Hoofdstuk 54

144 12 1
                                    

Ik opende mijn ogen en zag weer niets anders dan wit. Léonie kneep mijn hand bijna fijn: "Waar zijn we?", fluisterde ze. Ik antwoordde opgewekt: "In de hemel." Ik liep naar Ulriek en nam het kompas dat hij van zijn engel had gekregen. Ik legde het in mijn handpalm en wachtte af. Daarna klapte ik het dicht gaf het terug en marcheerde voorruit. "Richting zuiden mensen! Daar ligt Frankrijk."
"Waar zijn de engelen?", vroeg Ulriek.
Ik haalde mijn schouders op: "Wie zal het zeggen? Wat spoken engelen heel de dag uit?" We liepen steeds verder, onze omgeving veranderde nooit, steeds maar dat eindeloze wit. Léonie verbrak de stilte: "Dus zo ziet de hemel eruit, ik heb eerlijk gezegd niet veel motivatie om hierheen te gaan." Ik lachte: "De hemel is anders dan wij ze zien omdat wij levende zielen zijn, als jz dood bent ziet het eruit als een soort stad uit een sprookjesboek. Perfect geplaveid, geen afval of daklozen." Ze knikte. Josephine fronste en kwam naast me lopen: "Dus eigenlijk zijn we omsingeld door doden?" Ik trok een gezicht: "Als je het zo zegt is het nogal luguber, vind je niet?" Ze knikte: "Oke ja, maar hoe passen al die mensen in een stad? Ik bedoel we zijn 1914, en dat is dan nog na de geboorte van Jezus!" Ik lachte: "Er zijn meerdere steden, per, goh wat zal het zijn 50 jaar misschien, is er 1. De hemel is dus eigenlijk een wereld op zich. En woj doorkruisen die nu op weg naar Frankrijk." Josephine knikte maar deed haar mond dan weer open: " Kunnen de doden ons zien?" Ik knikte: "Ja en wij kunnen ze zien als zij dat willen." Na een paar uren gestapt te hebben besloten we een tent op te zetten. Ulriek kwam naast me zitten achter de tent: "Wordr het hier ooit donker?" Ik haalde mijn schouders op: "Misschien..." Raf kwam er ook bij: "Zeg me eens, waarom nemen we ook alweer deze weg? TE VOET?" Ik zuchtte: "De afstand is kleiner we zijn binnen twee dagen stappen op onze eindbestemming. En we nemen dit omdat we niet weten tot hoever de beveiliging langs de grenzen is." Raf liet zijn hoofd naar voren vallen. Ik hoorde gegiechel aan de andere kant van de tent en ging kijken. Daar stonden de meisjes in de tunue die we lang geleden tot strijdtunue's hadden gedoopt. Een legging met een tuniek erboven die samengebonden is in de heupen. Josephine had donkerroze, Léonie had donkerrgroen, Gabriella donkergeel en voor mij lag er 1 klaar in parelmoer. Ik kirde van plezier en trok het meteen aan in de tent.

6 augustus 1914

Ik werd wakker en kroop de tent uit. Ik begon via telekinese en grond te dekken tot een improviastie tafel. Handig als je je handen niet nodig hebt. Ik maakte een vuurtje en bakte wat eieren. Ulriek kwam ook de tent uit gekropen en ik hoorde zijn maag rammelen. Ik lachte: "Begin maar al! Ik maak de anderen wakker." Ik stapte weer richting de tent toen iets, of beter iemand, mijn arm greep. Ik keek angstig op: "Michaël?"

De aartsengel zat aan me te sleuren en ik probeerde los te komen: "Ulriek! Ulriek! ULRIEK!!!" Mijn vriend stormende meteen naar me toe en probeerde me uit de greep van mijn biologische vader te bevrijden. Toen verscheen Rafaël: "Broeder, laat haar los!" Michaël schreeuwde: "NEEN! Je weet het Rafaël! We weten het allemaal! Ze mag niet! Dat mag niet! Ze is mijn dochter!" Rafaël keek hem dreigend aan: "Laat haar los. Het zal niet gebeuren." Michaël schudde wild zijn hoofd: "Neen, ik laat haar niet gaan! Cornelia zou razend zijn! Ik. Laat. Haar. Niet. Los." Rafaël stapte op ons af, ik was doodsbang geworden. Waar hadden ze het over? "Michaël, je laat haar nu meteen los. Wil je dag de wereld vergaat? Wil je dat ook nog op je geweten hebben? Want volgens mij is er dan een plekje vrij voor jou in het hellevuur." Rafaël had het ijselijk kalm gezegd. De greep rond mijn arm verstrakte en ik kreunde. Toen liet Michaël me los en rende ik naar Rafaël, ik verschool me achter zijn rug. "Ga nu." Beval de aartsengel. Michaël verdween. Ik zuchtte en viel neer. Rafaël draaide zich om en trok me recht: "Alles oke?", vroeg hij bezorgd. Ik klapperde met mijn tanden en bekeek mijn bovenarm, doe zat helemaal blauwpaars. "Laat zien," murmelde Rafaël en toen haalde hij met 1 vloeiende bewegig de pijn en de bloeduitstorting weg, "da's beter."

We waren weer op weg, vanavond zouden we moeten afdalen naar aarde en onze bestemming bereikt hebben. Gabriella kwam naast me lopen met een frons: "Waar had je vader het over?" Ik knarsetande: "Mijn bíológísche vader had het over niets... Hoop ik." Gabriella keek serieus: "Rose, ik heb geprobeerd de toekomst weer te zien, maar het is een soort van niet bereikbaar." Ik knikte, "Weet ik, ik had Jophiël gevraagd me te helpen zn ik zag ook niets door het wit heen." Ik frummelde aan de zoom van mijn parelmoerige tuniek en probeerde niet teveel te panikeren. Alles kwam in orde. Raf kwam ook naast me lopen: "Weetje, ik snap niet waarom je er zo lang over hebt gedaan om te beseffen dat je veel mooier bent met je haar los?" Ik draaide met mijn ogen: "Je benr getrouwd weet je nog?" Hij haalde zijn schouders op: "Ik hou van Ariella, maar ik ben nog altijd een man." Ik stond stil en keek hem aan: "Oke wat moet je opbiechten?" Hij was geschrokken en dan schuldbewust: "Toen Ariella beviel heb ik haar eigenlijk bedrogen." Ik kreunde: "RAF! Klootzak!" Maar besloot dat het niets zou veranderen: "Vertel het haar niet." Hij knikte.

Heeeeey hopelijk is dat al iets beter??? Zeg ajb wat je ervan vindt!!!!!
Vote?
Comment?
Follow?
Love, Lou

Engelen Ziel (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu