Hoofdstuk 52

195 15 4
                                    

Het AT is er al als Bram, Evert en Milou aankomen bij het ziekenhuis. De drie rechercheurs stappen uit, en overleggen snel met de mannen van het AT wat het plan is. Omdat er nog veel van de situatie onbekend is, is het lastig om exact te bepalen wat er gedaan moet worden. Er is een schutter binnen, maar niemand weet wie hij is, wie het doelwit is of waar hij zich precies bevindt. Ze weten niet eens op welke verdieping ze moeten zijn. Er is besloten dat er in kleine groepjes opgesplitst gaat worden, om zo effectief mogelijk te werken. Vanzelfsprekend horen de drie rechercheurs bij elkaar, en ze mogen ook gelijk als eerste naar binnen.

Eenmaal binnen gaat het drietal gelijk richting de trap. De afspraak was dat zij naar de bovenste verdieping zouden gaan, het tweede team naar de een-na-hoogste verdieping, enzovoort. Door het noodprotocol zijn de liften buiten gebruik, en als het trio boven aankomt zijn ze helemaal buiten adem. Het is stil op de verdieping, eng stil. Heel voorzichtig lopen de rechercheurs verder. Ineens horen ze geschreeuw. Ze drukken zich tegen de muur aan, en Evert kijkt om de hoek. Snel draait hij terug naar Milou en Bram. "Hij is daar. We moeten kijken of we dichterbij kunnen komen."

Voordat het trio kan handelen, verandert het geschreeuw van angstige kreten tot verstaanbare woorden. "WAAR IS ZE? WAAR IS DE BITCH?" Horen ze. De rechercheurs kijken elkaar aan. "NOU? WAAR IS ZE? WAAR IS WOLTERS?" Evert trekt bleek weg. Isabel is dokter Wolters hier in het ziekenhuis. "Fack," vloekt hij hardop. Bram pakt zijn arm vast. "Geen gekke dingen doen." Mompelt hij. Evert schudt zijn hoofd. "Dit kan niet, dit meen je godverdomme niet." Hij trekt zijn arm los van Bram, maar wordt nu door Milou tegengehouden. "Evert, we gaan ervoor zorgen dat ze veilig is, oké? Het helpt niet om nu zomaar weg te stormen."

Evert knikt. Milou en Bram hebben gelijk. "Wat is het plan?" Bram denkt even na. "Laten we kijken of we ergens omheen kunnen, zodat we hem van achteren kunnen benaderen." Milou knikt, Evert lijkt niet overtuigd. "En Isabel? We moeten haar vinden." Hij weet dat er mensen in gevaar zijn, maar hij kan alleen maar aan Isabel denken. Ze betekent zo veel voor hem tegenwoordig. Hij vraagt zich af of hij het zou overleven als hij haar ook nog kwijt zou raken. Ze is de laatste weken letterlijk het enige wat hem op de been heeft gehouden.

Voor de rechercheurs een concreet plan kunnen bedenken, horen ze nog een stem om de hoek, dit keer dichterbij en vanaf de andere kant. "Ik ben hier. Laat iedereen met rust, je wil mij hebben." Evert wordt nog bleker dan hij al was. "Nee... Nee, verdomme." Hij kijkt om de hoek. Rechts ziet hij de schutter, links komt Isabel met kleine stapjes dichterbij. Ze ziet hem, en schudt haar hoofd kort. Hij kijkt haar strak aan, en zodra ze dichtbij genoeg is, trekt hij haar aan haar arm hun zijgangetje in. "Wat ben je verdomme aan het doen?" Sist hij. Isabel trekt zich los. "Ik kan hem toch niet door laten gaan? Hij heeft al genoeg mensen verwond, dit kan niet, Evert." Fel gaat ze tegen hem in. Hij zucht. "Isabel... Ies, je weet wat hij gaat doen hè? Hij gaat je vermoorden."

Voor Evert en Isabel verder kunnen ruziën, knalt er een kogel tegen de hoek van de muur waar ze tegenaan staan. Heel even is er een moment dat Evert niet op Isabel gefocust is, en dat moment gebruikt ze om weer weg te stappen, terug de gang op. "Doe maar!" Roept ze. "Doe wat je wil! Maar laat iedereen hier daarna met rust!" Ze trilt van top tot teen, maar ze weet dat ze dit moet doen. Ze mag niet de levens van onschuldige collega's en patiënten riskeren. Het wapen is nu op haar gericht. Het lijkt alsof er uren voorbij gaan, maar in werkelijkheid zijn het nog niet eens seconden. Ze hoort de knal, en voor ze het weet wordt ze naar achteren geblazen en voelt ze een stekende pijn in haar zij. Ze klapt tegen de grond, en hoort dan nog meer knallen. Vreemd genoeg voelt ze niet nog meer pijn, het blijft bij de steken in haar zij. Vaag hoort ze geschreeuw, maar het lijkt heel ver weg. Haar oren suizen, zwarte vlekken verschijnen in haar beeld. Ze vraagt zich af of dit is hoe het voelt om dood te gaan. Voor ze echt op die gedachte in kan gaan, verschijnt Evert in haar blikveld. "Isabel? Ies, niet doen." Hij drukt zijn handen tegen haar zij en ze kreunt zacht. Hij kijkt haar aan. "Het komt goed, oké? Het komt goed!"

-------------------

Beeeeetje laat oeps.. En een cliffhanger, want dat vond ik leuk ;p

OpofferingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu