Hoofdstuk 22

199 14 0
                                    

Jophiël begon uitleg te geven aan mij en Léonie. "In de oude Hemelse Geschriften die God ons, de engelen, heeft nagelaten wordt er geschreven dat de 4 aartsengelen Michaël, Gabriël, Rafaël en Uriël gezegend worden met een verwezelijking van hun ziel in het lichaam van een mens. En dat iedere 100 jaar. Zo, zou de Apocalyps kunnen worden tegengehouden. Hij wist niet wanneer deze rampzalige gebeurtenis zou plaatsvinden, dus herhaalde zich het iedere 100 jaar. Maar, de vier genoemde aartsengelen werden na een paar eeuwen zwak, omdat ze telkens weer een stuk ziel afstonden. Tegen dat dit teruggegroeid is, is er al heel wat tijd verstreken. Meer dan een eeuw. Dus gbeurde er iets merkwaardigs. Rond 1300 waren er drie beatae gevonden door de uitverkorene. De vierde, van Gabriël, was onvindbaar. Hij voelde hem ook niet aan. Iedereen begon te panikeren. Haniël kwam in alle paniek naar me toe. Ze riep een naam, Hannah Dösselburgh. Ik begreep het niet, we zochten het meisje op en we zagen... We zagen dat ze een Luto Via had met blauw wit achtige gemmae. Zij was Haniëls beatae. Gabrël heeft haar op de brandstapel laten zetten en met de hulp van Rafaël transformeerde ze ene Gaëlle tot een beatae." "Hoe?", onderbrak ik haar. Ze keek me aan: "Door haar hun wil op te leggen. Door haar volledig te hersenspoelen en door een gewone engel wat gemmae te laten afgeven." "Dus Fien komt op de brandstapel?" Léonie flipte. "Neen, sinds enkele eeuwen is dat niet meer van toepassing. Sinds enkele eeuwen zorgen ze gewoon dat die beatae het niet door hebben. Maar de vorige uitverkorene kwam erachter. Emmanuël had een beatae gekregen, Emelie." Dat zei me iets. "Er was veel rumoer rond Emelie omdat ze het wist. Maar Emmanuël wou niet dat ze doodging. Om haar te redden maakte hij van haar een engel. Maar Gabe, de uitverkorene, weigerde om met de gemanipuleerde beatae samen te werken. Na een lange onderhandeling kwamen ze tot een besluit. Gabe mocht Emelie gebruiken als voedingsbron voor onsterfelijkheid en eeuwige jeugd." Gabe Loster. Schoot er door mijn hoofd. "Josephine is net als Emelie. Ze weet het. Ze oefent haar krachten." "Ze is ontvoerd.", snikte Léonie. "Neen, de pastoor en zijn zoon hebben haar bezig gezien en ze hebben het gesticht opgeroepen." "Die breken niet in." "Toch wel. Dat hebben ze wel gedaan. Ik laat die 4 rotzakken noet aan mijn beatae komen." Nu doelde Jophiël op Gabriël, Michaël, Rafaël en Uriël. "Waarom maakje haar ook niet tot engel?" Ze nam mijn handen vast, "Omdat Hij dit heeft gedaan om een Apocalyps tegen te houden. En dat gaat niet als niet alle vier de beatae er zijn. En de uitverkorene." "Waarom kunnen ze het niet verdragen dat zij geen beatae hebben.", dat was Léonie. "Omdat ze denken dat ze hun macht gaan verliezen.", Jophiël snoof minachtend. "Wij gaan Fien zoeken." Ik keek naar buiten, de lucht werd wat klaarder. "Nu." Ik bedankte Jophiël die me nog toeriep: "Ze zoeken me Rose, ze weten dat ik een beatae heb. Dit was de laatste keer dat je me gezien hebt." En toen verdween ze in een roze stofwolk. Er dwarrelde een rozenblaadje naar beneden. Ik gritste het uit de lucht en las de opgeschreven boodschap. "Vind háár." Ik liet het vallen en draaide me om naar Léonie: "We moeten terugkeren.", Ik keek naar buiten, de lucht werd lichter, "En er is haast bij."

3 mei 1912

Ik spoorde Iphigenia tot het uiterste aan en Léonie deed hetzelfde bij Richard. De zon kwam genadeloos steeds meer boven de horizon uitsteken. Toen we de villa binnenkwamen liep ik snel mijn kamer in... Nu ja, kroop. Ik gooide alles in mijn reistas. Dan liep ik naar Rafs kamer. Ik stormde binnen en sprong op hem: "Word wakker! Raf! Word wakker!", Ik snikte, "Je had gelijk Raphaël! Het spijt me!" Ik zag zijn hoofd boven het laken uitkomen. "Zei je nou net dat ik gelijk had?" Ik knikte en ging van zijn bed af. Snel begon ik zijn spullen in een tas te proppen. "Wat doe je?" "We moeten hier weg. Nu. Kleed je aan." Hij trok zijn slaaphemd uit en gooide het in een prop naar mij. Ik ving het op en bleef even kijken. Hij had echt een mooi lichaam. "Naar waar?" Ik knipperde met mijn ogen. "Spanje." Zei ik snel. We liepen naar buiten en propten alles in de auto. "We kunnen er nooit allemaal in.", riep Ulriek. "Léonie kan naast je van voor zitten en Louise kan op mijn schoot naast de koffers zitten.", zei Raf. Ik knikte snel. Geen tijd om na te denken. We moesten weg. Meteen! "En Richard dan en Iphigenia?" Ik veegde een kleine traan weg. "We laten ze achter." Toen klommen we in de auto. Snel snel snel. Raf en ik zaten op de achterbank en we waren aan het wachtten. Ik keek uit het raampje en zag Léonie en Ulriek kussen. Blozend wendde ik mijn gezicht af. "Wat is er?", vroeg Raf. Ik beet op mijn lip. De engelen zijn dus duidelijk niet wie ik dacht dat ze waren. Dus misschien waren mijn gevoelens echt wel geblokkeerd... Ik draaide me met mijn rug naar de deur en met mijn gezicht naar dat van Raf. "Wat gebeurt daar buiten?", vroeg hij nog eens. Ik glimlachte. "Dit.", fluisterde ik en ik kuste hem.

Engelen Ziel (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu