Hoofdstuk 57

183 10 3
                                    

"Wat wil je...", vroeg ik behoedzaam. De nimf kronkelde rond Gabriella die met open ogen toekeek. "Wat ik wil heeft jullie al verlaten.", fluistert ze. Ik trek een wenkbrauw op. Ze zweeft voor me en brengt haar gezicht erg dicht bij het mijne: "Het meisje met de grootste littekens." Léonie zuchtte: "Josephine." De nimf knikte en zweefde wat naar achteren. "Dus nu?", vroeg ik wantrouwend. Ze haalde haar schouders op: "Nu kunnen jullie niet meer weg." Ik stond paf. Wat zei ze nou! Zaten we hier vast? Ik was me veel te sterk bewust van de vallende nacht en het feit dat er bijna weer een dag oorlog aankwam. We gingen te traag vooruit! Wie weet wat er allemaal al niet gebeurt is in onze wereld. Ik wreef over mijn slapen... Neen neen neen. Er móést een uitweg zijn. Het meisje met de grootste littekens. Ik kwam niet in aanmerking, mijn littekens vielen in het niet bij die van Fien. Léonie had niet veel meegemaakt... Wat nu wat nu? Gabriella. Had Gabriella littekens? Mijn hoofd schoot omhoog. "Natuurlijk heeft ze die.", fluisterde ik. Iedereen keek naar mij. Ik nam beverig de hand van Gabriella: "Ella," zei ik zachtjes, "jij hebt zoveel meegemaakt. Littekens die niet meer weggaan... Volgens mij ben jij eigenlijk degene met de grootste littekens." Gabriella slikte even. De nimf kwam voor Gabriella zweven en sloot haar ogen. Gabriella werd omkranst door een appelblauwzeegroenig licht. Ze keek verbaasd naar haar armen en slaakte een gilletje toen ze de lucht in ging. Niet hoog. 20 centimeter of zo. Na een minuut verdween het licht en viel mijn vriendin op de grond. Ik haaste me naar haar toe en ondersteunde haar. Ze legde een hand tegen haar voorhoofd, alsof ze duizelig was. Ik keek naar de nimf die blij opgloeide: "Dit meisje moet bij mij blijven, totdat jullie terug zijn." Ze greep Gabriella haar arm en verdween tussen de bomen, maar ik hoorde haar nog roepen: "Tot de prijs betaald is." Heel even drong het niet allemaal tot me door, maar toen sloeg de beseffing me als een mokerslag. Die tuttebel had mijn vriendin meegenomen. "Hey! Kom terug! Geef Ella terug! Je kan haar niet zomaar meenemen!" Schreeuwde ik. De bomen leken te lachen: "Tot de prijs betaald is Rosemarie." Ik zakte door mijn knieën, naast Léonie die ook neer was gaan zitten. "Dat is nu al de derde...", mompelde ze. Ik legde mijn hoofd op mijn knieeën. "Ik zie een opening!", schreeuwde Raf. Léonie en ik keken allebei meteen op en ze hielp me recht. Ze wreef over mijn rug: "We kopen terug Rose, we betalen die domme prijs, halen onze vrienden op en redden de wereld.", zei ze luchtig, "Just another day of our lives." Ik kon het niet helpen, ik moest wel lachen. Ze nam mijn hand en trok me achter zich aan. Naar de opening die Raf gezien had.

9 augustus 1914

Ik at de laatste appel op, maar daarmee was mijn honger nog altijd niet echt gestild. Ik zuchtte diep en wandelde verder naast mijn vriendin. De malse grasvelden begonnen steeds droger te worden en hier en daar waren kale plekken. Er waren ook steeds meer rotsen en de zon, die eerst aangenaam brandde, scheen nu genadeloos. Ik wreef het zweet van mijn voorhoofd, Léonie had haar haren samengebracht en hield ze boveb haar nek: "Niet vol te houden gewoon.", zei ze. Ik knikte, het was echt erg. Raf tilde zijn armen op: "Volgens mij ben ik aan het verbranden." Ik grijnsde: "Dat ziet er niet goed uit.", zei ik. Hij haalde zijn schouders op en liep verder. Na nog een kilometer ging ik zitten: "Jongens, stop even. Ik kan niet meer." Léonie kwam naast me zitten. Mijn hoofd bonkte van de zon en mijn maag rammelde, ik voelde de zweetplekken op mijn rug en onder mijn oksels en schaamde me er voor. Raf kwam voor me staan waardoor ik wat schaduw had, dat deed deugd. "Water," fluisterde ik, "ik wil water." Léonie keek naar Raf en hij naar haar. Die discussies van hen verstond ik nooit, ze keken naar elkaar en dat was genoeg om te weten hoe het zat. Tweelingen... Dat is fantastisch... Dan begon de grond te beven en er borrelde iets naar boven. Léonie haar ogen waren lichtgroen, die van Raf diepdonkergroen. En toen spoot er water uit de grond. Ik slaakte verrukt een gilletje en ging eronder staan. Ik werd kleddernat maar dat gaf niet. Ik legde mijn hoofd in mijn nek en liet het water mijn mond vullen. Na een paar minuten stopte het en viel het water terug in het gat in de grond. Ik sloeg mijn armen om Raf heen: "Bedankt!", riep ik en ik gaf hem een zoen op zijn wang. Dan knuffelde ik Léonie. Met volle moed kon ik weer verder lopen, ik had alleen nog maar wat honger, maar ach, dat was een detail.

Engelen Ziel (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu