Hoofdstuk 9

335 19 6
                                    

Bram wrijft zachtjes over Liselottes rug en kijkt ondertussen naar Evert en Fenna. Beiden zijn ze een beetje bleek, en ook Bram voelt dat het bloed uit zijn gezicht is weggetrokken. "De klootzak," sist Evert na een tijdje, "het is godverdomme een peuter." Fenna legt haar hand op zijn arm. Ze is ook kwaad, maar met woede lossen ze nu niks op. Als Evert haar aankijkt, geeft ze vrijwel ongemerkt een knikje naar Liselotte, die met grote, bange ogen voor zich uit zit te kijken. Evert snapt Fenna's stille hint; ze moeten nu Liselotte helpen, en dat lukt niet als hij blijft schelden. Fenna geeft nog een zacht kneepje in zijn arm en richt zich dan tot Bram. "Ik haal Van Zijverden. We moeten een plan maken."

Liselotte veegt met de mouw van haar trui de tranen van haar wangen. Dan kijkt ze naar Fenna en Van Zijverden, die net aan komen lopen. Aan de drukke handgebaren van de blondine te zien, is ze het verhaal aan hun chef aan het vertellen. Hij kijkt met een ernstige blik naar Liselotte. Als hij dichtbij genoeg is, legt hij even zijn hand op haar schouder als stille steunbetuiging. Ze kijkt hem aan. "Wat gaan we doen?" Vraagt ze. Hij haalt diep adem. "Heeft de peuterspeelzaal camera's?" Hij kijkt haar vragend aan. Ze haalt haar schouders op. Bram geeft een kneepje in haar schouder. "Ik bel wel." Biedt hij aan.

Terwijl Bram belt, stelt Van Zijverden Liselotte nog wat vragen. Helaas kan ze hem vrijwel niks vertellen. Ze had zelf meteen de begeleidster die Thomas had meegegeven aan de man aan een vragenvuur onderworpen, maar de jonge vrouw kon zich niet veel herinneren. De man was niet opvallend geweest, de begeleidster dacht dat hij donker haar had, maar ze kon zich niets met zekerheid herinneren, behalve dat hij met een een - vals - bewijs had aangetoond dat hij familie is. "Eigenlijk weten we niks." Concludeert Liselotte na een tijdje met zachte stem. Fenna knielt voor haar neer en legt haar handen op de knieën van de brunette. "We gaan morgen die ruil doen, Lies. We gaan Thomas terugkrijgen." Stelt ze haar vriendin gerust.

Evert kijkt naar Van Zijverden. "Die ruil... Hoe gaan we dat doen?" Vraagt hij. Van Zijverden denkt even na. "Staat er weer dat degene die gaat alleen moet komen?" Hij kijkt naar Evert, maar krijgt antwoord van Fenna, die het briefje in haar handen heeft. "Staat niks over. Er staat dat de ruil één van ons tegen Thomas is, maar verder niks." Van Zijverden knikt nadenkend. "Ik stel voor dat jullie er dan morgen met z'n allen heenrijden, maar dat slechts één iemand uit de auto komt en de ruil regelt." Liselotte kijkt op. "Is dat geen risico?" Vraagt ze angstig. Fenna geeft een kneepje in haar been. "We kunnen Thomas moeilijk alleen op die dijk achterlaten na die ruil toch? Er moet wel iemand mee om hem op te vangen denk ik." Evert knikt instemmend.

Bram legt zijn telefoon neer en zucht. "Geen camera's." Deelt hij mee. Van Zijverden knikt. "Was ook niet echt te verwachten." Bram heeft met een half oor naar het gesprek geluisterd, en kijkt nu vragend rond. "Dus, wie gaat zich opofferen morgen?" Vraagt hij. "Ik wil wel weer." Biedt hij gelijk daarna aan. Fenna schudt haar hoofd. "Wat nou als hij jou niet meer serieus neemt na vandaag? Dat risico kunnen we niet nemen toch?" Vragend kijkt ze naar Van Zijverden. Hij knikt langzaam, en kijkt dan al zijn teamleden een voor een aan. Als laatste kijkt hij naar Fenna. "Zou jij willen?" Vraagt hij. Hij is het met haar eens dat Bram een risico vormt, Liselotte is sowieso te persoonlijk betrokken, en Van Zijverden twijfelt ook of Evert de rust zou kunnen bewaren, aangezien zijn dochters eerder ook bedreigd zijn. Gelukkig knikt Fenna, zonder twijfel.

Evert legt zijn hand op Fenna's onderrug. "We geven haar toch wel een zendertje?" Vraagt hij bezorgd. Van Zijverden knikt direct. "Een klein zendertje, meer niet. We hebben nu geen speling meer om dingen uit te proberen." Fenna knikt instemmend. Ondanks de zenuwen die – nu al – door haar lijf razen vindt ze Everts bezorgdheid niet nodig. Hij blijft echter ongerust. "En als we gaan volgen, moeten we wel afstand houden. Hij mag het echt niet doorhebben, wie weet wat hij dan doet." Ze weten inmiddels dat deze man ver kan gaan om zijn doel te bereiken. Fenna knikt afwezig, en kijkt dan naar Liselotte. "Klinkt dit oké voor jou?" Vraagt ze zacht. Liselotte knikt wat aarzelend. "Ik vind het geen fijn idee dat we jou dan gaan uitleveren." Geeft ze toe. Ze wil alles doen om haar zoontje terug te krijgen, maar een teamgenoot opofferen voelt toch niet helemaal goed. Fenna glimlacht. "Maak je daar geen zorgen over, jullie komen me gewoon zo snel mogelijk weer halen."

OpofferingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu