19. Afscheid

1.2K 39 0
                                    

Verafschuwd kijk ik naar het lichaam dat voor mij ligt. Waarom moeder. Waarom moest je lachen?.. Ik schud mijn hoofd en geef het lichaam een harde schop, zodat het niet meer in de weg ligt. Chagerijnig loop ik erlangs en ga naar de keuken. Waarom zou ze eigenlijk willen lachen? ik bedoel, hallo! je gaat dood? En het ging niet geheel volgens plan... Ik pak een pan uit de onderste lade en zet het gasfornuis aan. Even later ligt er een lapje spek, en een ei in de pan te bakken. Ik pak een mes en begin een appel in stukjes te hakken. Ik merk dat ik steeds harder het mes laat neerkomen, en op een gegeven moment sla ik door de snijplank heen. In het keukenblad eronder zit een diepe snee. Woedend kijk ik naar de twee losse stukken snijplank die nu voor me liggen. Ik haal het mes uit het keukenblad, en gooi het weg. Dan loop ik naar het fornuis, en haal mijn ei van het vuur. Ik smijt het op een bord en loop naar de huiskamer. Zuchtend ga ik op de grond zitten, en begin smakkend te genieten van mijn eten. Zonder dat ik het wil denk ik terug aan de tijd dat ik nog onschuldig en klein was.

'Angel sluit je mond als je aan het eten bent, en niet smakken!’ Lachend stak ik mijn tong uit. 'Jij bent niet de
baas over mij!'

Ik schud mijn hoofd en verdrijf de gedachte, meteen daarna begin ik nog harder te smakken. Vanuit mijn ooghoek staar ik naar het bleke lichaam van mijn moeder, dat in een plasje bloed ligt. Ik steek mijn tong uit en lach.

"Jij bent niet de baas over mij!"

Ik voel een traan opkomen terwijl ik doelloos naar het overgebleven voedsel op mijn bord kijk.

"Dat ben je nooit geweest..."

Langzaam druppelt er een traan op mijn spek. Snel veeg ik het weg, en stop het spek in mijn mond. Ik wil niet huilen om moeder. Ik ga NIET huilen voor haar. Ze is het niet waard. Niemand is mij waardig. Ik sta op en draai mijn hoofd nog een laatste keer naar moeder. Dan draai ik me om en loop weg. Nadat ik de huiskamer uitgelopen ben voel ik tranen branden in mijn ooghoeken, maar no way dat ik ze laat gaan. Ik loop naar de voordeur, en leg mijn hand op de deurklink.

"Dag moeder. Dag vader."

Met een diepe zucht open ik de deur en stap naar buiten. Ik kijk met een trieste blik naar de vloer, wanneer een harde stem mij plots laat opschrikken.

"KOM NAAR BUITEN MET JE HANDEN OP JE HOOFD! LAAT EVENTUELE WAPENS METEEN VALLEN! JE KRIJGT MAAR EEN WAARSCHUWING!"

Ik laat mijn armen hangen, en hef mijn hoofd op, alleen maar om te zien dat de loop van een geweer op mij gericht staat.

Shit...

AngelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu