Bram en Evert lopen samen het bureau in. Met een zucht gooit Evert zijn jas over de leuning van zijn stoel, en loopt hij naar het koffiezetapparaat. "Dat soort gesprekken wennen nooit." Mompelt hij. Bram knikt. Slechtnieuwsgesprekken zijn altijd al het ergste gedeelte van hun werk geweest, maar de laatste maanden is het zo mogelijk nog erger geworden. Door het verlies van Fenna komen de emoties nu veel dichterbij. Elke keer als Evert mensen verdriet ziet hebben omdat ze een geliefde zijn verloren, kan hij zich weer herinneren hoe het voelt. De wanhoop, het ongeloof. En even later het besef; de realisatie dat je het de rest van je leven zonder die persoon moet doen.
Een agente komt de kantoortuin binnenlopen. Ze kijkt Evert aan. "Je moest naar het kantoor van de chef, het was dringend zei hij." Ze glimlacht zwakjes naar hem en loopt weer weg. Hij fronst, en kijkt vragend naar Bram, die zijn schouders ophaalt. "Wat heb je gedaan man?" Vraagt hij zich af. Evert denkt na, maar kan niks bedenken. "Ik ga maar eens kijken dan." Besluit hij. Bram knikt. "Succes." Grinnikt hij. Evert zucht. Hij kan even echt niet bedenken wat hij fout heeft gedaan nu, de laatste tijd heeft hij zich voorbeeldig gedragen.
Evert klopr zacht op de deur, en loopt dan naar binnen. Hij kijkt naar het bureau, in de verwachting zijn chef daar te zien, maar zijn ogen vallen op iemand anders. Vol ongeloof kijkt hij naar haar bruine ogen, die gelijk zijn blauwe ogen hebben gevonden. Heel even beweegt ze niet, dan springt ze op uit haar stoel en sprint ze naar hem toe. Zonder vaart te minderen vliegt ze in zijn armen. Hij zet wankelend een paar stappen achteruit om te zorgen dat ze niet samen op de grond belanden. Dan slaat hij zijn armen om haar heen en drukt hij haar stevig tegen hem aan. "Fen..." Mompelt hij zwakjes. "Fenna... Liefje..."
"Evert." Haar stem is zacht. Evert houdt haar nog steviger vast, en voelt ook haar greep op hem verstevigen. Tranen lopen over zijn wangen, hij had niet verwacht om haar ooit nog te zien, en nu is ze hier, en houdt hij haar vast. Hij laat haar even los, legt zijn hand tegen haar wang en bekijkt haar goed. Haar gezicht is wat ingevallen, haar kleren zijn vies en gescheurd en haar haren zijn vet en vies, maar het is echt Fenna. Hij strijkt met zijn vinger over haar wang en ziet de tranen in haar ogen. "Liefje," mompelt hij, "ik heb je zo, zo gemist." Ze knikt, terwijl tranen over haar wangen lopen.
"Evert," ze haalt trillerig adem, "ik-ik..." Ze schudt haar hoofd. Hij neemt haar gezicht in zijn handen. "Het is goed, je bent hier nu. We zijn samen, het is goed." Mompelt hij. Ze legt haar handen op zijn schouders en trekt zichzelf aan hem op. Ze kust hem, en hij kust haar terug, gretig en gepassioneerd. Met een hand op haar rug trekt hij haar weer dichter naar hem toe. Het gevoel van haar smalle lichaam tegen zijn borst heeft hij gemist. "Fenna," mompelt hij, "ik hou van je." Even laat hij haar weer los. "Ik hou zo veel van je."
Fenna glimlacht zwakjes, en slaat dan haar armen weer om Everts nek heen. Hij voelt hoe ze haar gezicht in de holte tussen zijn schouder en nek begraaft. Hij slaat een arm om haar middel heen en trekt haar zo dicht naar hem toe als fysiek mogelijk is. "Fen... Wat is er gebeurd?" Vraagt hij haar, heel zacht. Hij laat haar niet los, hij geeft haar geen kans om zich van hem los te maken. Ze verstevigt haar greep op hem iets. "Niet nu," mompelt ze, "nu wil ik bij jou zijn." Ze geeft een zachte kus in zijn nek, en laat dan haar hoofd weer op zijn schouder rusten. Hij wrijft zacht over haar rug. "Oké," mompelt hij, "prima... Ik wil ook bij jou zijn." Dat is het enige wat nu telt; samen zijn. Dat is alles wat hij de afgelopen maanden gewild heeft. Hij is in de war, hij is in shock, maar hij is zielsgelukkig. Hij heeft Fenna weer in zijn armen, dat kan niemand nog van hem afpakken. Ze is er nog, ze is niet dood. Hij voelt haar ademen, haar borstkas zet uit tegen de zijne aan en hij voelt haar warme adem in zijn nek. Ze leeft nog, ze is hier. Hij weet niet wat er gebeurd is, maar nu maakt het even niet uit. Met twee armen om haar heen geniet hij van haar aanwezigheid. "Ik laat je nooit meer gaan." Mompelt hij. Ze aait door de haren in zijn nek. "Ik blijf altijd bij je." Fluistert ze zacht.
———————-
🤗🤗
![](https://img.wattpad.com/cover/127276085-288-k366769.jpg)
JE LEEST
Opoffering
Fanfiction"Als ik dit doe, dan ga ik dood. Als ik dit niet doe, dan gaan we allemaal dood."