-13-

23 1 1
                                    

Sander en ik zitten een tijdje zwijgend voor ons uit te kijken, verzonken in onze gedachten. Eigenlijk durf ik niet na te denken, over de gevolgen van dit alles. Ik wil er niet aan denken wat er kan gebeuren, wat ik gedaan heb. Maar ik voel me wel opgelucht, dat ik het eindelijk aan iemand verteld heb. Dat het niet meer mijn probleem is, dat ik mijn geheim eindelijk met iemand kan delen. Want ik weet zeker dat Sander me hier niet mee laat zitten, we zijn tenslotte vrienden. Uiteindelijk verbreekt Sander de stilte en zegt; 'Jezus Roos, ik weet niet wat ik hierop moet zeggen. Wat een vreselijk verhaal! Hoe kan ik je hier in godsnaam mee helpen? Wat kan ik doen?' Dit is mijn kans, ik moet Sander er nu van overtuigen dat hij dit aan niemand mag vertellen. Aarzelend begin ik; 'Lieve Sander, je hebt me al heel erg goed geholpen door alleen maar naar mijn verhaal te luisteren. Ik ben zo blij dat ik er nu niet meer alleen voor sta. Maar nu moet je me iets beloven dat waarschijnlijk heelmoeilijk voor je is. Het is voor mij ontzettend belangrijk dat je dit aan niemand, echt aan niemand verteld...' Sander kijkt me met grote ogen aan 'Maar Roos, hoe kan je dat van me vragen? Je zit diep in de problemen, ik kan nu toch niet alleen maar toekijken en niks doen?' 'Dat vraag ik ook niet van je Sander, ik wil alleen maar dat je dit aan niemand verteld, we moeten samen een oplossing proberen te vinden.' Sander kijkt me ongelovig aan, maar ziet aan mijn wanhopige blik dat hij geen andere keus heeft. 'Oké Roos, maar als dit uit de hand loopt dan moet je me beloven dat we naar de politie gaan.' Ik knik langzaam, Sander heeft gelijk. Ik probeer maar niet aan de gevolgen van dit gesprek te denken, geen angst te voelen. 'Sander, ik wil niet meer naar huis. Mag ik alsjeblieft hier blijven slapen?' vraag ik tot mijn eigen verbazing. Sander knikt en neemt me mee naar boven, hij stopt me in zijn bed en gaat op de rand zitten. Hij kan het volgens mij nog niet geloven wat er allemaal gebeurd is. Hij is niet de enige, ik kan het zelf ook niet geloven. Dat ik dit echt aan Sander heb verteld, hoe stom kan ik zijn? Natuurlijk komt Nick erachter, hij weet altijd alles. En dan kan ik het wel schudden, ik ga eraan. Ineens raak in volledig en paniek en begin te zweten en zwaar te ademen. De tranen stromen over mijn wangen en ik stik bijna in mijn speeksel. Dan hoor ik mijn eigen stem schreeuwen en wordt alles zwart voor mijn ogen...

Highway to HellWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu