30

622 16 0
                                    

~Liam~

Het is wat later op de dag als ik voor de bioscoop zit te wachten Megan. Mijn benen bungelen los van het muurtje en wanneer ik haar de schuifdeuren uit zie komen spring ik eraf. 

'Dag schoonheid,' zeg ik vrolijk. Megan's betreurde gezicht roept meteen vraagtekens bij me op. Ik kan duidelijk zien dat ze gehuild heeft. Haar rode ogen verraden het. 

'Wat is er?' Vraag ik haar. Meteen kijkt Megan op, maar ze zegt niets. 

'Je hebt gehuild,' zeg ik. Ik wijs naar mijn ogen. 'Je hebt rode ogen,' gebaar ik. Megan schudt snel haar hoofd. 

'Nee,' zegt ze dan. 'Ik heb wat last van ontstoken ogen,' zegt ze dan. 'Wat doe je hier eigenlijk?' Ik glimlach en wiebel wat met mijn wenkbrauwen. 

'Ik neem je mee uit eten,' zeg ik dan. 'Ik wilde je zien.' Megan glimlacht even.

'Iets enthousiaster mag wel,' zeg ik dan. 

'Liam,' begint ze dan. Net wanneer ze verder wil met praten zie ik Jay de deur uitkomen.

'Ik kan niet,' zegt ze dan meteen. 'Ik vind het heel lief van je, maar vanavond komt niet zo goed uit. Het is dinsdagavond en ik moet nog een opstel maken voor biologie.' Even trek ik mijn wenkbrauwen op. 

'Kan dat niet wat later?' Vraag ik haar. Jay staat ondertussen naast ons. 

'Hallo Liam. Goed je te zien,' groet hij me overdreven enthousiast. Ik knik wat, maar zeg niets. Hij legt even zijn hand op Megan's schouder die meteen verstijft. Verbaasd, maar zwijgend kijk ik de twee aan. 

'Goed werk verricht vandaag,' zegt Jay tegen Megan. Hij geeft haar een snelle knipoog en loopt dan weg. 

'Wat is er aan de hand?' Vraag ik haar. 'Ik kan zien dat je iets voor me verbergt.' Megan zucht.

'Hou gewoon op,' zegt ze dan. 'Ik heb al gezegd dat er niets is, maar je dramt door. Laat me gewoon met rust. Ik moet aan school werken.' Megan geeft me een snelle kus op mijn wang en loopt dan weg. Alleen blijf ik achter.

Zuchtend stap ik in mijn auto. Het is duidelijk dat Megan keihard tegen me liegt. Zo ken ik haar helemaal niet. Geïrriteerd kom ik na vijftien minuten bij mijn huis aan en parkeer ik de auto op het erf. Als ik de woonkamer in kom zie ik mijn moeder en zusje op de bank zitten. 

'Ik dacht dat jij uit eten ging met dat meisje?' Zegt mam vragend. Ik zucht en laat mezelf in de stoel ploffen. 

'Niet dus,' zeg ik chagrijnig. Cloë springt van de bank. 'Ga je dan met me mee naar de Pub?' Vraagt ze me. Ik trek even mijn wenkbrauwen op. 

'Ik ga even een drankje doen,' zegt ze. 'Ik heb zin om er even uit te gaan.' Na even nadenken knik ik toch. Alles is beter dan hier zitten piekeren. 'We gaan wel met mijn scooter,' zegt ze dan. Ik knik en als we mam gedag hebben gezegd lopen we de voordeur uit waar Cloë's Scooter staat. 

Als we aankomen bij de Pub hangen we onze jassen om onze stoelen en nemen we plaats aan een rustig tafeltje achterin. Als de ober onze bestelling komt opnemen vraag ik voor een biertje en bestelt Cloë een wijntje. 

'Dus,' begint Clöe dan. 'Hoe zit het tussen jou en Megan?' Vraagt ze me. Ik zucht even. Ik heb geen zin om het er over te hebben, maar tegelijkertijd moet ik bij iemand mijn verhaal kwijt. Toch besluit ik het te vertellen. 

'Misschien is ze ongesteld,' zegt Cloë. 'Vrouwen kunnen dan heel chagrijnig en afstandelijk zijn.' Ik schud mijn hoofd. 

'Dat is het niet,' zeg ik. 'Ze was anders vandaag en ik weet dat ze iets voor me verbergt.' Net wanneer Cloë iets wil antwoorden betrekt haar gezicht. 

'Cloë?' Vraag ik. 'Wat is er?' Ik kijk even naar het punt waar Cloë ook haar blik heeft hangen en mijn hart begint te bonken als ik zie wie er in de deuropening staat. James. Het is raar om mijn vader daar te zien staan. Al maanden heb ik hem niet gezien en al maanden heb ik een verschrikkelijke hekel aan hem. En nu staat hij daar. Vol in mijn zicht. Meteen kijk ik mijn zusje weer aan. 

'Wist jij hier van?' Vraag ik haar. Clöe bijt even op haar lip en zegt niets. Met een ruk sta ik op n trek ik mijn jas van de stoel. Net wanneer ik weg wil lopen pakt Cloë me bij mijn onderarm. 

'Nee wacht!' Roept ze dan hard. Verschillende gezichten kijken onze kant op, maar het intereseert me niet. 

'Ben je gek geworden!' Schreeuw ik kwaad. 'Je wist dat ik dit niet wilde!' Cloë staat op.

'Het spijt me,' zegt ze dan. 'Maar snap het dan, Liam. Hij wil zijn verhaal doen en wij doen alsof hij niet bestaat. Voor hem is het net zo moeilijk als voor ons.' Nu zijn er meer gezichten die onze kant op kijken. Even haal ik diep adem. Ik weet dat Cloë gelijk heeft. Ook voor hem moet deze situatie nu verschrikkelijk zijn. Via mijn ooghoeken zie ik James onze kant op komen. 

'Alsjeblieft, Liam,' zegt hij als hij naast me staat. 'Blijf.' Ik bijt even op mijn lip en na lang staan te twijfelen ga ik toch weer zitten. Gelukkig focust iedereen zich weer op zichzelf en worden we niet meer aangestaard. Er verschijnt een kleine glimlach op James' gezicht en dan neemt hij plaats op de vrije stoel. Een ongemakkelijke stilte volgt. Alle drie weten we niets te zeggen. Gelukkig duurt het niet lang voor de ober komt om bij mijn vader zijn bestelling te noteren. 

'Het is fijn om jullie te zien,' zegt hij dan voorzichtig. Alle twee zeggen we niets. Wachtend op wat mijn vader ons gaat vertellen neem ik een slok van mijn biertje dat inmiddels gebracht is. 

'Ik weet dat ik het bij jullie verpest heb,' zegt hij dan. Ik knik. 

'Dat heb je goed,' mompel ik. 

'Het was nooit mijn bedoeling om jullie pijn te doen, Liam,' zegt hij dan. 'Ik was wanhopig.'

'Wat een smoes,' zeg ik dan. 'Als jij ons niet pijn wilde doen lag je niet met je collega te wippen.' 

'Natuurlijk,' zegt hij dan. 'Dat is echt de grootste fout die ik ooit heb gemaakt en ik zal daar altijd spijt van hebben,' vertelt hij. 'Maar probeer te begrijpen dat er een reden achter zat. Het ging al zo lang slecht tussen je moeder en mij. Je moeder raakte haar baan kwijt, opa overleed. Het ging gewoon niet meer.' Alle twee zeggen we niets. 'Ik weet dat dit geen redenen zijn om mijn gedrag goed te praten,' zegt hij dan. 'Maar ik hield het niet meer vol en ik ben gezwicht voor de verleiding van een ander. Ik kan er niets meer aan veranderen. Het enige wat ik wil is jullie niet kwijt. Even is pap stil. Een traan rolt ondertussen bij Cloë over haar wang. 

'Jullie zijn mijn kinderen, Cloë en Liam. Mijn liefde voor jullie zal altijd blijven.' Ik knik.

'Je had het ons en mam meteen moeten vertellen,' zeg ik dan. 'Maar dat deed je niet. Je was er al een halfjaar mee bezig!' 

'Ik weet het,' zegt hij dan. 'En dat zal ik me altijd kwalijk nemen. 'Maar ik zal er alles aan doen om te bewijzen dat jullie het allerbelangrijkste voor mij zijn.' 

Something Between UsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu