Hoofdstuk 38

153 12 0
                                    

Ik hield een kar tegen die werd getrokken door twee zwarte hengsten. We stapten allemaal in en ik vertelde de koetsier dat hij richting Southampton mocht rijden. Om 21h moest hij stoppen bij het dichtsbijzijnde hotel. Léonie zat me verwonderd aan te staren. "Je spreekt echt mooi..." "Ik ben geboren als Britse Léonie, dan is dat toch normaal." Ik moest glimlachen. "Maar toch..." Ik schudde mijn hoofd en probeerde de verveling te doden met 1 van mijn sjaals rond een rieten zomerhoed te draperen. Intussen voerde Gabriella een geanimeerd gesprek met Raf. "Dus hij ging naar Roberto en zei: Roberto, als je nog 1 keer met je handen aan mijn meisje komt draai ik je de nek om! Ik was zo verliefd op hem!" Gabriella zette heel haar liefdesleven uiteen en Raf kninte regelmatig. Ulriek en Léonie waren lieve woordjes aan het fluisteren en knuffelden wat. Mijn zachtgele sjaal was rond mijn hoed geknoopt en ik keek wat naar de voorbijgangers. Rafaël verscheen voor me, hij zat omgekeerd op het achterwerk van een paard. "Beetje alleen, Rose?" Ik keek hem nors aan. Hij haalde zijn schouders op en begon me te vragen wat het plan nu eigenlijk was. Ik zuchtte en deed hem verslag. "We zoeken Josephine... De beatae van Jophiël en het zusje van Raf en Léonie. Ze loet nu ongeveer 14 jaar zijn. We geloven dat we haar zouden kunnen vinden in Southampton." "Met nadruk op geloven zeker?" onderbrak Rafaël me. Ik kreunde: "We moeten érgens beginnen." Rafaël knikte en zweeg weer, na een paar minuten te heb en gezeten met onze eigen gedachten deed hij zijn mond weer open: "Ben je bang?" "Waarvoor?" "Voor het terugzien van Michael." Hij wees naar Raf. "Je hebt je verloofde... Tja, bedrogen." "Ik dacht dat hij me vergeten was.", snauwde ik. Rafaël kromp ineen. "Hoe zit het met je telekinese... Wat je in Gent deed met dat water dat was... Verbazingwekkend." Ik haalde mijn schouders op. "Ik weet nu wat ik moet doen." Rafaël knikte. Er was weer een stilte. "Kijk Rose... Het spijt me. We hebben vreselijke dingen gedaan en ik heb toenderstijds ermee ingestemd om het te doen en om het nooit te vertellen. En nu zou ik het jou zo graag allemaal willen zeggen Rose! Maar ik ben een engel! Ik kan mijn beloften niet breken.", de aartsengel kwam erg geïrriteerd over. "Ik heb een Engelen Ziel Rafaël. En ik kom ook niet al mijn beloften na." Rafaël sloeg zijn ogen neer en moest bijna lachen. "Ik heb het hier over een Hemelse Belofte Rose..." Nu sloeg ik mijn ogen neer, die konden we écht niet verbreken.

Ik gaf de koetsier wat ponden en penny's. Daarna voegde ik me bij het gezelschap op weg naar het hotel. Léonie haakte haar arm door die van mij en begon honderduit te babbelen over allemaal dingen die er eigenlijk echt niet toe doen. Ik moest erg hard lachen, ze was zo'n goede vriendin voor me.

"Thank you", zei ik tegen de picollo die onze koffers had weggedragen en ik gaf hem wat penny's als fooi. Ik draai me om naar mijn kamer en adem diep in. Eindelijk even alleen. Er wordt op de deur geklopt en ik roep:"Please enter." Raf verschijnt in de deuropening. Ik zucht. "Wat nú weer." "Ik kom hier slapen." Ik schrok op en zag Raf een deken en kussens op de grond leggen. "Wat!" Hij keek me geïrriteerd aan. "Wat als jij weer een of andere droom, visioen of weet ik veel wat krijgt en niemand is er om je op te vangen? Straks spring je nog uit een raam!" Ik liet me achterover zakken... "Wat zou jou dat schelen." Hij kwam naast me staan. "Godverdomme Rose! Ik gééf om je. Misschien waren we verkeerd ja, misschien hadden we nooit iets moeten beginnen samen, maar dat verandert niets aan het feit dat ik om jou geef." Er volgde een geladen stilte. "Zie het als een grote broer gedrag." Ik hield mijn tranen in. Charles was mijn grote broer en hem zou ik nooit meer zien. Zou hij het erg vinden dat iemand zijn plaats wou innemen? Ik wist het antwoord wel... Neen. Niet zolang dat het voor mijn bestwil was.

18 mei 1912

We stormden de koets uit toen we in Southampton waren aangekomen. We dropten onze koffers in het dichtsbijzijnde hotel en liepen gezamenlijk naar de haven. Ik begon met het plannen van een zoektocht naar Fien toen ik aangesproken werd: "Excuse me Miss, but I have a letter for you." "Thank you.", fluisterde ik. Ulriek kwam achter me staan en probeerde mee te lezen.

"Spring is the season that flowers come out. We look at them, remember them as a little seed. And now they're as beautiful as our dreams. And the Rose is the most beautiful flower of all. But Autumn wil arrive and no one can help the flowers. Even the Rose, will die." Ik sla verschrikt een hand voor mijn mond. "Is dit een dreigement?", vraagt Ulriek. Even the rose will die... Iemand wil me dood.

Engelen Ziel (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu