Hoofdstuk 53

207 16 2
                                    

Evert drukt beide handen tegen de wond op Isabels zij, maar haar bloed loopt in kleine stroompjes tussen zijn vingers door. "Godverdomme," vloekt hij zachtjes. Isabel kijkt naar hem op. Haar bruine ogen staan niet zo scherp als altijd, maar toch krijgt ze het voor elkaar om hem bezorgd aan te kijken. "Wat is er?" Vraagt ze hem, met trillende stem. Hij schudt zijn hoofd. "Het stop niet met bloeden... Verdomme, Ies!" Ook zijn stem is niet helemaal stabiel. Hij kijkt om zich heen, het is volledige chaos, mannen van het AT lopen rond, dokters en patiënten zijn druk in de weer, maar niemand lijkt op hem en Isabel te letten. Hij kijkt weer naar haar. Hij kan niet geloven wat ze net heeft gedaan. Als ze nou nog iets langer had gewacht... Tijdens hun discussie had Milou contact gezocht met het AT, en nog geen drie seconden nadat Isabel de gang op was gestapt waren ze gearriveerd, achter de schutter. Het was alleen drie seconden te laat. Voor het AT iets kon doen had de schutter Isabel al beschoten. Daarna was het vrij snel klaar geweest voor hem, maar daar gaat het Evert niet om. Isabel is geraakt, en nu is ze heel snel heel veel bloed aan het verliezen.

"Evert," Isabels zwakke stem haalt hem uit zijn gedachten, "harder drukken... Dan stopt het." Hij kijkt naar haar, en drukt dan harder tegen haar zij. Ze kreunt, en hij heeft de neiging los te laten, maar hij doet het niet. "Sorry, sorry, sorry..." Mompelt hij. Ze knijpt haar ogen dicht. Zijn adem stokt in zijn keel. "Ogen open, Ies." Beveelt hij. Langzaam opent ze haar bruine ogen en kijkt ze hem aan. Hij zucht. "Hou vol..." Fluistert hij tegen haar. "Kan ik met één hand druk houden?" Vraagt hij dan. Ze fronst lichtjes. "Als je maar goed blijft drukken." Zegt ze zacht. "Hoezo?" Evert kijkt haar aan, en laat heel langzaam een hand los. Als hij ziet dat er geen bloed tussen zijn vingers doorstroomt, pakt hij met zijn vrije hand haar hand vast. "Komt goed, Ies. We zijn in een ziekenhuis... Dit komt goed."

Een halve minuut nadat Evert die woorden fluisterde, komt er een arts naar hun toe sprinten. Ze valt op haar knieën neer, naast Evert. "Fuck, Isabel... Wat heb je gedaan?" Als Evert opzij kijkt, herkent hij Nina de Graaf. Zij kijkt ook naar hem. "Wat is er gebeurd? Waar is ze geraakt? Hoe veel bloed?" Op hoog tempo vuurt ze vragen op hem af. "Nina..." Onderbreekt Isabel haar zacht. "Geraakt in de rechterzij, net onder de ribben. Misschien lever geraakt. Veel bloedverlies. Patiënt wel alert, maar zakt langzaam weg." Vat ze dan haar eigen situatie samen. Ze voelt dat Evert zachtjes in haar hand knijpt, en ze geeft een kneepje terug. Dan kijkt ze Nina aan. "Nien, actie graag." Mompelt ze.

Nina heeft heel even nodig om zichzelf te herpakken. Het is niet niks om haar beste vriendin in een grote bloedplas te vinden, maar ze weet dat ze nu het nuttigst is als ze als arts handelt en niet als vriendin. "Oké," ze knikt kort, "Evert, hou je hand tegen die wond tot ik zeg dat je los mag laten." Ze kijkt hem streng aan, en hij knikt. Dan staat ze op. "Brancard hierheen! Zorg dat die liften weer werken! Infuuskit graag!" Roept ze om zich heen. Gelijk komen mensen in actie, er wordt heen en weer gerend en er worden spullen naar Nina gebracht.

Even later ligt Isabel op een brancard, heeft ze een infuus met pijnstilling in haar hand gekregen en wordt er voor gezorgd dat de liften weer werken zodat ze naar een operatiekamer gebracht kan worden. Nina legt haar hand op Everts schouder. "Evert, ik ga de druk op de wond nu van je overnemen... We gaan naar de OK nu en jij mag niet mee, sorry." Hij schudt wild met zijn hoofd. "Ik ga haar niet loslaten... Wat als ze weer gaat bloeden? Ik ga mee." Vastberaden kijkt hij haar aan. Nina geeft een kneepje in zijn schouder. "Evert, dat kan niet, echt niet... Je moet in de wachtkamer wachten, ik zal elk halfuur iemand naar buiten sturen om je op de hoogte te houden, beloofd."

Evert laat het – met tegenzin – toe als Nina voorzichtig haar handen onder de zijn schuift. "Je kan loslaten." Knikt ze hem dan toe. Heel langzaam trekt hij zijn hand terug. Voor Isabel naar de operatiekamer gebracht kan worden, geeft hij nog een kneepje in haar hand. "Vechten, Isabel... Ik heb je nodig." Ze kijkt naar hem, en glimlacht heel zwakjes. "Komt goed," mompelt ze, bijna onhoorbaar, "komt helemaal goed." Evert bijt op zijn lip. Hij legt zijn hand tegen haar gezicht. "Ik zie je als je klaar bent, oké?" Ze leunt tegen zijn hand aan. "Natuurlijk." Antwoordt ze zacht, voor ze mee wordt genomen door haar collega's.

OpofferingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu