Hoofdstuk 52

204 13 4
                                    

Gabriella, Léonie, Ulriek en ik zaten rond de tafel te staren naar het blad papier waarop ik het gedicht had geschreven. Ik zat aan de ene kant van de langwerpige houten tafel en Gabriella en de tortelduifjes aan de andere. Dan hoorden we geklop aan de deur, Léonie schrok: "Duitsers!" Ik legde mijn hand op de hare, "Dan zouden we oorlogsgeluiden hebben gehoord." Ik stond op en liep naar de deur, ik wierp een snelle blik in de spiegel en haalde diep adem, toen ik de deur open deed stormde een maar al te bekend iemand binnen. "Wat heeft dit verdomme te betekenen, Rose!" Ik zuchtte deed de deur dicht en ging kijken wat Raf op de tafel had gesmeten: "Ook leuk om jou te zien na zes maanden!", snauwde ik. Hij rolde met zijn ogen. Op tafel lag de krant waarop stond dat de Duitsers Luik binnenvielen. Ik zuchtte: "Dat betekent oorlog Raphaël." Hij keek me met woedende ogen aan: "Stop met dat ge-Raphaël!" Hij keek naar de anderen: "Ik kan geen oorlog hebben jongens! Ik heb een vrouw en een dochter!" Er ging een steek door mijn hart toen ik dacht aan Emilia en wat er met haar zou kunnen gebeuren. "Haal ze hiereen.", zei ik prompt. "Hoe bedoel je?", vroeg Raf verward. "Hier zijn ze veilig, bij ons de beatae." Rafs ogen verwijdden een beetje: "Dat is dit dus... Dat hele Apocalyps gedoe." Toen hoorden we weer geklop, ik wandelde opnieuw de kamer door, en opende de deur. Een mooie jonge slanke vrouw, met blonde krullende haren, die perfect getooid waren rond een diadeem, en met fonkelende juwelen rond haar hals en handen stapte binnen. Op haar arm zat een klein prachtig meisje met een lief klein gezichtje die de kleur had van porselein en blonde haartjes die al begonnen te krullen aan het einde, haar ogen waren felgroen. Onder de enkellange jurk van de jonge vrouw was er een kleine zwelling zichtbaar: "Ariella, Emilia...", fluisterde ik.

"Papa!", kirde het kleine meisje. Raf stapte naar zijn vrouw en dochter toe: "Lieverd, ik zei je te blijven wachten." Ariella keek verward en stamelde dan: "Emilia had honger en ik ehm... Nou ja ik dacht dat Rose wel iets zou hebben en... Ehm... Ze wou Léonie nog eens zien." Emilie kirde weer: "Tante!" Zowel Gabriella als Léonie als ik keken naar het kleintje, wie van ons bedoelde ze. Léonie kwam naar ons toen en nam Emilia op de arm. Ariella knipperde verward en schudde haar hoofd. "Gaat het wel?", vroeg ik. Ze knikte maar schudde dan haar hoofd. Ik nam haar mee naar een stoel bij de tafel en goot wat ijsthee in voor haar. "Wat is er?", vroeg ik. Ze knipperde tranen weg: "Ik ben niet dom Rose! Ik weet dat er oorlog komt en mijn kleine meisje," ze stopte even om te slikken en te voorkomen dat ze huilde, "ze zal ontwikkelen in oorlogsmaanden!" Jaren, dacht ik, het worden jaren. Raf legde zijn arm rond haar schouders: "Ariella, we kunnen dit!" Ze nam zijn andere hand en legde die op de lichte zwelling onder haar kleed: "Raf, ik ben opnieuw zwanger!" Ik knipperde verbaasd, ik had wel een vermoeden maar wow! Emilia was nog maar anderhalf jaar oud. Rag knikte geduldig: "Ik weet het, ik weet het. Van Rose mogen we hier logeren. De meisjes zullen voor je zorgen, maal je geen zorgen, onze zoon wordr veilig geboren!" Ik keek hem fronsend aan: "Hoe weet je dat het een jongen is?" Hij lachte wrang: "Volgens een voorspelling van Gabriël is dat kind voorbestemd tot iets, dan kan het alleen een jongen zijn." Ik trok mijn wenkbrauwen op, maar liet het voor de rest zoals het was.
Gabriella nam Ariella bij de arm en begeleidde haar naar de logeerkamer, Léonie en ik brachten de kamer ernaast in orde als kinderkamer en Ulriek en Raf entertainden Emilia.
"Wat nu?", vroeg Léonie. Ik zuchtte terwijl ik het bedje opmaakte: "Ik denk dat we het oudste gebouw op deze wereld moeten zoeken, daar zien we wel verder dan..." Ze knikte: "Oke, klopt wel met dat rijmpje, maar wie zegt dat we dat moet vertrouwen?", ik keek op en stopte met het opmaken van het bed: "Het is alles wat we hebben..."

5 augustus 1914

Het was 8:00, ik zat al gedurende twee uur in de kleine bibliotheek in ons huis, boeken lagen opengeslagen op de grond rondom mij. De gordijen waren dicht, het licht was afkomstig van enkele kleind kaarsen in een houder die ik naast me haar gezet. Een potlood zat tussen mijn tanden en een stapeltje met volgekrabbelde papieren lag onder het boek dat ik momenteel op mijn schoot had gelegd en aan het lezen was. Op de grond. De deur vloog open, een kaar doofde, maar ik keek niet op. Ik was geconcentreerd bezig met het uitrekenen van de bouwdatum van de Tulum in Frankrijk. "Wat ben je aan het doen?", vroeg een bekende stem. "Ssst.", was mijn antwoord. Léonie kwam voor me zitten en stak de kaars opnieuw aan. Ik sloeg het boek dicht, krabbelde een datum op het papier en begon met mijn notities door te lezen. Al die tijd zat Léonie me rustig gade te slaan. Ik keek op mijn horloge, half negen, mijn maag knorde. Ik vergeleek nog twee gebouwen en data en sprong recht toen ik me realiseerde dat ik het gevonden had. "Eureka!", riep ik. Léonie lachte: "Wat heb je?" Ik sloeg een boek open en wees naar een hoofdstuk die vertelde over een gebouw: "Cairn van Barnenez, dat is het oudste ter wereld, daar moeten we naartoe!" Léonie trok een wenkbrauw op: "Een steenkoolmijn?" Ik lachte wrang: "Dat denken die dommerikken hier nog ja, maar dit is duidelijk geen steenkoolmijn."
"Dat is het inderdaad niet," Rafaël stond in de deur, "het is een dolmen of zo." Ik lachte triomfantelijk, "Hier moeten we naartoe!"

Aan de ontbijttafel vertelde ik de rest over het plan: "Ulriek en Léonie, halen jullie Fien op vanmiddag?" De twee knikten. "Raf, kan jij de auto gereedmaken?" Raphaël keek me raar aan: "Ik ga niet mee." Ik verslikte me bijna in mijn versgeperste sninaasappelsap. "Wat?" Raf zuchtte: "Rose, ik ben een vader nu, ik kan Ariella, Emilia en Adriaan niet alleen laten." Ik was even verward: "Je zoon... Je hebt hem al een naam gegeen." Raf knikte. Ik haalde diep adem: "Nou, je moet wel. We hebben je nodig, zonder jou kunnen we het niet vervolledigen... Dan sterven we allemaal," ik pauseerde even en haalde mijn troefkaart boven, "dan zal je je zoon waarschijnlijk nooit zien." Iedereen keek me geschokt aan. Ik staarde kil terug: "Dat is de waarheid!" Raf schudde zijn hoofd: "Jij hebt zoveel geluk dat Ariella dat niet hoorde... Goed ik ga mee!"

HEEEEY
Het eerste deeltje van het raadsel is opgelost... Of niet? Denk je dat ze juist zijn of denk je dat Rose volledig verkeerd bezig is? Geef jullie mening!
Vote
Comment
Follow
Xoxo, Lou

Engelen Ziel (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu