"Evert? Gast het is twee uur." Moppert Bram slaperig. "Nee," klinkt Evert aan de andere kant van de lijn, "of nou.. Het is twee uur. Maar dat maakt niet uit. Kom hierheen, nu! En neem Liselotte mee." Er klinkt zo veel energie in zijn stem door dat Bram zich even afvraagt of dit echt gebeurt. Een telefoontje van een hyperalerte Evert om twee uur 's nachts is op z'n minst opmerkelijk te noemen. "Bram. Het is belangrijk, echt." De urgentie klinkt in Everts stem door. Bram weet niet wat er aan de hand is, maar hij is klaarwakker en voelt nu ook de spanning. Hij zucht diep. "We komen." Belooft hij Evert dan. "Goed. Ik zet koffie. Zie jullie zo." Met die woorden hangt Evert op.
Om half drie lopen Bram en Liselotte het bureau binnen. Als ze binnenkomen, zien ze dat Evert aan het bellen is. Hij gebaart naar twee koppen koffie die op het bureau van Milou staan, en rondt dan snel zijn gesprek af. "Van Zijverden. Komt eraan. Ik heb Milou ook gesproken, ze komt ook." Hij praat snel, een stuk sneller dan normaal, en het kost Brams vermoeide brein moeite om de woorden te begrijpen. "Wat is er allemaal aan de hand?" Vraagt hij zich dan af. Evert houdt zijn telefoon in de lucht. "Ik werd gebeld. Net. Door een onbekend nummer. Eerst alleen ademhaling... Toen kwam er een man binnen. Er werd geslagen, ik hoorde een kreun. Een vrouw. Ze riep om hulp. En-en... Jongens," in zijn haast komt hij niet uit zijn woorden, "het was Fenna. Het klonk als Fenna."
Het is even stil, Bram en Liselotte kijken Evert stomverbaasd aan. "F-Fenna?" Stottert Liselotte uiteindelijk. Evert knikt hevig. Zij gelooft er iets minder in dan hij. "Weet je het zeker?" Vraagt ze hem dan. Evert fronst, zijn enthousiasme wordt getemperd door haar onzekerheid. "Het klonk als Fenna." Mompelt hij. Liselotte knikt. Het is duidelijk, hij weet het niet zeker. Ze snapt zijn hoop, maar zelf wil ze niet hopen, omdat het dan alleen maar harder zal aankomen als het niet Fenna zou zijn. Bram legt zijn hand op Liselottes rug, en kijkt Evert aan. "Wat is het plan? Waarom heb je ons laten komen?" Vraagt hij zijn blonde collega. Het is even stil. "We moeten uitzoeken waar dat telefoontje vandaan is gekomen." Besluit Evert. Meer plan heeft hij ook niet.
Een dik kwartier later zijn ook Milou en Van Zijverden op het bureau. Met z'n vijven werken ze er hard aan om de telefoon waarmee Evert gebeld is te traceren. Het is doodstil, iedereen is uiterst geconcentreerd, ondanks het vroege tijdstip. Om vier uur richt Milou zich iets op. Ze is moe, en ze heeft het idee dat wat ze doet niet heel veel nut heeft. Ze kijkt naar haar collega's. "Kunnen we niet gewoon dat nummer bellen, kijken of de telefoon nog aanstaat?" Stelt ze voor. Vier paar ogen richten zich op haar. "Het is maar een idee." Mompelt ze verdedigend. Liselotte schudt haar hoofd. "De kans is klein, maar we kunnen de telefoon sowieso proberen uit te peilen." Zegt ze. Evert kijkt met grote ogen op. Hij vraagt zich af waarom ze dit een uur geleden niet bedacht hebben. Dat uur kan heel belangrijk zijn. Hij besluit er niks van te zeggen, dat zal alleen maar extra tijd kosten. "Doen dan, Lies." Moedigt hij zijn collega aan.
Nog geen drie minuten later springt Liselotte op vanachter haar computer. "Ik heb een locatie!" Roept ze uit. Iedereen kijkt naar haar op. Evert en Bram zijn al opgesprongen en hebben hun jassen gepakt. "Waar?" Is Milous vraag. "Net buiten de stad..." Mompelt Liselotte terwijl ze wacht tot de satellietafbeelding laadt, "ziet eruit als een oude boerderij." De mannen knikken, en zijn al bijna de deur uit als Van Zijverden ze tegenhoudt. "Wachten." Commandeert hij. "Milou, ga met ze mee. Jongens... Doe voorzichtig. Liselotte, blijf hier en zoek zo veel mogelijk over die boerderij uit als je kan vinden." Iedereen knikt. Milou, Bram en Evert sprinten de deur uit, Liselotte blijft zitten.
Ruimt twintig minuten later komt het trio aan bij de oude boerderij buiten de stad. Ze zetten hun auto neer, en stappen uit. Het is doodstil en pikkedonker. De drie rechercheurs trekken kogelvrije vesten aan, en sluipen dan op de boerderij af, hun wapens in hun handen. Eenmaal bij de deur aangekomen, kijken ze elkaar aan. "Wat doen we?" Fluistert Bram. Milou kijkt naar haar collega's. "Bij elkaar blijven. Het is te gevaarlijk in het donker." Antwoordt ze zacht. Na twee korte knikjes, voelen ze aan de deur – die open zit – en lopen ze heel langzaam de boerderij in.
------------
ik vind jullie enthousiasme echt geweldig, maar jullie zullen toch nog heeeel even geduld moeten hebben ;)
x Laura
JE LEEST
Opoffering
Fanfiction"Als ik dit doe, dan ga ik dood. Als ik dit niet doe, dan gaan we allemaal dood."