-39-

15 1 1
                                    

Maar toen ik mijn mobieltje wilde pakken kwam ik erachter dat mijn polsen vastzaten. Met al mijn kracht en lenigheid probeerde ik mijn handen zo te draaien dat ik bij mijn broekzak kon. 'Wat ben jij aan het doen?' klonk de stem van Nick ineens. 'Lig eens stil, je komt hier toch niet uit' Jij moest eens weten, dacht ik bij mezelf. Na een hele tijd prutsen kreeg ik mijn mobieltje uit mijn zak. Ik kon niet zien wat ik deed maar klikte op goed geluk op een paar knopjes. Ik wist waar laatste oproepen zaten en drukte toen op het groene telefoontje. Nu moest ik Nick iets laten zeggen, bedacht ik me. Dan zou degene die ik belde erachter komen dat ik in gevaar was. Ik schopte weer tegen Nicks stoel aan en begon een piepend geluid te maken, meer kwam er niet uit door de prop in mijn mond. 'Roos, hou verdomme je mond dicht en lig stil! Je komt hier toch niet uit en dat weet je best. Wacht nou maar rustig, ik vertel je straks wel wat ik van plan ben' zei Nick dreigend. Dit moest genoeg zijn dacht ik en drukte op het rode telefoontje. Ik probeerde me te herinneren wie ik voor het laatst gebeld had, diegene had ik nu als het goed was ook gebeld. Ineens wist ik het, het was Thom! Het had niet beter uit kunnen komen, Thom wist van mijn gedoe en zou na dit gesprek zeker de link leggen met Nick. Ik begon een beetje hoop te krijgen dat dit misschien goed zou komen. Ondertussen voelde ik dat de auto gestopt was. 'Eruit jij' hoorde ik Nick zeggen. Hij trok me aan mijn benen de auto uit waardoor ik met een pijnlijke klap op de grond bellandde. Waar waren we?

Highway to HellWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu