Isabel Wolters zucht diep. Ze had gisteren dagdienst, en daarna ook een nachtdienst. Eens in de zoveel tijd komt dat voor. Ze heeft er een ontzettende hekel aan, zeker omdat ze altijd langer in het ziekenhuis blijft dan de bedoeling is. Vandaag ook weer; in principe had ze om half acht vanochtend naar huis gemogen, maar er waren nog zo veel dingen die ze nog wilde doen dat het nu tien uur is. Ze kijkt op als de deur opengaat. Een collega van haar komt binnen en trekt verbaasd haar wenkbrauwen op. "Nog steeds hier?" Wolters knikt. "Zo veel dingen..." Ze zucht. "Heb je Evert Numan al ontslagen?" Vraagt ze dan.
Evert zit voor zich uit te staren. Bram en Liselotte zijn weer naar het bureau, het moest wel. Hij is opgelucht dat hij vanochtend toch had toegegeven wat hem dwarszat, al merkt hij nu dat het verdriet zwaar op hem drukt. Dat heeft hij altijd; als hij zijn gevoelens toegeeft, lijken ze daarna alleen maar meer aanwezig te zijn. Hij haalt zijn hand door zijn haren. Fenna spookt weer door zijn gedachten. Een zachte lach, haar lichaam in zijn armen, de manier waarop ze naar hem keek. Hij schudt zijn hoofd, het doet alleen maar pijn om hieraan te denken, het lost niks op. Voor de zoveelste keer voelt hij tranen in zijn ogen en een brandend gevoel in zijn keel.
Wolters komt Everts kamer binnen. Ze had besloten dat ze dit dan ook nog wel even kon doen, aangezien zij ook degene was die Evert had laten opnemen. Evert kijkt verrast naar haar op, en wrijft snel met zijn hand over zijn ogen, in de hoop dat ze zijn tranen niet heeft gezien. Ze kijkt hem even zwijgend aan. Ze heeft zijn tranen wel gezien, en nu weet ze even niet wat ze moet doen. Ze merkt dat hij het liever verborgen houdt, maar het voelt voor haar ook niet goed om er niks over te zeggen. "Is er iets wat ik voor u kan doen, meneer Numan? Ik zie aan u dat u ergens mee zit." Evert kijkt haar aan. Zijn blauwe ogen ontmoeten haar bruine ogen. Hij forceert een glimlachje, en schudt zijn hoofd.
Wolters knikt, en kijkt dan naar de papieren in haar handen. "U mag naar huis." Ze glimlacht zwakjes naar hem. Ze voelt aan alles dat Evert helemaal niet in orde is, maar ze weet dat het niet haar taak is om daarnaar te vragen. Hij pakt de papieren van haar aan, kijkt er snel doorheen, en zet dan zijn handtekening onderaan de pagina. "Mag ik nu gaan dan?" Vraagt hij. Ze kijkt hem bezorgd aan. "In principe wel, maar wilt u mij beloven dat u even rustig aan doet?" Ze houdt haar hoofd iets schuin, en kijkt naar zijn reactie. Hij knikt snel, te snel naar haar zin. "Beloofd." Hij glimlacht weer even naar haar terwijl hij knikt.
Evert gooit zijn benen over de rand van het bed, en trekt daarbij een pijnlijke grimas als hij merkt dat zijn linkerbeen – met de schotwond – toch gevoeliger is dan hij dacht. Wolters kijkt hem streng aan. "Ik zal een paar krukken voor u halen. Ik raad u ten zeerste af om de komende dagen te gaan werken, en als u daarna weer aan het werk gaat, even geen fysieke activiteiten." Haar toon is streng en formeel, maar het komt voort uit bezorgdheid. Evert knikt naar haar. "Wanneer ben ik weer volledig belastbaar?" Vraagt hij haar. Ze denkt een tijdje na. "Het herstel van een schotwond verschilt per persoon. Volgende week moeten de hechtingen eruit, dan kan er een plan gemaakt worden." Antwoordt ze uiteindelijk diplomatiek.
Langzaam knikt Evert. "Dank u wel, dan." Hij schudt de hand van de arts. Wolters kijkt hem nog even aan. "Voorzichtig doen, meneer Numan. Ik wil u nu liever een tijdje niet zien." Ze glimlacht zwakjes. Ook bij Evert kan er een glimlachje vanaf, een oprecht glimlachje dit keer. "Liever niet nee," is hij het met haar eens, "en trouwens... Ik heet Evert, en wordt meestal ook wel zo genoemd." Hij kijkt haar even aan. "Mensen die me meerdere keren in het ziekenhuis behandelen en me twee keer zien huilen mogen dat zeker." Enigszins verlegen wendt hij zijn blik af. Hij is sowieso niet zo van het hele 'u' en 'meneer Numan', maar hij vindt deze arts ook oprecht aardig. Wolters glimlacht zwakjes. Ze weet niet helemaal hoe ze hier op moet reageren, zeker omdat Evert net aan haar heeft toegegeven dat hij huilde, terwijl hij dat eerder nog probeerde te verbergen. Uiteindelijk kijkt ze hem aan. "Ga maar naar huis, Evert." Ze legt de nadruk op zijn naam, en ze glimlacht kort naar hem.
JE LEEST
Opoffering
Fanfiction"Als ik dit doe, dan ga ik dood. Als ik dit niet doe, dan gaan we allemaal dood."