Hoofdstuk 21

296 20 4
                                    

's Avonds draait Bram zijn sleutel in de deur van Liselottes huis. Hij is er inmiddels zo vaak dat hij zijn eigen sleutel heeft. Hij loopt de woonkamer binnen, en ziet Liselotte op de bank zitten. "Thomas al in bed?" Vraagt hij zacht. Liselotte springt op als ze zijn stem hoort, ze had de deur niet open horen gaan. Ze slaat haar armen om hem heen en houdt hem even stevig vast. "Alles nog oké met Evert?" Vraagt ze zacht. Bram wrijft over haar rug. Ze was vanmiddag wel even langs geweest, maar ze moest Thomas ophalen op de peuterspeelzaal, en ze wilde de peuter niet meenemen naar het ziekenhuis. Bram laat haar los. "Evert is oké. Mooi gaatje in zijn been, maar uit alle onderzoeken gebleken dat er alleen maar een ader is geraakt, verder niks."

Liselotte knikt en haalt opgelucht adem. "En nu?" Ze gaat langzaam weer op de bank zitten. Bram gaat naast haar zitten, ze kijkt naar hem en fronst dan. "Wacht. Je zit onder het bloed joh." Het was haar vanmiddag niet opgevallen. "Heb je hier nog ergens een joggingsbroek liggen?" Bram knikt en glimlacht vermoeid. "Ik zal ff omkleden, ben zo terug." In de kast in Liselottes slaapkamer vindt hij zijn joggingsbroek, en ook nog twee shirts die van hem zijn. Even kriebelt er iets in zijn buik, zijn spullen in haar kast geven hem een goed gevoel. Met een glimlach op zijn gezicht loopt hij terug naar de woonkamer, en gaat hij weer naast Liselotte zitten.

Bram legt zijn arm om Liselottes schouders. Ze ziet er moe uit. Met een licht glimlachje kijkt ze naar hem. "Is Evert alleen thuis nu?" Ze fronst bij haar vraag, het lijkt haar niet goed om Evert nu alleen te halen. Bram schudt zijn hoofd. "De arts wilde hem nog even houden, hij heeft alles bij elkaar best wat bloed verloren." Liselotte knikt opgelucht. "Lijkt mij ook wel verstandig." Mompelt ze. Bram wrijft over haar rug. "Je moet je niet zo veel zorgen maken, Lies." Fluistert hij. Ze kijkt naar hem op en glimacht zwakjes. "Wat moet ik dan, jullie krijgen het elke keer voor elkaar om... Om in het ziekenhuis te belanden." Bram trekt haar wat dichter tegen hem aan. "We redden ons wel, echt. Het is niet goed voor je om je zo druk te maken. Stress maakt je moe."

Liselotte haalt diep adem. Bram heeft zeker gelijk, ze had er zelf alleen nog niet zo stil bij gestaan. Sinds Fenna weg is, gaat ze alleen maar door, zonder stil te staan bij de vermoeidheid en stress die ze voelt. "Ik kan jullie niet ook kwijtraken." Fluistert ze uiteindelijk, vrijwel onhoorbaar. Bram moet moeite doen om haar woorden te verstaan, maar ze dringen wel tot hem door. Hij laat haar los, en legt zijn hand tegen haar gezicht, zodat ze hem aankijkt. "Je raakt ons niet kwijt, Lies." Probeert hij haar met zachte stem gerust te stellen.

Liselotte blijft niet overtuigd. Ze kijkt in Brams bruine ogen, en ze ziet wel dat hij zijn woorden meent, maar ze gelooft ze niet. "Hoe weet je dat zo zeker?" Vraagt ze hem zacht. Hij haalt zijn schouders op, en wrijft met zijn duim over haar wang. "Ik laat je niet alleen, beloofd." Hij kijkt diep in haar ogen. Hij meent alles wat hij zegt. Hij gaat haar echt nooit alleen laten, daar is hij zeker van. Ze glimlacht heel lichtjes, zijn woorden komen bij haar aan. "Dankjewel, Bram." Ze leunt met haar gezicht tegen zijn hand aan, en glimlacht even naar hem.

Bram legt zijn andere hand ook tegen Liselottes gezicht aan. "Lies... Ik-ik..." Hij haalt diep adem. Woorden schieten te kort voor wat hij voelt. Hij leunt naar haar toe en kust haar zacht en kort. "Ik-ik... Ik ben... Ik-" Stottert hij. Liselotte wacht niet tot hij uitgepraat is voor ze haar lippen tegen de zijne drukt. Haar linkerhand glijdt over zijn arm en zijn nek, tot haar vingers in zijn krullen verstrengeld raken. Hij houdt zijn linkerhand tegen haar gezicht aan, zijn rechterhand zakt naar haar zij. Hij is gelukkig, hij wacht al zo lang op dit moment. "Lies," hij leunt weer iets naar achteren, "Liselotte... Ik..." Nog steeds komt hij niet uit zijn woorden. Ze glimlacht. "Ik weet het, Bram," mompelt ze, "ik ook." Gevoelens onder woorden brengen heeft nu niet haar prioriteit. Ze legt haar rechterhand tegen Brams gezicht, en trekt hem weer naar hem terug. Ze wil niet praten, ze wil alleen maar voelen hoe dicht zijn lichaam bij het hare is. Hij accepteert het, en opnieuw vinden hun lippen elkaar, in een lange, passievolle kus.

OpofferingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu