Hoofdstuk 42

250 17 14
                                    

"Meneer Numan? U mag met mij mee lopen." Een blonde arts kijkt Evert vriendelijk aan. Als hij met haar meeloopt door de gang stelt ze zich voor. "Ik ben Nina de Graaf, spoedeisende hulp arts, ik zal even naar uw neus kijken." Ze kijkt ook Bram aan, en knikt hem toe. Ze laat Evert plaatsnemen op een bed in een kamertje, en kijkt hem onderzoekend aan. "Kunt u mij vertellen wat er is gebeurd?" Vraagt ze, terwijl ze voorzichtig het ijs voor zijn gezicht wegtrekt om naar zijn neus te kunnen kijken. Evert zucht diep, maar besluit het toch maar te vertellen, anders wordt het alleen maar moeilijker. "Akkefietje met een arrestant," besluit hij, "die man wilde niet mee, en heeft met toen in mijn gezicht geslagen." De arts knikt, terwijl ze nog steeds naar Everts neus kijkt. "Bent u buiten bewustzijn geweest?" Vraagt ze hem. Hij schudt zijn hoofd. Ze kijkt hem nu aan. "Bent u gevallen?" Vraagt ze dan. Weer schudt hij zijn hoofd.

"Het lijkt me het beste om röntgenfoto's te laten maken van uw neus, dan kan ik kijken of ik uw neus gewoon recht kan zetten of dat u geopereerd moet worden." Besluit dokter de Graaf na een korte stilte. Evert moet moeite doen om een zucht te onderdrukken. "Oké." Mompelt hij. De gedachte dat hij geopereerd moet worden staat hem absoluut niet aan, maar hij weet ook dat hij dan zelf maar wat voorzichtiger had moeten doen, dan had hij zich niet in deze situatie bevonden.

Nadat er foto's gemaakt zijn, maakt dokter de Graaf nog wat aantekeningen in haar dossier. "Het duurt nog even voor we de uitslag van de foto's krijgen, tot die tijd-" Ze wordt onderbroken door een stem vanaf de gang. "Evert?" Met een frons op haar gezicht loopt Isabel de kamer in. Ze kijkt naar Evert, en dan naar haar collega. "Praat me even bij, Nina." Ze trekt er een stoel bij en gaat ook zitten. De blondine geeft het dossier aan Isabel, die er snel doorheen leest. "Mag ik dit overnemen?" Ze kijkt zowel Nina als Evert aan. De rechercheur haalt zijn schouders op, de arts knikt. "Prima. Dan zal ik jouw volgende patiënt ophalen." Isabel glimlacht. "Dankjewel, Nina."

Als Nina de kamer uit is, kijkt Isabel naar Evert – en Bram, die alles stilletjes in zich opneemt. "Evert, kunnen we praten?" Vraagt ze hem dan. Hij wendt zijn blik af en haalt zijn schouders op. Bram kijkt enigszins ongemakkelijk van de arts naar zijn vriend. "Zal ik ff op de gang gaan staan? Wat van dat slootwater dat jullie koffie noemen gaan drinken?" Stelt hij voor. Evert kijkt hem aan, bijt even op zijn lip en knikt dan. "Dankjewel." Mompelt hij. Bram geeft hem nog een klopje op zijn schouder en verlaat de kamer dan.

Isabel kijkt Evert aan met een ernstige blik in haar bruine ogen. "Dit gaat echt niet meer zo," concludeert ze, met zachte stem, "en ik weet niet wat ik kan doen om je te helpen, maar ik kan ook niet langer toekijken hoe jij jezelf steeds verwond." Ze kijkt naar Evert, maar hij heeft zijn blik nog steeds strak op de grond gericht. Zijn gedachten razen in het rond. Hij slikt. "Tien maanden geleden... Toen..." Hij haalt diep adem, en schudt langzaam zijn hoofd. "Ze heeft zichzelf opgeofferd om ons te redden." Mompelt hij, met tranen in zijn ogen. Heel langzaam kijkt hij op, en vindt hij Isabels bruine ogen. "Tien maanden geleden ben ik... Is de liefde van mijn leven... Ben ik haar verloren." Vertelt hij dan zacht. "En vandaag... Ze-ze zou... Het is haar verjaardag... het zou haar verjaardag zijn geweest." De tranen druppelen nu op zijn wangen en rollen langzaam naar beneden.

Heel even is het stil. Isabel laat de woorden tot haar doordringen. "Wat vreselijk," fluistert ze uiteindelijk, "gecondoleerd, Evert." Ze haalt haar hand door haar donkere haren. Dan legt ze heel voorzichtig haar hand op Everts knie. "Is dat waarom je zo-zo... Zo roekeloos bent? Omdat het je allemaal niks meer uitmaakt nu je haar kwijt bent?" Het is een hele directe vraag, dat weet ze, maar eromheen draaien zal de situatie niet minder pijnlijk maken. Evert kijkt haar aan en slikt. "Ik weet het allemaal even niet meer," mompelt hij, "ik heb twee dochters. En ik hou zielsveel van ze... Maar zonder haar... Zonder Fenna is het allemaal zo-zo..." Hij haalt zijn schouders op en schudt zijn hoofd. Isabel wrijft zacht over zijn been. "Het wordt beter, dat beloof ik," fluistert ze hem toe. Hij kijkt haar aan. "Hoe dan?" Vraagt hij. Ze haalt haar schouders op. "Het gebeurt gewoon." Mompelt ze zacht.

OpofferingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu