Hoofdstuk 15

197 14 0
                                    

Ik lag te woelen in mijn bed, het was erg warm en ik kon de slaap niet vatten. Ik ging op mijn rug liggen en voor de zoveelste keer probeerde ik te kalmeren en te slapen. Ik doezelde lichtjes in toen een bonkende hoofdpijn mij opeens weer wakker maakte. Ik ging rechtop zitten en schreeuwde, de pijn was ondraagelijk. Ik duwde tegen mijn voorhoofd, ergens tussen mijn wenkbrauwen zat de pijn te duwen alsof het naar buiten wou. Ik schreeuwde nog harder en begon te huilen: "Laat het ophouden iemand alsjeblieft!" Alsjeblieft!" Er kwam nog een scheut, veel sterker en ik viel flauw.

"Rose, heb je al een aanwijzing?" Ik draaide me om, deze keer bevond ik me in een duidelijk graslandschap en niet in de hemel. Jophiël weer. "Ik... Ik weet niet waar je het over hebt..." Ik zag haar opgejaagde blik en begreep niet waarom ze zich zo veel zorgen maakte. "Je moet haar vinden!", riep ze. "Wie?" Ze keek koortsachtig rond zich heen: "Ze... Ze zullen me in een gesticht steken." "Wie steken je in een gesticht enwie moet ik vinden? Wie wie wie!" Jophiël gooide haar handen in de lucht en duwde ze dan tegen haar hoofd: "De engelen ze... Ze geloven me niet, maar ik voel haar Rose!" "Wie...", probeerde ik nog eens. "Haar!", schreeuwde Jophiël. Ze ging met haar handen door haar vlasblonde haren die al een grote warboel waren. Ik wou weg: "Bezorg me de volgende keer noet zo'n hoofdpijn om me buiten westen te helpen wil je." Ze fronste en liet haar handen vallen. "Dat doe ik nooit Rosemarie Kingstone, nooit." Ik zag alles vervagen en bleef met drie vragen achter: Wie is háár, wat geloven de engelen niet en waar kwam die verdomde hoofdpijn vandaan?

"Louise, Louise!!" Ik werd wakker met een betraand gezicht en een afneemende maar brandende hoofdpijn. Ik snikte. "Hemel wat is er gebeurd?", Raf keek me bezorgd aan en trok me bij mijn schouders rechtop in mijn bed. "Ik... Ik...", begon ik, maar barstte toen weer in tranen uit. "Oh, Louise.", Raf trok me tegen zich aan en deze keer trok ik mijzelf niet terug, ik was kapot, had uren wakker gelegen en nog geen seconde slaap gehad. Iedereen zei tegen me dat er iets mis was met mij, telekinese lukte niet en ik zou Michael ook nooit meer zien. Ik kreeg boodschappen van een aartsengel die ik nog maar een paar keer had ontmoet, het ergste van alles was dan wel dat ik gewoon niet meer wist wie ik kon vertrouwen. Ik had behoefte aan troost. Raf wreef geruststellend over mijn rug en vroeg niets. Ik huilde, zachtjes. We zaten daar een beetje, tot mijn ogen leeg waren en dik en gezwollen. Hij draaide me om ik ging met mijn rug tegen zijn borst zitten, hij sloeg zijn armen om me heen en begon me te wiegen. "Hoe lang zitten we hier al?", probeerde ik eruit te krijgen, maar het eindigde in een snik. Ik voelde dat Raf zijn schouders ophaalde: "Ik wed een uur." Ik legde mijn hoofd naar achter, onder zijn hoofd en keek naar hem. Raf en ik hadden vaak meningsverschillen ja, maar hij was er wel voor mij. Hij keek op me neer en glimlachte: "Niet ongerust zijn het is midden in de nacht. Niemand zal weten wat er gebeurd." Ik keek nog altijd naar hem. "Probeer het.", fluisterde ik. "Wat?" "De afgesloten hoeken." Hij knikte en ik zag zijn ogen wazig worden. Hun kleur veranderde in groen, mooi smaragdgroen. Eerst voelde ik niets, maar toen was er een klein iets dat kriebelde aan mijn neus, het stopte. Raf fronste, weer gekietel, aan mijn linkeroor deze keer. Toen was mijn rechteroor aan de beurt, Raf fronste nog meer. Er geeld iets langs mijn lippen, en duwde ze zachtjes open. Er sloop een speciale kracht naar binnen en een warme gloed bereikte mijn hoofd. Ik sloot mijn ogen en ontspande, mijn hoofd lag nog altijd tegen Raf zijn borst en ik hoorde het regelmatige geklop van zijn hart. "Louise?", Raf wreef over mijn armen. "Hmmm.", ik opende mijn ogen niet. Ik was aan het genieten voor het eerst sinds tijden. "Ik... Ik." "Raphaël," onderbrak ik hem, "als het slecht nieuws is kan het tot de ochtend wachten." Ik opende mijn ogen en keek naar hem, hij wreef zachtjes over lijn voorhoofd en veeg een lok blond haar weg. "Je bent gelukkig.", fluisterde hij. "Hoe weet je dat?", vroeg ik. "Je ogen... Ze stralen." Hij wreef langs mijn ogen tot mijn wang en gaf er een tikje op. Ik voelde me warm vanbinnen. Ik weet niet wat hij met mijn hoofd had gedaan, maar man, dat voelde goed. "Louise?", Raf draaide me om zodat ik op zijn schoot kon zitten. "Wat?", ik gaf hem een stomp tegen zijn schouder. Wow, die ogen. Hij legde zijn armen rond mijn heupen en ik hield mijn hoofd scheef. "Ben je me aan het bekritiseren of zo?", Raf lachte. Ik schudde mijn hoofd waardoor mijn haren voor mijn ogen vielen, hij veegde ze weg. Er kriebelde iets in mijn buik. "Wat doe je dan?" "Ik leg dit moment vast.", fluisterde ik. Raf keek me aan. Hij verlegde zijn hand van mijn heupen naar mijn wang. Hij bracht mijn gezicht dichter en fluisterde heel zacht: "Je weet toch dat ik je zal beschermen als ze je pijn zouden doen?" Onbewust hield ik mijn adem in. Raf overbrugde de laatste kleine afstand tussen ons en drukte zijn lippen op de mijne.

Engelen Ziel (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu