij knikt naar voren en zet me voorzichtig neer. Voor ons staat een grote deur, die leidt naar een grote open vlakte. Op die vlakte staat Jody op ons te wachten. Ik open de deur en snuif de frisse lucht op. Een onschuldige lach verschijnt op mijn gezicht en ik giechel zachtjes. Ik voel hoe ik langzaam weer energie krijg en mijn levenslust keert terug.

Nu nog iets bedenken om van Jody af te komen...

AngelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu