Hoofdstuk 22

281 19 4
                                    

Evert ligt op zijn rug en staart met samengeknepen ogen naar de felle ledlampen aan het witte plafond boven hem. Een zacht klopje op de deur haalt hem uit zijn gedachten. Als de deur opent, ziet hij zijn arts verschijnen. Hij kijkt haar aan, zonder enige emotie op zijn gezicht. Het vrolijke, ontspannen humeur van eerder is – samen met de pijnstilling – uit zijn lijf verdwenen. Hij wilde niet meer medicatie, dat vond hij niet nodig. Nu klopt de wond op zijn been pijnlijk, en snapt hij niks van zichzelf, maar weigert hij alsnog om te vragen naar medicijnen. Hij vraagt zich af wat de arts komt doen, minder dan een uur geleden heeft ze hem nog gecontroleerd. Ze glimlacht zwakjes naar hem, terwijl ze een losse pluk donker haar achter haar oor stopt. "Meneer Numan? Het bezoekuur is eigenlijk afgelopen, maar er zijn een paar mensen die u héél graag willen zien."

Met grote ogen staart Evert naar Wolters. "Wie?" Vraagt hij zich hardop af. Van Zijverden, Bram en Liselotte waren die middag al geweest. Wolters glimlacht weer even naar hem. "Uw kinderen en hun moeder." Vertelt ze dan. De glimlach die over Everts gezicht verspreidt geeft haar een goed gevoel. "Zal ik ze binnen laten komen?" Vraagt ze, al weet ze het antwoord al. Evert knikt hevig, en gaat wat rechterop zitten. "Graag." Antwoordt hij nog. Wolters knikt naar hem. "Een halfuurtje, oké? Langer dan dat kan ik de regels ook niet ombuigen." Evert haalt zijn schouders op. Een halfuur met zijn dochters maakt hem al heel gelukkig. "Bedankt." Hij glimlacht kort naar Wolters.

"Papa!" Brecht en Nynke sprinten naar Everts bed toe. Hij spreidt zijn armen, en sluit zijn ogen als de smalle lijfjes van zijn dochters zich tegen hem aan storten. Dit is alles wat hij nu nodig heeft. Als hij zijn ogen weer opent ziet hij, over de schouders van zijn dochters, de afkeurende blik van zijn ex. "Wat?" Vraagt hij geluidloos. Ze schudt haar hoofd. "Later." Ook zij communiceert zonder geluid. Ze wijst naar hun kinderen, maar aan haar ogen ziet hij dat dit zeker nog een vervolg gaat krijgen.

Nynke maakt zich als eerste los van Evert. "Wat is er gebeurd papa?" Vraagt ze. Hij kijkt haar aan. "Ongelukje op het werk, maar niks om je zorgen over te maken, lieverd." Hij glimlacht geruststellend naar haar. Zij blijft hem serieus aankijken. "Mama zegt dat je bent neergeschoten." Evert kijkt Noor kort aan, en knikt dan naar Nynke. "Dat klopt, maar het valt wel mee hoor." Brecht maakt zich nu ook van hem los. "Mag ik het zien?" Vraagt ze. Evert glimlacht zwakjes. Hij slaat de dekens van zich af, en laat het verband op zijn been zien. "Hieronder zit een klein gaatje, meer niet. Ik ben morgen weer thuis, lieverds." Zijn kinderen knikken tevreden.

Na vijfentwintig minuten kijkt Noor haar kinderen aan. "Nynke, Brecht, wachten jullie op de gang, ik moet nog even iets met papa bespreken." De meisjes geven Evert een knuffel, en lopen dan braaf de kamer uit. Noor kijkt Evert streng aan. "Dit kan je niet maken, Evert. Je moet voorzichtig doen! Denk aan je kinderen!" Evert zucht diep. "Risico's van het vak, Noor! Dat weet jij ook!" Ze schudt haar hoofd. "Je bent jezelf niet, niet sinds..." Ze stopt met praten, maar ze weten beiden wat ze wilde zeggen. Ze zucht diep. "Kijk... Nynke en Brecht hebben haar ook verloren hè? En weet je hoe erg ze schrokken toen ik vertelde dat je was neergeschoten? Ze zijn doodsbang, Evert. En dat kan je ze niet aandoen!" Evert bijt op zijn lip, hij snapt haar punt. Hij knikt, als teken dat hij het begrijpt. Als hij verder niet reageert, vindt Noor het genoeg. Ze zwaait naar hem, en loopt dan de kamer uit.

Evert slikt. Zijn ogen beginnen te tranen. Hij wil zijn kinderen niet zo laten schrikken, dat is niet de bedoeling. En Noor heeft een punt, zeker na het verlies van Fenna mag hij ze dit niet aandoen. Zijn keel knijpt dicht, hij kan nog steeds niet aan Fenna denken zonder verdriet. Tranen druppelen op zijn wangen als hij probeert te bedenken wat zij hem zou vertellen in deze situatie. Hij schrikt op uit zijn gedachten als de deur van zijn kamer opengaat. Dokter Wolters komt binnen, ze wil even controleren of hij zich aan het halfuurtje bezoek heeft gehouden. Als ze ziet dat hij huilt, weet ze zich even geen houding te geven. Dan recht ze haar rug, en komt ze dichter naar hem toe. "Kan ik iets voor u doen?" Haar toon is professioneel, maar Evert ziet de empathie in haar ogen. Toch schudt hij zijn hoofd. Ze knikt kort naar hem. "Als er iets is..." Ze gebaart naar zijn alarmknop voor ze de kamer uitloopt.

OpofferingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu