Hoofdstuk 2

390 23 4
                                    

Jaaa ik ben weer laat oepsss 😅 iets met de hele dag stage en toen de hele avond op het hockeyveld ennnn jaa zoiets 🤷🏼‍♀🤷🏼‍♀
Anyway, deel twee! 😇🤗

—————————

"Persoonlijk politieagentje?" Fenna fronst en kijkt naar Van Zijverden. Hij haalt zijn schouders op. "Dit is vanochtend met de post meegekomen, meer weet ik ook niet." Zegt hij. Fenna leunt tegen haar bureau aan en staart nadenkend voor zich uit. "Moeten we dit serieus nemen?" Vraagt ze uiteindelijk. Evert vouwt zijn armen over elkaar. "Lijkt me niet toch? Het klinkt een beetje als een loos dreigement. Ik heb wel engere dingen gehoord dan 'jullie gaan er allemaal aan.'" Bram knikt instemmend, maar Liselotte en Fenna lijken minder overtuigd. "Kunnen we het ons permitteren om dit niet serieus te nemen?" Fenna kijkt haar collega's aan, nog steeds met een frons op haar voorhoofd. Van Zijverden schudt zijn hoofd. "We gaan dit sowieso uitzoeken. Daarom heb ik jullie hierheen gehaald op jullie vrije zaterdag. Probeer na te trekken van wie dit komt, en of het een reëel gevaar is." Met die woorden loopt hij met grote passen terug naar zijn kantoor.

Liselotte kijkt naar Fenna, en steekt haar hand uit. "Geef maar, dan kan ik het onderzoeken op vingerafdrukken en DNA." Fenna denkt even na. "Wacht," mompelt ze. Ze pakt pen en papier, en schrijft de tekst snel over. Dan geeft ze het zakje met het briefje aan Liselotte. De forensisch rechercheur pakt het aan, en loopt dan naar haar lab. Fenna staart naar de woorden die ze net heeft opgeschreven. Er is iets wat haar niet helemaal lekker zit, maar ze kan niet exact zeggen wat. Bram zet ondertussen het koffiezetapparaat aan. "Ik kan wel wat cafeïne gebruiken, jullie ook?" Evert knikt enthousiast. "Dat hadden we nog niet gehad vanochtend." Bram lacht. "Ja, jullie waren druk bezig met jullie... eh-plannen, zeker?" Evert grijnst. Hij werpt een blik op Fenna, maar zij is nog steeds diep in gedachten verzonken.

Pas als Evert een kop koffie in haar handen drukt kijkt Fenna op. Ze glimlacht zwakjes, maar haar ogen lachen niet mee, en ze fronst nog steeds. "We moeten uitzoeken waar dit vandaan komt, wat de locatie van loods 17 precies is en van wie die loods is." Zegt ze. Evert knikt. "Klinkt als een plan." Bram trommelt met zijn vingers op zijn bureau. "Was het briefje eigenlijk geschreven?" Vraagt hij zich af. Hij heeft er niet eens naar gekeken, de tekst was genoeg tot hem doorgedrongen toen Fenna het voorlas. Ze schudt haar hoofd. "Getypt... Hebben we ook niks aan." Mompelt ze. Bram zucht. "Het is waarschijnlijk niks en dan moeten wij op onze facking vrije zaterdag hierheen komen..." Klaagt hij. Evert knikt instemmend, hij had hele andere plannen voor vandaag.

De rest van de ochtend werken de rechercheurs geconcentreerd. Het is stil in de kantoortuin, zeker omdat op zaterdag maar weinig mensen aanwezig zijn. Bram is de eerste die genoeg krijgt van het stilzitten. "Ik ga even bij Lies kijken." Deelt hij aan zijn collega's mee voordat hij in de richting van het laboratorium loopt. Evert is nu ook afgeleid. Hij kijkt naar Fenna, die niet afgeleid is geraakt door Bram, en uiterst geconcentreerd naar haar beeldscherm kijkt. Ze heeft nog steeds die frons op haar gezicht, en de lijnen rond haar ogen en mond staan strak. Ze maakt zich zorgen, Evert ziet het aan haar. "Fen?" Zachtjes probeert hij haar aandacht te trekken. Ze reageert niet, hij weet niet zeker of ze hem niet hoort of dat ze geen zin heeft om te praten. "Fenna?" Probeert hij nogmaals.

Everts stem dringt pas laat tot Fenna door. Het duurt even voor ze registreert dat hij tegen haar praat. Zodra ze het wel doorheeft, kijkt ze op. "Wat is er?" Vraagt ze. Hij glimlacht zwakjes. "Dat kan ik beter aan jou vragen. Ben je oké?" Hij kijkt haar aandachtig aan. Ze forceert een glimlachje en knikt. "Niet helemaal hoe ik deze zaterdag had gepland." Zegt ze. Evert knikt. "Ik ook niet... Maar je ziet eruit alsof je je zorgen maakt..." Hij wacht even om haar de ruimte te geven iets te zeggen, maar ze blijft stil. Hij houdt zijn hoofd iets schuin. "Weet je zeker dat er niks is?" Fenna haalt haar schouders op. Evert kent haar – nu ze inmiddels ruim twee jaar een relatie hebben – zo goed dat ze niks meer voor hem verborgen kan houden. Ze vouwt haar handen in elkaar, en leunt er dan met haar kin op. "Slecht gevoel." Mompelt ze. Evert kijkt bezorgd naar haar. Hij weet hoe goed ze dingen kan aanvoelen, en hij weet ook dat haar haar intuïtie meestal klopt. "Kan je het uitleggen?" Vraagt hij zacht. Fenna haalt opnieuw haar schouders op. "Deze brief," ze gebaart naar de tekst op het papiertje, "ik denk dat het echt is... Het voelt helemaal niet goed."

OpofferingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu