Hoofdstuk 39

240 20 3
                                    

"Lies?" Bram wrijft zachtjes over de rug van zijn vriendin. "Het is tijd om wakker te worden." Ze komt langzaam overeind, en knikt. "Ga jij maar vast douchen, dan kleed ik Thomas aan." Ze kust hem snel, en stapt dan uit bed. Hij wrijft met zijn handen in zijn ogen en staat dan ook op. Hij trekt wat kleren uit de kast, en loopt dan richting de badkamer. Hij staat een paar minuten onder de warme douche, springt er dan weer onderuit en kleedt zich aan. Fluitend loopt hij de keuken in, waar Liselotte zwijgend voor zich uit zit te staren, met Thomas in haar armen. Bram fronst. "Lies, wat is er?"

Liselotte slikt, en gebaart naar de kalender die op het aanrecht ligt. Bram kijkt verward naar de datum, en begrijpt dan ineens waar de terneergeslagen uitdrukking op het gezicht van zijn vriendin vandaan komt. Hij legt zijn arm om haar schouders en drukt een kus op haar hoofd. "Het was haar verjaardag geweest." Mompelt hij. Liselotte knikt. Een traan rolt uit haar oog, over haar wang, en belandt op Thomas' hoofdje. Met haar duim veegt ze het druppeltje weg, maar ze voelt er meer over haar wangen rollen. "Ze is weg, Bram... Ik mis haar zo." Fluistert ze. Hij trekt haar wat dichter naar hem toe en knikt. "Ik ook Lies..." Mompelt hij.

Nadat ze zo een tijdje hebben gezeten, kijkt Liselotte naar Bram. "Moeten we Evert bellen? Of... Iets?" Ze haalt haar schouders op, ze komt niet uit haar woorden, maar Bram snapt het. "We zien hem zo, toch? Op het bureau." Hij kijkt naar Liselotte. Ze knikt langzaam, en leunt weer met haar hoofd tegen zijn schouder. "Ik mis haar nog elke dag... Ik kan me niet voorstellen hoe het voor Evert is." Zegt ze zachtjes. Bram knikt, en geeft een kus op haar voorhoofd. "Ik weet het, Lies... Laten we vandaag extra goed op hem letten, oké?"

Even denken zowel Bram als Liselotte terug aan de talloze bezoekjes aan de eerste hulp in de laatste maanden. De vorige keer is inmiddels anderhalve maand geleden, Everts schouder is weer zo goed als normaal, en de zaak rondom Mirjam de Waal en het mysterieuze telefoontje is opgelost. Uiteindelijk hadden ze haar gelinkt aan een moordzaak van jaren eerder, waarin Evert haar zijn nummer had gegeven, zodat ze kon bellen als ze meer informatie had. Blijkbaar had ze zijn nummer opgeslagen en had ze zich dat herinnerd toen haar leven in gevaar was.

"Bram?" Liselottes stem haalt hem uit zijn gedachten. "Vraag jij je ook wel eens af wat ze... Wat Fenna..." Ze zucht. "Wat Fen ervan had gevonden? Van ons?" Zij vraagt het zich regelmatig af. Het was iets waar Fenna wel eens grappen over maakte, maar Liselotte heeft nooit de kans gehad om Fenna te vertellen hoe ze zich nou echt voelde, en te vragen wat de blondine daarvan vond. Bram wrijft over haar rug. Ook hij heeft het zich wel eens afgevraagd. "Ze had het geweldig gevonden," hij glimlacht, maar tranen branden achter zijn ogen, "ze was zo blij geweest. Je weet hoe blij ze kon worden van het geluk van anderen..." Nu druppelen de tranen op zijn wangen. Fenna was al jaren een constante factor in zijn leven. Ze was weliswaar impulsief en onvoorspelbaar, ze was er wel altijd voor hem als dat nodig was.

Samen zitten Bram en Liselotte nog een tijdje in de keuken, met Thomas op Liselottes schoot. Het lijkt wel alsof het jongetje doorheeft dat er iets speelt, hij is doodstil en hangt slaperig tegen Liselotte aan. Ze wrijft over zijn hoofdje. "We moeten door, Bram." Mompelt ze. "We kunnen niet voor altijd stil blijven staan bij Fenna. Ze zal... ze-ze zal altijd... Ik zal haar nooit vergeten... Maar we moeten door." Hij veegt een plukje haar uit haar gezicht. "Niet vandaag, Lies. Niet op de dag dat we haar leven hadden moeten vieren. Vandaag mogen we verdrietig zijn." Hij glimlacht zwakjes naar haar. Ze knikt langzaam. "En we moeten op Evert letten. Voor hem... Hij heeft het misschien nog wel zwaarden dan wij... Wij hebben elkaar nog." Ze legt een hand op zijn wang en leunt naar hem toe. Ze geeft hem een zachte kus. Bram kust haar terug. "Hij heeft ons ook, hè? Dat moeten we hem vandaag laten blijken. Hij is ons niet kwijt omdat wij samen zijn." Mompelt hij. Liselotte knikt. "We zijn met z'n drieën. Dat zal nooit verloren gaan." Ze recht haar rug, en veegt de tranen van haar gezicht. Bram wrijft over haar wang. "Ik hou van je, Liselotte van Kempen." Ondanks al het verdriet wat ze voelt, glimlacht ze toch. "Ik ook van jou, Bram." Mompelt ze voor ze hem kust.

OpofferingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu