Hoofdstuk 36

174 11 0
                                    

Ik huilde, het was voorbij ze hadden mij gevonden. Rafaël kwam naar me toe en trok me omhoog. "Niet huilen, Rosie. Ik ben er om je te beschermen. Niet om je weg te halen." Ik keek op: "Wa-wat?" Vroeg ik snikkend. "Jophiël is in De Grote Leegte geplaatst. Gabriël en Michaël hadden haar gevonden... Ik kon niets doen." Verwarde veegde ik mijn tranen weg. "Natuurlijk niet, je wilt Jophiël toch niet helpen." Hij keek me met grote broer genegenheid aan: "Neen, maar jou wel."

Rafaël vertelde dat hij niet akkoord was met de praktijken van de andere engelen. Hij vond dat ik dat niet verdiende. Niemand verdiende het om zijn geheugen afgenomen te worden, maar dat moest nu eenmaal zo, de anderen mochten niet weten dat hij stiekem aan mijn kant stond, dat hij best wel wist sat ik ooit weg ging lopen, dat hij best wel wist dat ik half Europa zou doorkruisen en hij wist ook dat ik best zijn hulp kon gebruiken. Ik wist niet wat ik moest denken, ik stond tegen Léonie aangeleund en probeerde alles op een rijtje te krijgen toen Gabriella me aansprak: "Ik zou hem vertrouwen." Het kwam er vastberadzn uit, maar op haar zachte manier van spreken. Ik keek haar aan en zag de typische pretlichtjes glanzen in haar ogen, het enige wat duidelijk maakte dat ze 16 was. Ulriek kwam ook naar ons toe, hij sloeg zijn armen om Léonie's middel en fluisterde dat het allemaal wel goed zou komen. Raf ging naar zijn aartsengel. "Spreek je de waarheid?", vroeg hij voorzichtig. Rafaël knikte. "Ik weet ook hoe dat zij", hij wees naar Léonie," jou", hij wees terug naar Raf, "kan helpen." Iedereen was verbaasd, hoe wist hij het... Ik was het niet. Ik had het best wel door. "Waar is Gabriël?", vroeg ik de engel. Rafaël krabde in zijn nek: "Wel... Euh... Die is eigenlijk gewoon hierboven... Hij heeft sinds kort een ietsiepietsie klein probleempje..." Ik trok een wenkbrauw op. Rafaël gooide zijn handen in de lucht: "Oké! Je weet het! Ik heb een blok voor zijn visioenen gezet waardoor ik ze binnenkrijg!" Nu wist ik dat ik hem kon vertrouwen. Nu wist ik dat hij echt aan onze kant stond.

We slenterden allemaal terug naar de auto, de zon was onder, maar Gent sliep nog niet. Ik keek verlangend naar de stad. Het was er erg mooi, de Schelde, de Sint-Baafs, de mooie geplaveide straten. Het was er zo anders dan in Engeland. Dat bracht me met een schok bij de gedachte dat ik naar Southampton ging. Daar waar ik mijn ouders en iedereen heb achtergelaten. Daar zou ik weer Rose zijn. Rose Kingstone. Die naam was me zo dierbaar en ik had hem gewoon te lang weggestopt. Ik was te lang Louise geweest. Het was tijd voor mij om Rose terug te halen. Ik trok Léonie even apart, het was een maand geleden dat ik me nog als een echte dame had gedragen en ik moest weten of dat ik het nog kon. "Hoe klinkt dit?", fluisterde ik, "Ik ben Lady Rosemarie Kingstone. Dochter van graaf Kingstone. Het is me een eer om met u kennis te maken." Ik maakte een reverance. Léonie keek me vol met medelijden aan: "Je moet terug naar Engeland... Je kan jezelf niet langer verbergen hé..." Ik schudde mijn hoofd: "Inderdaad." Ze gaf me een knuffel, "ik ben er voor je." Eenmaal in de auto reden we naar de meest afgelegen weide van heel België volgens mij. We maakten ons klaar en brachten er de nacht door.

16 mei 1912

Ik werd wakker en zag dat Gabriella en Léonie aan het giechelen waren over iets. Ik ging naar hen toe en keek wat ze aan het doen waren. Ze hadden een aantal erg spannende broeken bij zich, van een dunne stof. Een soort zijde, flitste door mijn hoofd. Ze hadden een blouse en een rok aanelkaar genaaid en er een stuk band in een donkerdere tint opgenaaid zodat het echt één stuk leek. Maar. De rok was afgeknipt tot een volledige handpalm boven de knie. "Onze strijdtuneu." Verklaarde Léonie. Gabriella knikte. "Heb ik er ook één?" Ze knikten en overhandigden me een een witte legging en een hemelsblauw bovenstuk. Ik keek er gefascineerd naar. "Die kleur staat je. Hij past bij je mooie ogen." Ik vloog mijn twee vriendinnen om de hals. Natuurlijk konden we hier niet in toekomen in Engeland maar het was wel handig voor als we ooit iets moesten uithalen.

We kwamen aan bij de Ferry en ik betaalde voor iedereen. Behale voor Rafaël die lekker onzichtbaar voor iedereen op ons zat te wachten. Hij nam Léonie apart en beloofde me dat ze heelhuids zou terug komen. Gabriella was zeeziek en Ulriek besloot om voor haar te zorgen. Raf en ik bleven over. "Dus wat ga je doen als je in Engeland bent Louise?" "Het is Rose." Onderbrak ik hem. "Wat jij wilt, Rose, ga je ons allemaal lekker dumpen?" Ik verstijfde. "Dat kun je ten slotte wel erg goed hé." Een steek door mijn hart. "Ik ben zo niet." Snauwde ik. Hij lachte hol. "Tuurlijk." Zo ging het even door. Tot Léonie terugkwam en Raf beval om herinneringen aan mijn jeugd proberen te bevrijden. "Kan Rafaël dat niet doen?", vroeg hij nors. De engels schudde zijn hoofd: "Hij weet wat ik doe, Hem ontgaat niets. Hij komt niet in de strijd maar straft me voor wat ik met Gabriël heb gedaan. Hij heeft mijn deblokkatie gave tijdelijk afgenomen." Rafaël had het over God. "Wat is tijdelijk?", vroeg Léonie. De Aartsengel haalde zijn schouders op: "Nog maar een paar weken. Alhoewel het jaren kan duren voordat die irritanterik ze teruggeeft." Het bliksemde opeens buiten, terwijl er bijn geen wolkje aan de lucht was: "Ow sorry! Ik wou U niet beledigen hoor." Ik grinnikte. Raf zuchte en ik voelde het bekende gekriebel aan mijn mond, ik haalde mijn lippen een beetje van elkaar en wist dat zijn Luto Via naar mijn hoofd stroomde. Ik zag Léonie haar ogen veranderen van kleur. Ze werden grijs, best wel eng... Na een minuut of vijf knalde ze tegen de grond, Raf stopte, ongerust over zijn zus. "Léonie!?" Zijn ogen waren nog altijd diepgroen, ze zouden waarschijnlijk nooit meer bruin worden... Léonie kwam kreunend overeind. "Ik heb zo'n hoofdpijn..." "Ze is de mentale inspanning niet gewend." Expliceerde ik. Ik voelde dat Raf een herinnering had vrijgemaakt. Het bonkte in mijn hoofd en ik zag de beelden voor mijn ogen flitsen.

Ik was de werkkamer van Michael in geslopen, hij hield mijn ticket van de Titanic bij en ik was vergeten welke dag dat we zouden vertrekken. Ik had wat in zijn lades gerommeld en was op een brief gestuit: "Ze mag het niet weten, zorg ervoor dat ze in het gareel blijft. Je hebt 1 taak. Volbreng die." Ik had niet geweten wat er bedoeld werd, ik had niet geweten van wie deze brief was. Dus ik had hem teruggestop. Toen was Michael binnengekomen hij was woedend op mij afgerend.

En daar eindigde de herinnering. Het was een waardeloze dacht ik. Maar waarom was hij dan geblokeerdt?

Engelen Ziel (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu