Hoofdstuk 33

158 14 0
                                    

Ik herstelde mezelf en stond op. Raf en Léonie kwamen bezorgd op me af gelopen. Ik rechtte mijn rug, raf nam mijn pols vast en trok me mee. "Er is iets mis met mij Louise!" Ik volgde hem strompelend. "Hij kan niet meer manipuleren!", schreeuwde Léonie. Ik keek ze beiden verbijsterd aan. Toen we bij de auto stonden haalde Raf een hand door zijn krullen en keek hij me bezorgd aan. Alsof daarnet nooit gebeurt was, alsof de relatie nooit gebeurt was, alsof we gewoon weer vrienden waren. En toen zag ik het, zijn ogen waren volledig groen, smaragdgroen. De kleur van de gemmae van Rafaël. En als een klop van een hamer drong de herinnering tot me door.

"Rose wat lees je daar?", had Michaël me gevraagd. Ik had opgekeken en met mijn kleine handjes naar het boek gewezen. "Iets over tweelingzielen.", hij had geknikt en was naast me komen zitten. "Vertel eens." "Er zal altijd iets verkeerds gaan bij de beatae, maar de tweelingziel zal zo ontwikkeld zijn dat die hem of haar kan helpen." Michaël had over mijn witte haren geaid en was opgestaan. "Wat ben jij toch een slim meisje Rose, zo slim en nog maar acht jaar."

"De andere tweelingziel is ontwikkeld..."

Ze ging via een andere lijn naar een ander woord: "God geneest, dat is de naam die aan Rafaël wordt toegekent." "Dus." "Misschien kan ik genezen." Ik zuchtte: "Léonie dat zijn dingen van het volk.", Ik nam het blad en verfrommelde het, "Dat is allemaal pure onzin." Léonie keek me gekwetst aan. Ik zuchtte en wreef over haar arm: "Hé, ik weet zeker dat jij ook iets cools kan doen. Heb geduld." Ze knikte en keek me beteuterd aan: "Ik dacht gewoon, nu ja ik had gehoopt..." "Ik begrijp het." Ik stond op en liep de bureau uit. Op de gang kwam ik Rafaël tegen hij hield me tegen en ik deed verslag. Heel even dacht in iets van verbazing in zijn ogen te zien. Maar dat was snel weer weg. "Je gelooft haar toch niet?" Heel even had ik het gevoel dat mijn hersenen niet meteen naar behoren wouden functioneren, maar toch stotterde ik een antwoord: "Tuurlijk niet het is nonsens en volkspraat." De engel knikte, ik zal wel even met dat Van Achteren meisje gaan praten. Ik knikte en liep verder de gang door.

Het werd weer zwart. Als echt zwart. Waarom val ik toch zo veel flauw? Ik moet echt eens leren om sterker te zijn..

"Louise?", de stem klonk als een echo, ik knipperde met mijn ogen en zag Ulriek voor me. "Alles goed?" Ik knikte zachtjes. Het ging best wel. En toen realiseerde ik het me. Mijn geest was erin geslaagd om een verborgen herinnering volledig zelf terug te brengen. Ik sloeg mijn ogen naar Léonie op en sprak dood ernstig. "Wij moeten praten."

Engelen Ziel (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu