Hoofdstuk 31

158 15 2
                                    

"Dus... Iemand een idee hoe we Fien gaan zoeken?", vroeg Léonie. Ik zuchtte en nestelde me wat dichter tegen Raf aan: "Ik denk dat we niet veel keus hebben dan terug te reizen naar Frankrijk, ze moet daar ergens zitten..." Ulriek schudde zijn hoofd, iedereen kende het verhaal over Fien al dus iedereen kon commentaar geven naar hartelust. "Denk logisch na Louise. Ze moet ergens naartoe zijn gegaan ja, maar het moet een plaats zijn waar ze haar krachten ten volle kan onwikkelen, waar ze kan leven en waar ze veilig is." "Southampton", fluisterde Léonie, "Oh God! Het is Southampton Raf! Daar droomde ze van!" De tweeling begon aan een discussie waarin ze allerlei herinneringen ophaalden over hun zusje die droomde van Southampton. Ik probeerde het dikker worden van mijn keel te negeren. Dit was niet het moment om te huilen. Southampton was de laatste plaats waar ik mijn familie had gezien, het was de plaats waar Titanic was vertrokken.

"Rose! Je raadt nooit wat voor verassing ik heb!" Michael was de salon binnengewandeld en had zijn wollen jas op de zetel gegooid. Ik had de huishoudster toe geknikt dat ze de jas kon laten liggen en de kamer moest verlaten. "Rose! Mijn whiskey!" Ik had met mijn ogen gerold. Het was nu ongeveer al sinds de verloofde dat ik me zo gevangen voelde. Michael had naar me gegrijnsd: "Titanic, Rose. Ik heb een tweedeklasse ticket kunnen bemachtigen.", hij had een slok van zijn whiskey genomen. Ik had verbrouwereerd naar hem gekeken. "1 ticket? En ik dan? Michael we zijn verloofd we zouden trouwen in augustus!" Michael had me ongeïntresseerd opgenomen. "Je vader koopt je wel een eerste klasse ticket." Ik had diep ingeademd. Waarop wou Michael opeens weg? Zo vlak voor onze trouw? "Als je naar Amerika wilt dan kan dat wachten tot na onze trouw. Het continent zal niet vergaan in 6 maanden." Michael was opgestaan en had me in de ogen gekeken. "Jij hebt niet de positie om te besilissen Rosemarie. we trouwen wel op het schip zelf." Ik was huilend weg gerend naaar mijn kamer. Daar was ik volkomen ingestort. Hoe moest het met de beatae? Ik was zestien en over een halfjaar werd ik zeventien. Ik moest iets doen. Ik moest ze gaan zoeken.

"Rose, weet je zeker dat je dit wilt doen?" "Ja moeder." "Je bent zo gereserveerd men meisje, waar is mijn kleine meid die hysterisch door de kamers huppelde?" Ik had gefronst, waarop herinnerde ik me niets van mijn kindertijd? "Die is volwassen geworden moeder. Daarom vertrek ik nu naar Amerika. Het komt goed met mij." Ze had geknikt. "Slaap maar nu, morgen vertrekt je boot meisje."

"Louise!", ik schrok wakker uit mijn herinneringen. Tranen welden op in mijn ooghoeken, maar ik onderdrukte ze. "Op naar Southampton.", riep ik geforceerd vrolijk.

Engelen Ziel (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu