-6-

57 4 3
                                    

'Hé Roos, fijn dat je er bent schatje, ik heb even iemand nodig die me helpt met mijn kleding voor vanavond'. Ik sta lachend op en loop met Sander mee naar boven. Hij heeft een mooie ruime kamer en ik plof op zijn grote tweepersoonsbed neer. 'Nou meneertje vertel eens, wat heeft u in de aanbieding?' zeg ik gekscherend tegen hem. Sander trekt zijn kast open en laat me even rondkijken. Al snel vind een leuk shirt wat hij volgens mij nooit eerder aangehad heeft. 'He Sander, deze is leuk' zeg ik terwijl ik het shirt omhoog houd. Sander kijkt me lachend aan 'die had ik bewaard voor een speciale gelegenheid, maar ik denk dat dat vanavond gaat worden.' Sander trekt het shirt aan, hij ziet er leuk uit. Eigenlijk is hij wel het type waar ik op zou vallen bedenk ik me, maar ja het is en blijft Sander. Hij komt naast me liggen op zijn bed en we praten gezellig over vanavond, wie er meegaan, wat ik aan moet doen en over opbloeiende liefdes. Ik vraag hem of hij iemand op het oog heeft, Sander begint te blozen. Net op het moment als ik wil vragen wie de gelukkige is roept Eveline van boven 'Jongens, we gaan eten! Kom naar beneden!' Ach, dat komt later ook wel denk ik. Ik spring op Sanders schouders en hij tilt me de trap af. Het eten is heerlijk en gezellig, ik begin steeds jaloerser te worden als ik hier ben.

Om 11 uur wordt er aangebeld, het zijn Eva, Marije en Tom. Ze zouden ons op komen halen om naar Fire te gaan. Ik spring bij Sander achterop zijn fiets en we fietsen naar Fire. Ik heb me in geen tijden zo vrolijk en onbezorgd gevoeld. Gelukkig slaat mijn stemming over op de anderen en hebben we binnen de kortste tijd de grootste lol. In Fire gaan Eva en ik meteen helemaal los, we dansen of ons leven ervan af hangt. Iedereen schijnt ons gedans aanstekelijk te vinden en al snel zijn we allemaal op de dansvloer te vinden. Na een tijdje dansen heb ik het gevoel dat ik er erg bezweet uitzie dus loop ik even naar de wc. Dan zie ik hem. Eerst denk ik dat ik me het verbeeld, maar hij is het echt. Hij kijkt me aan, met boze donkere ogen. Hij komt op me afgelopen. 'Zo Roos, wat ben jij hier aan het doen?' 'Feesten, dat zie je toch' antwoord ik boos. Ik wil niet dat hij mijn avond verpest, ik wil niet dat hij mijn leven verpest. 'Rot op!' wil ik naar hem schreeuwen, maar ik weet dat dat het stomste is wat ik kan doen. 'Ben je vanavond thuis Roos'? 'Nee ik slaap bij Sander, antwoord ik geïrriteerd'. Dan besef ik hoe stom ik ben geweest, dat had ik nooit moeten zeggen. Ik weet hoe hij is, niks kan hij van me hebben, hij is zo jaloers als wat. Dan voel ik een harde klap in mijn gezicht en wordt alles zwart voor mijn ogen.

Highway to HellWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu