52

508 13 0
                                    

~Liam~

'Heel veel plezier allemaal!' Roept haar vader wanneer we met onze koffers de vertrekhal betreden. We zwaaien nog even en lopen dan door de schuifdeuren. 

'Wat heb je een relaxte vader,' zeg ik tegen Alicia. Alicia knikt. 

'Ik ben dol op pappie.' We grinniken even. Alicia's vader gaf haar net een briefje van tweehonderd.

'Trakteer maar een keer op een avondje stappen,' had hij gezegd. Je kunt duidelijk merken dat deze mensen geld hebben. Voor de borden blijven we staan en kijken we richting welke incheckbalie we moeten. 

'Balie acht,' leest Clöe hardop. 'Dat is die kant op.' Jonah wijst naar links en we volgen hem. Gelukkig is het niet erg druk bij de incheckbalie. Maar goed ook, want in het hoogseizoen sta je soms wel een uur te wachten. Na een kleine twintig minuten zijn we aan de beurt en als iedereen geweest is leg ik als laatste mijn koffer op de band. Als de vrouw om mijn paspoort vraagt geef ik haar het document. Als alles klopt en ik verder mag lopen wens ik haar nog een prettige dag. 

'Nou,' zegt Jonah zuchtend wanneer hij op een bankje ploft. 'Nu moeten we nog twee uur wachten voordat onze vlucht vertrekt.' Ook Cloë rolt even met haar ogen. 

'Ach,' zeg ik. 'We vermaken ons wel. Ik ga in ieder geval even naar de winkels. Ga je mee, mijn vrouw?' Ik kijk Megan vragend aan en de rest begint te lachen om mijn opmerking. Megan knikt. Met de rest spreken we af om hier kwart voor zes wee te verzamelen. 

Het is tien over half zes als we alle maal weer bij het bankje staan. De afgelopen twee uur zijn zo voorbij gevlogen. Samen met Megan heb ik wat winkeltjes bekeken en hebben we iets gegeten bij de La Place. Buiten begint het iets lichter te worden. Nog niet heel erg, maar je ziet dat het hier een mooie dag gaat worden. Met zijn zessen lopen we richting de gate. 

'We moeten naar B84,' zegt Megan die op haar ticket kijkt. Gelukkig lopen we de goede kant op. Het poortje is al open. Dat betekent dat we meteen door kunnen lopen. We laten onze tickets zien en lopen dan via de grote trap naar buiten. Daar worden we met een shuttlebusje naar het vliegtuig gebracht. 

'Goedemorgen,' groet de stewardess ons. We groeten haar terug en zoeken dan de juiste rij. Gelukkig heeft Jonah stoelen gereserveerd. Aan de ene kant van het gangpad zitten de meiden en aan de andere kant de jongens. Een beetje balen, want ik had graag naast Megan gezeten. Gelukkig kunnen we onderling gewoon wisselen en lig ik vanavond met haar in een bed. Mijn handbagage gooi ik in de bakken boven de stoelen en vervolgens neem ik plaats op de stoel aan het gangpad. Zo kan ik Megan's hand toch nog pakken. 

Langzamerhand loopt het vliegtuig steeds wat voller en als na een halfuurtje iedereen zit neemt de stewardess het woord om ons de nodige informatie te geven. Het is een vlucht van iets korter dan vijf uur. Het valt dus enigszins mee. Als de lampjes aangaan en ons vertelt word dat we de riemen om moeten doen doet iedereen netjes wat er van ons gevraagd word. Na een kleine vijf minuten begint het vliegtuig te rijden.

'Daar gaan we,' zegt Megan terwijl ze mijn hand pakt. Ik wrijf ondertussen met mijn duim over haar handpalm en voel dan langzaam het vliegtuig van de grond komen. 

Als we na vier uur en drie kwartier geland zijn zucht ik opgelucht. Het duurde langer dan verwacht. We hebben niet veel gedaan in het vliegtuig. Ik heb voornamelijk gegeten en geslapen. Megan was de hele tijd druk aan het babbelen met Cloë en Alicia en de jongens luisterden muziek via hun koptelefoon. Niet erg gezellig dus. 

'Eindelijk!' Roep ik als we buiten het vliegtuig staan en ik mezelf even uitrek. Daar was ik behoorlijk aan toe. Man, wat word je duf van zo'n reis! Meteen zet ik even mijn horloge een uurtje terug vanwege het tijdsverschil en dan worden we met een busje richting de bagageruimte gebracht. De hitte in de bus is niet te beschrijven. Buiten is het erg benauwd. Maar door de hitte krijg je meteen een vakantiegevoel. Als we bij de bagageruimte aankomen liggen de koffers van Megan en Jonah al op de band en na een kwartiertje hebben ook Justin, Alicia, Cloë en ik onze koffers. 

'Buiten staat er een bus op ons te wachten waar de naam van het resort op staat,' legt Jonah uit. 'De uitgang is die kant op.' Jonah wijst naar rechts en alle vijf volgen we hem. Hij heeft gelijk. Een vrouw van middelbare leeftijd staat met een bordje waar Yucatan op staat voor de ingang. Ze vertelt dat we onze koffers onderin de bus mogen leggen. Als we dat gedaan hebben lopen we via het trappetje naar binnen. Ook hier is het weer stikheet. Snel kruip ik naast Megan voordat Alicia er gaat zitten. Ik druk een korte kus op haar lippen en leg mijn hand op haar bovenbeen. Als de bus na een halfuurtje vol zit gaat dezelfde vrouw achter het stuur zitten en start ze de motor. 

Na veertig minuten komen we aan bij het resort. Langzaam loopt de bus leeg en pakt buiten iedereen zijn koffer uit de bus. Alleen de buitenkant van het resort is al prachtig. Het resort bestaat uit drie witte gebouwen en de balkonnetjes zijn van blauw glas. Het is beeldschoon. Met z'n zesjes lopen we naar de ingang. Het gebouw is vanbinnen betegeld met marmer en de muren zijn wit waardoor het een frisse uitstraling heeft. 

'Goedemiddag,' groet een vrouw achter de receptie. 'Wat kan ik voor jullie doen?' Jonah vertelt dat we hebben geboekt voor twaalf dagen en geeft onze namen door. Alle zes moeten we onze paspoorten geven. 

'Ik zie het,' zegt ze dan. 'Jullie hebben drie kamers.' Ik knik als bevestiging. 

'Ik heb jullie allemaal op de vijfde etage geplaatst. De kamers zitten niet naast elkaar, maar wel bijna. Ik heb hier de sleutels. Een voor Liam en Megan, een voor Cloë en Jonah en een voor Justin en Alicia. De vrouw leest alle namen op van het blaadje en wij nemen de pasjes aan. 

'Als laatst heb ik nog voor jullie de bandjes waar jullie tijdens je verblijf alles gratis mee kunnen bestellen. Dit kan van elf uur 's ochtends tot elf uur 's avonds. Hebben jullie verder nog vragen?' Niemand zegt wat. 'Kom vooral langs als jullie wat meer informatie willen over de omgeving of andere zaken.' We bedanken de vrouw en lopen dan richting de lift. De lift is betegeld met zwart marmer en helemaal bedekt met spiegels. Het ziet er luxe uit. 

'Kamer vijfhonderddertig,' zeg ik tegen Megan als ik op het pasje kijk. We kijken naar de bordjes. 'Dat is deze kant op.' Alicia blijft even staan. 

'Wij moeten deze kant op,' zegt ze dan. Ze zwaait even en verdwijnt dan met Justin de hoek om. Met Cloë en Jonah lopen we naar links. De achterste kamer is van ons. Cloë en Jonah zitten vier kamers terug. Als ik het pasje voor de scanner houd gaat de deur open en volgt Megan me naar binnen. 

'Het is mooi,' zegt Megan dan. De muren en de vloeren zijn wit net als het grote bed en de ingebouwde kasten. De badkamer is van marmer en van glas. Het is een plaatje. 

'Klopt,' zeg ik. 'Wij vermaken ons hier wel de aankomende dagen. Ik wiebel even met mijn wenkbrauwen. 

'Als in slapen bedoel je?' Vraagt Megan me lachend. Ik kijk haar even verbaasd aan, til haar op en gooi haar dan op het bed.

'Je weet wel wat ik bedoel,' zeg ik dan waarnaar ik haar begin te kietelen. 

Something Between UsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu