Hoofdstuk 10

331 20 2
                                    

Nadat het team nog een tijdje met z'n allen bij elkaar heeft gezeten, wordt Evert een beetje onrustig. "Fen... We moeten wel naar huis, de meisjes hebben eten nodig." Enigszins schuldbewust kijkt hij naar Liselotte. Ze knikt hem toe. "Ga maar voor je kinderen zorgen." Ze slikt, maar forceert toch een glimlacht. Evert glimlacht dankbaar naar haar. Hij trekt zijn jas aan, en nadat Fenna snel nog Liselotte heeft omhelsd, vertrekt het blonde duo naar huis. Van Zijverden is een tijdje geleden al terug gegaan naar zijn kantoor, dus Bram en Liselotte zitten nu nog samen in de kantoortuin. Liselotte zit op Brams bureaustoel, Bram leunt tegen het bureau aan en wrijft nog steeds zacht over haar rug.

Liselotte voelt weer tranen achter haar ogen branden als ze denkt aan haar lieve kleine Thomas, die nu ontvoerd is. Het kleine jongentje weet waarschijnlijk niet eens waar hij zich bevindt, en waarom zij niet bij hem is. Ze slikt, maar er druppelen toch weer tranen op haar wangen. Ze probeert ze zo onopvallend mogelijk weg te vegen met haar mouw, Bram moet niet denken dat ze zwak is. Ze is verdrietig en wanhopig, dat wel, maar niet zwak. Ze voelt echter dat hij stopt met over haar rug wrijven, en vanuit haar ooghoek ziet ze dat hij naast haar stoel knielt.

"Lies?" Bram legt zijn ene hand op haar knie, terwijl de andere nog op haar schouder ligt. Hij ziet dat ze probeert haar tranen te verbijten. Hij geeft een zacht kneepje in haar been. "Gaat het?" Vraagt hij voorzichtig. Met een snelle beweging veegt ze de tranen van haar wangen, dan knikt ze. Bram kijkt haar ernstig aan. "Volgens mij heb jij mij ooit verteld dat ik niet moest liegen over hoe het met me ging. Jij moet dat ook niet doen hè?" Hij wrijft over haar been. Ondanks haar tranen kan Liselotte een klein beetje glimlachen om Brams woorden.

De lach verdwijnt van Liselottes gezicht als de ernst van de situatie weer tot haar doordringt. Ze staat op, en begint te ijsberen. "Hij is weg, Bram... En we kunnen Fen toch niet zomaar uitleveren aan een of andere gestoorde gek?" Ze vouwt haar armen over elkaar en blijft heen en weer lopen. Bram houdt haar na een paar keer tegen. "Lies... We leveren Fenna niet uit hè? We volgen haar, en gaan haar ook weer bevrijden. Het moet alleen even zo om Thomas terug te krijgen." Hij houdt haar aan haar schouders vast, en dwingt haar om naar hem te kijken. "Dit komt allemaal goed, Fenna kan dit." Met zachte woorden stelt hij haar gerust.

Als Bram er een paar minuten later zeker van is dat hij Liselotte – in elk geval tijdelijk – gerust heeft gesteld, laat hij haar schouders los. "Zullen we ook naar huis gaan?" Stelt hij voor. Liselotte haalt aarzelend haar schouders op. Bram kijkt haar onderzoekend aan, tot hij zich realiseert dat haar huis heel leeg zal zijn zonder Thomas. "Wil je met mij mee vannacht?" Biedt hij aan. Ze kijkt hem aan, en haalt haar schouders weer op. Het aanbod is heel aanlokkelijk, maar ze wil Bram ook absoluut niet tot last zijn. "Ik ga wel naar huis." Mompelt ze. Bram fronst. "Weet je het zeker? Het is echt geen probleem, Lies. Ik ben alleen maar blij als ik iets voor je kan doen." Liselotte kijkt naar hem op. "Als het echt geen probleem is..." Ze zucht. "Heel graag."

"Ga je mee dan?" Bram kijkt Liselotte vragend aan. "Of wil je hier nog iets doen?" Liselotte haalt haar schouders op en legt haar hand tegen haar voorhoofd, waar ze hoofdpijn voelt opkomen. Het liefst zou ze hier nu de hele nacht blijven zitten en alles op alles zetten om Thomas te vinden, maar ze weet dat dat waarschijnlijk toch niet gaat lukken, en dat ze morgen op haar collega's moet vertrouwen. Bram gaat naast haar staan. Hij legt zijn arm om haar schouders en trekt haar wat dichter tegen hem aan. "Het komt goed, Lies... Echt." Hij slaat ook zijn andere arm om haar heen en houdt haar stevig vast. Ze zucht diep, en leunt tegen hem aan. "Hoe weet je dat, Bram? Wat nou... Wat als-als..." Ze maakt haar zin niet af, maar Bram snapt waar ze heen wil. Hij wrijft zacht over haar rug. "Laten we daar nou niet aan denken... Fenna weet wat ze doet, en we gaan alles goed in de gaten houden morgen." Hij houdt haar een stukje van hem af, en ze kijken elkaar aan. Bram geeft een snelle kus op haar voorhoofd. "Kom, dan gaan we naar huis. Eten, slapen en dan morgen je zoontje weer terughalen." Hij glimlacht naar haar, en Liselotte knikt zwakjes.

-------

Niet m'n beste hoofdstuk ooit, maar wilde even proberen of ik ook langere stukken vanuit een ander perspectief dan Evert/Fenna kon schrijven. Dus bij deze; experimentje gelukt ;)

OpofferingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu