De volgende ochtend hangt er een gespannen sfeer op het bureau. De afspraak was dat het team om acht uur aanwezig moest zijn, maar ze zijn er allemaal eerder. Als Van Zijverden als laatste binnenkomt, om vijf minuten voor acht, ziet hij zijn rechercheurs al zitten. Het is voor hem niet te zeggen wie er het meest zenuwachtig is. Liselotte maakt zich ernstige zorgen om haar zoontje, Fenna is gespannen aangezien zij de ruil zo moet doen, Evert is bezorgd om Fenna, en Bram wordt gestrest vanwege zijn gespannen teamgenoten. Van Zijverden schraapt zijn keel om de aandacht van zijn rechercheurs te trekken. "Laten we het plan nog een keer doorspreken, daarna geven we Fenna een zendertje en kunnen jullie naar de dijk gaan, zodat jullie daar op tijd zijn."
Een klein halfuurtje later staan de rechercheurs klaar om te gaan. Bram en Liselotte zijn al bij de auto, Fenna en Evert zijn iets achtergebleven. Evert houdt Fenna nu tegen door haar arm vast te houden. Ze kijkt naar hem. "Wat doe je?" Hij laat haar arm los, en geeft haar een klein glimlachje. "Ik..." Hij zucht. "Doe wel voorzichtig zo, oké?" Hij kijkt haar bezorgd aan. Ze glimlacht naar hem. "Natuurlijk. Ik zal niks geks doen, zorgen jullie maar gewoon dat jullie me op tijd weer komen halen." Evert kust haar snel. "Beloofd." Langzaam lopen ze verder. "Hoe is je gevoel over deze situatie?" Vragend kijkt hij naar haar. Ze kijkt hem verrast aan. "Mijn gevoel?" Ze grinnikt. "Ik ben zenuwachtig, ik hoop dat er niks geks gebeurd, Liselotte moet Thomas terugkrijgen." Evert knikt. "Verder geen slecht gevoel?" Fenna glimlacht zwakjes. "Valt mee."
Om tien voor negen staat Fenna buiten de auto. Ze heeft haar handen diep in de zakken van haar jas gestoken; het is ijskoud buiten. Binnen in de auto is het warmer, maar ze werd helemaal gek van de gespannen sfeer die daar hing. Ze moet nu even alleen zijn, anders raakt ze haar focus volledig kwijt en gaat het mis zo. Ze is zelf ook meer gespannen dan ze net aan Evert toe wilde geven, voornamelijk omdat ze niet wil dat hij zich zorgen om haar maakt. Ze redt zich wel, dat heeft ze altijd al gedaan. Toch vindt ze dit niet fijn. Ze gaat zichzelf zo overleveren aan een persoon die tot nu toe ongrijpbaar is geweest voor hun, maar wel behoorlijke bedreigingen heeft gedaan en nu zelfs een peuter heeft ontvoerd. Met haar vingers omklemt ze het kleine zendertje in haar linkerjaszak, dat zendertje is het enige wat ze zo nog heeft, de enige manier waarop haar team haar straks terug kan vinden.
Om twee minuten voor negen rijdt er een zwart busje de dijk op. Fenna kijkt gespannen toe, en als het busje tot stilstand komt een paar meter verderop haalt ze haar handen uit haar zakken en gaat ze wat rechterop staan. Het busje maakt een halve draai, en Fenna kan door de weerspiegeling van de ruit niet zien wie er achter het stuur zit. Ze kijkt aarzelend om naar haar collega's, die nog steeds in de auto zitten. Dan haalt ze diep adem en loopt ze richting het busje. Als ze dichtbij komt, rolt de zijdeur van het busje open. Fenna's hart gaat sneller kloppen als ze niemand ziet. Voorzichtig komt ze nog dichterbij, en zet ze haar rechtervoet op de rand van het busje. Ze leunt iets naar voren om naar binnen te kijken. Ineens wordt haar arm vastgegrepen en wordt ze hard naar binnengetrokken. Voor ze de tijd heeft gehad om terug te vechten, klapt de zijdeur achter haar dicht en wordt het donker.
Zodra Fenna naar binnen wordt getrokken, klikken Evert en Liselotte tegelijkertijd hun gordels los. Ze staan op het punt om naar het busje toe te stormen als Brams stem ze tegenhoudt. "Wacht, jongens." Hij kijkt naar zijn collega's. De situatie zit ook hem niet lekker, maar hij vraagt zich af of het zin gaat hebben om het busje te bestormen. "Laten we even wachten, kijken wat er gebeurt." Stelt hij aarzelend voor. Zowel Evert als Liselotte lijkt daar weinig voor te voelen. Het enige wat Liselotte wil, is Thomas in haar armen sluiten. Evert heeft net gezien hoe Fenna naar binnen werd getrokken, en wil niks liever dan haar bevrijden. Toch geven ze met tegenzin toe aan Brams voorstel. "Maar zodra die gast wegrijdt gaan we erachteraan." Zegt Evert nors. Bram knikt. "Natuurlijk, maar zo lang ze hier blijven staan wachten we af. Deal?" Evert knikt, van Liselotte krijgt Bram geen reactie. Ze staart met grote ogen naar het busje, waar Thomas misschien wel inzit. Bram legt zijn hand op haar knie. "Nog even geduld, Lies." Ze zucht, maar knikt dan ook. In stilte wachten de rechercheurs af. Net op het moment dat Evert de auto uit wil gaan, rolt de zijdeur van het busje weer open.

JE LEEST
Opoffering
Fiksyen Peminat"Als ik dit doe, dan ga ik dood. Als ik dit niet doe, dan gaan we allemaal dood."