Hoofdstuk 27

186 14 0
                                    

8 mei 1914

"Louise?" "Hmmmm." "Ik hou van je." "Ik ook van jou Raphaël." Ik draaide me om zodat ik hem een kus kon geven maar ik keek recht in een zwart gat, een man zonder gezicht. Ik schreeuwde.

"AAAAAH!" Er werd aan mijn schouders geschud en ik opende mijn ogen. Ik keek recht in Rafs groene ogen. "Het is oké.", zei hij. Ik knikte, maar schudde dan toch weer mijn hoofd. Raf trok me tegen zich aan, er dwarrelde wat zand uit mijn haar. "Waarover droom jij toch?" "Ik weet het niet." Hij hield mijn gezicht tussen twee handpalmen en wreef mijn tranen weg. Ik keek naar hem. Die ogen, ze stonden vol liefde. Hij keek me zo passievol aan dat ik er ongemakkelijk van werd. "Louise, ik bescherm je." Ik knikte zachtjes "Weet ik wel." Hij stond op en stak zijn hand naar me uit. Ik nam hem aan en keek naar Léonie, ze lag met haar hand op Ulrieks borst, haar hoofd tegen zijn schouder. Raf en ik wandelden naar de branding en we keken hoe de eerste zonnestralen boven de horizon uitstaken. "Weet je," zuchtte hij, "ik heb altijd al gedroomd om naar Spanje te gaan. Ik had alleen nooit gedacht dat ik hier zou geraken op deze manier." "Raphaël," ik draaide me naar hem om en nam zijn andere hand ook vast, "de kans dat we klaar zijn met onze opdracht voor de zomer is nogal reël." Hij scheurde zijn blik los van de zee en keek me nu aan. "Dus?" Ik beet op mijn lip: "Je huwelijk zal wel doorgaan." Hij lachte scheef. "Louise, mijn liefde voor jou is net wel ietsje sterker dan een contract weet je." Ik trok mijn handen los en ging met mijn rug naar hem toe staan: "Maar het houdt dat contract wel niet tegen Raphaël." Ik voelde twee armen rond mijn middel. Een stem fluisterde in mijn oor: "Misschien wel," de armen draaiden me om en ik keek in het gezicht waar ik zoveel van hield, "onze liefde is zoals die zonnestralen, Louise. Ze is broos en teer, niet opgewassen tegen een contract. Maar ze is mooi en warm en straalt al de rest weg. Ik hou van je zoals een opkomende zon." Ik knipperde een traan weg, sloeg mijn armen rond zijn nek en kuste em. Hij trok mijn heupen dichter tegen zich aan . Ik voelde hem lachen, zijn liphoeken krulden omhoog onder de mijne.
Hij duwde mijn lippen zachtjes van elkaar met de zijne, ik liet het gewoon gebeuren. Het had iets magisch, de warmte van de eerste zonnestralen, de vreugde van een eerste reis, de bedwelming van een kus. Hij trok me nog dichter tegen zich aan, ik ging met mijn hoofd naar achteren, ik onderbrak die perfecte kus. "We vinden er wel iets op.", fluisterde ik. "We vinden er wel iets op.", bevestigde hij. Hij legde zijn kin op mijn hoofd. Hij was 10 centimeter groter dan ik. Het was een loze belofte, een geruststelling waarvan we allebei wisten dat het niet veel uimtaakte. Als je door je ouders werd uitgehuwelijkt dan deed niets anders ertoe. We keken nog eens naar elkaar en Raf tilde me via mijn ellebogen een beetje op zodat ik wat groter was. Hij tilde me nog meer op. Ik weet niet ofdat hij doorhad dat ik nu eigenlijk bijna niet meer op de grond stond... Ik kwam op gelijk hoogte en hij drukte een kus op mijn lippen. Snel. Dan liet hij me los en wandelden we samen terug naar het kamp. De zon die opgekomen was brandde als een vuurbal achter ons.

Engelen Ziel (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu