Ik legde drie appels op het tafeltje, vandaag gingen we weer oefenen op telekinese, en Léonie deed mee. Ulriek kwam, draaiende met zijn ogen, de kamer binnen en Léonie rende bijna achter em aan terwijl ze bleef roepen: "Ik wist het toch!" En "Zie je nou wel!" Allebei lachten ze. Ik wou dat ik kon meedoen. "Wat wist je?", vroeg ik aan Léonie. "Dat mijn broertje een oogje heeft op een bepaald iemand.", was het antwoord dat ik kreeg samen met een knipoog. "En Ulriek heeft dat bevestigd door naar z'n aura te kijken?", vroeg ik. Ulriek knikte. "Hij was een mengeling van alle tinten rood," Ulriek stopte even, "wat wijst op een verlangende liefde.", zeiden we in koor. Léonie haar glimlach werd nog groter. Ik schudde mijn hoofd: "En waar is dat broertje dan van jou?" Léonie haalde haar schouders op: "Weet ik veel." We besloten om al te beginnen met de oefeningen. Léonie bleef gespannen naar haar bewingsloze appel staren en Ulriek probeerde hem zo lang mogelijk in de lucht te houden. Ik zelf wees hen op hun fouten en piekerde over Raf. Ik wou hem niet kwetsen. Ik had gewoon gedacht dat het misschien beter zou zijn geweest als hij me haatte. Ik hoorde stemmen op de gang en stond stil. Tot dan had ik niet eens gemerkt dat ik heel de tijd aan het ijsberen was. Ik duwde tegen de deur in de hoop dat ik wat afleiding zou vinden.
"Ben je gek?", hoorde ik een stem zeggen.
"Neen, doe maar niet alsof je geen geen idee hebt waarover ik het heb. Doe maar niet alsof je het heilige boontje bent.", de tweede stem knarsetandde. Ik schoof dichterbij, afluisteren is fout, maar menselijk.
"Jammer voor jou, maar ik ben wel degelijk heilig."
Nog meer geknarsetand: "Jij bent zo vreselijk."
Ik kon het niet laten ik moest gewoon een opmerking geven:
"Tja, jullie lijken nu eenmaal op elkaar Raf, dus zeg me. Jij bent dan toch ook vreselijk?"
Ik zag de twee stemmen nu ook en zag dat mijn vermoedens juist waren. Raf had Rafaël een heilig boontje genoemd. Oh, en ook vreselijk, maar dat was niets nieuws. Rafaël kwam naar me toe met een brede glimlach en riep: "1-0 voor Kingstone!" Ik lachte en werd rood, toen me iets te binnen schoot: "Rafaël, het is wel Johnston." Hij trok een scheef lachje: "Ach, tuurlijk. Het spijt me."Raf wendde zich tot mij: "Ik lijk helemaal niet op hem!", ik trok een wenkbrauw op, "Ik ben niet achterbaks, hypocriet en verraderlijk.", Raf zijn bruine ogen straalden van woede. Het groen, dat eerst een zweem was, zat nu duidelijk rond zijn pupillen. "Rafaël ook niet.", merkte ik droogjes op. Er kwam een soort gehik van achter mijn schouder en Raf snoof: "Nog een verrader hé! Maar als je niet naar mij wil luisteren moeten jullie het maar weten." Hij stoof weg en ik rolde met mijn ogen. Al draaiend om te kijken wie er was binnengekome riep ik hem na: "Jij bent zo'n ... Dramaqueen.", ik vond het woord niet in het Vlaams. "Hahaha. In een goeie bui vandaag?" Michaël was degene die achter me had staan hikken van het lachen en ik grijnsde. "Kom, kom, dat mag wel wat uitbundiger!" Ik keek hem wrang aan, dacht het dus niet! Alhoewel... Het leek wel een leuk idee. Ik lachte en vloog Michaël om de hals. Hij draaide me rond en klopte me op de rug. "Net als vroeger.", zei hij.
Net als vroeger.
Net als vroeger!
"Het leven is heel oneerlijk Rose. De kracht wordt aan alle wrede mannen gegeven.", Ze had geglimlacht, "Maar wij hebben ook een kracht."
"Echt waar mammie?", ik had gefascineerd naar ons spiegelbeeld gestaard. Ze was mijn haren in een vlechtkapsel aan het draaien, het had heel kalmerend gewerkt. Ze had geknikte: "Echt waar, de kracht van intellegentie, alles neutraal analyseren. De kracht van elegantie en beheersing. Maar vooral," ze was gestopt en had zich geheimzinnig naar me toe gebogen, "de kracht van verleiding." Ze had gedaan en ik was tevreden van mijn stoel gesprongen. "Rose, wat zie jij er leuk uit.", Michaël was in een flits wan wit licht verschenen. Ik had een rondje gemaakt. "Kijk mama! Michaël!" Ik was naar hem toe gerend en hem om de hals gevlogen. Hij had me rondgedraaid en op de grond gezet. Mijn moeder was naast me gehurkt. "Tegen wie praat je Rose?", ze klonk nieuwsgierig, niet afkeurend. Ik had met mijn mollige handjes gewezen: "Michaël." Ze had geglimlacht: "Beschrijf je hem eens voor me?" Ik had geknikt en had de blonde, gespierde twintiger beschreven. Michaël had met een blik van genegenheid op mijn moeder neer gekeken. Mijn moeder had tranen in haar ogen gekregen en was naar Michaël toe gestapt. Ik had instructies gegeven, 'een stap naar links mama' of 'Kijk uit je staat bijna op zijn tenen.' Uiteindelijk had ze recht tegenover hem gestaan, ze had haar hand uitgestoken en hij had die vastgepakt. Maar ze had zijn aanraking niet kunnen voelen. Ik was tuseen de twee gaan staan en had Michaël zijn vrije hand gepakt: "Tijd voor het lezen van gedachten!"
Ik zakte door mijn knieën, mijn moeder. Ze had me die dag een les geleerd, de 7- jarige Rose had geen flauw idee wat ze bedoelde. Maar de 16- jarige Louise begreep het. 'De kracht van verleiding.' Mannen geven je de indruk dat ze niet klein te krijgen zijn, niet te verslaan. Ze zouden blijven vechten tot het eind. Tegen elkaar klopt die theorie waarschijnlijk wel, maar hij verandert van zodra er een vrouw in het spel komt. Mannen kijken op ons neer, we zijn dom in hun ogen. Gewoon iets anders waar ze het zeggenschap over hebben. Maar dat klopt niet. Wij zijn sluw en geraffineerd. En wij manipuleren hén. Door in te spelen op hun enige zwakte. Die voor de charmes van een vrouw. Wij overheersen hen, en tegerlijkertijd laten we hen in de waan dat zij de machtigsten zijn. 'De kracht van verleiding' is een gemeen en handig wapen. Gevaarlijk.
"Louise? Alles in orde?", Michaël legde zijn hand op mijn schouder.
Mijn moeder
"Ja hoor.", ik snikte
"Kom sta op."
Ze wou me alleen maar beschermen.
"Oké."
"Huil je nu?"
Ik heb haar in de steek gelaten.
"Neen. Dat is mijn allergie."
Michaël nam mijn schouders vast en duwde me tegen zich aan. Hij wreef geruststellend over mijn rug en streelde mijn haar. "Ze vergeeft het je. Dat ben ik zeker." Ik snikte, Raf had ongelijk. Ik was niet sterk. Ik was een zwak en zielig meisje. "Wie?" Dat was Rafaël. Michaël tikte tegen mijn hoofd: "Haar moeder. Daar dacht ze net aan.", antwoordde Michaël.
Ik moest sterk zijn. Ik moest dit oplossen. Ik duwde me zachtjes af van Michaëls borst en wreef met de muis van mijn hand over mijn ogen. "Blijf uit mijn hoofd.", mompelde ik. En ik vertrok.
JE LEEST
Engelen Ziel (Voltooid)
Ficção HistóricaRosemarie Kingstone. 16 jaar. Paranormaal begaafd. Ja, inderdaad, maar niet zonder reden. Rose heeft een missie opgedragen gekregen van de aartsengelen. Stop de Apocalyps. Maar. Wat als je ontdekt dat heel je leven een leugen was? Wat als je ontdekt...