Hoofdstuk 49

207 16 15
                                    

Liselotte en Bram worden wakker door zacht gejammer. Bram is de eerste die zich opricht. Hij kent het geluid, hij woont inmiddels lang genoeg bij Liselotte om te weten dat het Thomas is. De peuter zal wakker zijn geworden en daarna zal het te lang geduurd hebben voor hij Bram of Liselotte zag. Bram heeft zijn ogen nog half gesloten, maar gooit toch de dekens van zich af. "Ik ga wel." Mompelt hij tegen Liselotte, die nog op haar rug in bed ligt. Hij leunt even over haar heen en geeft een zachte kus op haar wang voor hij de kamer uitloopt.

Bram staat voor de deur van Thomas' kamertje als het tot hem doordringt welke dag het vandaag is. Bewegingsloos blijft hij staan. Het is vandaag echt zo ver. Fenna is vandaag een jaar dood. Bram voelt een brok in zijn keel vormen. Fenna was zijn maatje, hij kon grappen met haar maken maar ook serieus met haar praten als het nodig was. Hij slikt, en dan dringt ineens het geluid vanuit het kleine kamertje weer tot hem door. Hij moet zich nu even met de peuter bezighouden, niet met zijn verdriet. Daar zal later nog wel tijd voor zijn. Hij opent de deur en loopt de kamer in. Dan pakt hij Thomas uit zijn bedje en houdt hij het jongentje dicht tegen hem aan.

In de slaapkamer hoort Liselotte het gejammer van Thomas stoppen. Ze is blij dat Bram uit bed ging net, al was ze zelf ook wakker. Zodra ze een heel klein beetje was ontwaakt, rond half zeven al, had ze zich gerealiseerd welke dag het vandaag is. Vanaf dat moment had ze niet meer kunnen slapen, het was te pijnlijk geweest en haar gedachten waren te druk geweest. Ze kan niet geloven dat Fenna al een jaar lang weg is. Ze zucht, ze blijft over weg denken, maar Fenna is dood. Liselotte wrijft met haar handen over haar gezicht. In het begin had ze Fenna maar een beetje gek gevonden, al dat gepraat over intuïtie, en dan die eigenzinnig werkwijze, ze vond het werkelijk niks. Maar uiteindelijk was Fenna uitgegroeid tot iemand bij wie Liselotte altijd terecht kon, en zeker in de periode na de bevalling had Fenna veel geholpen met Thomas.

Met Thomas op zijn arm loopt Bram de slaapkamer in. Als hij ziet dat Liselotte wakker is, glimlacht hij zwakjes naar haar. Hij kruipt weer het warme bed in, en zet Thomas tussen hem en Liselotte neer. De peuter lijkt tevreden met die plek, en gaat tegen Liselotte aanliggen. Zij aait wat afwezig over zijn hoofdje en kijkt naar Bram. Hij legt over Thomas heen zijn hand op haar schouder. Liselotte kijkt hem aan, en als ze in zijn zachte, bruine ogen kijkt voelt ze hoe tranen haar ogen vullen. Hij geeft haar geen ruimte voor het verbergen van haar verdriet en geeft een zacht kneepje in haar schouder. Ze slikt en kan het dan niet meer tegenhouden. Tranen rollen over haar wangen; eerst langzaam, dan steeds sneller. Bram schuift dichter naar haar toe, en trekt haar – over Thomas heen – in een omhelzing. "Huil maar, Lies... Dat is oké." Hij geeft een zachte kus op haar hoofd.

Als Thomas na een tijdje aan Liselottes haar trekt, maakt ze zich los van Bram. Ze pakt haar zoontje op en drukt hem stevig tegen haar aan. Ze begraaft haar gezicht in zijn korte, zachte haartjes. Hij is nog zo jong, zo onschuldig. Hij weet niet waarom vandaag zo vreselijk is. Liselotte zucht en richt zich weer op naar Bram. "Ze heeft haar leven gegeven, Bram," fluistert ze, "voor ons... Voor Thomas. Zonder haar hadden wij dit-dit... Was hij..." Ze zucht. "Zonder Fen hadden we dit nooit gehad..." Ze slikt, het feit dat Fenna dood is, komt door die ruil om Thomas te redden. Liselotte voelt zich nog steeds schuldig.

Ineens merkt Liselotte dat Bram wel heel stil is. Als ze weer naar hem kijkt, ziet ze dat er ook tranen over zijn wangen lopen. Ze steekt haar hand uit naar hem. "Kom eens hier," fluistert ze. Hij pakt haar hand vast. Zij geeft een zacht kneepje in zijn hand. "Jij mag ook verdrietig zijn hè, Bram?" Ze kijkt hem ernstig aan. Hij buigt zijn hoofd, en ze ziet de tranen op de deken vallen. Ze zet Thomas naast zich neer en schuift naar Bram toe. Ze trekt hem in een stevige omhelzing, en begraaft dan haar gezicht in zijn nek. Ze voelt zijn tranen op haar schouder vallen, en merkt dat er ook bij haar weer tranen stromen. Ze slaat haar armen wat steviger om zijn nek, en hij wrijft over haar rug. Het verdriet is enorm, maar ze zijn in elk geval samen.

OpofferingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu