Evert geeft een zachte kus in Fenna's nek. Ze kan een lachje niet onderdrukken als zijn stoppels in haar huid prikken. Heel langzaam laat hij zijn lippen omhoog glijden over haar huid. Hij geeft een kus op haar kaak, en dan eentje net onder haar oor. Langzaam komt hij dan dichterbij haar mond. Hij drukt een lange kus op haar wang, en nog eentje op het puntje van haar neus. Ze glimlacht, en richt haar bruine ogen op zijn blauwe ogen. Het is zaterdagochtend, zijn dochters zijn bij hun moeder en voor het eerst in weken kunnen ze een keer een ochtend in bed blijven liggen. Ze voelt zijn hand onder haar pyjamashirt glijden, en ze legt haar hand tegen zijn gezicht aan. Langzaam en voorzichtig trekt ze zijn hoofd dichter naar haar toe. Ze sluit haar ogen als hun lippen elkaar bijna raken.
Op het moment dat Evert zijn lippen op die van Fenna drukt, gaat haar telefoon. Gelijk is het moment weg, en met een zucht rolt hij van haar af. "Godverdomme." Vloekt hij. "Welke idioot belt er op zaterdagochtend?" Fenna reikt naar haar telefoon, en houdt het scherm dan naar Evert. Hij rolt met zijn ogen. "Het zal toch eens niet." Mompelt hij, terwijl Fenna opneemt. "Bram, zeg me alsjeblieft dat dit iets heel belangrijks is." Ze is rechtop gaat zitten, en Evert – die nog steeds op zijn rug ligt – bestudeert haar aandachtig. Haar blonde haren vallen los om haar gezicht, en gedachteloos draait ze een plukje om haar linkerwijsvinger heen terwijl ze met Bram praat. Langzaam komt Evert overeind. Voorzichtig strijkt hij haar haren aan de kant, dan geeft hij een lange, tedere kus in haar nek.
Fenna rondt haar gesprek met Bram af, en draait zich om naar Evert. "Heb jij iets van dat gesprek meegekregen?" Vraagt ze hem, met een glimlachje op haar gezicht. Hij schudt zijn hoofd, en kust haar zacht. "Was het belangrijk of kunnen we verder met waar we mee begonnen waren?" Vraagt hij, terwijl hij zijn ene hand weer onder haar shirt laat glijden. Voor Fenna antwoord kan geven, kust hij haar opnieuw. Met moeite maakt ze zich los. "Ik-ik... We moeten wel..." Mompelt ze. Haar woorden worden gesmoord als Evert zijn hand over haar mond legt, en naar haar kijkt. "Kan wel later, toch? Zo belangrijk kan het niet zijn op zaterdag." Hij kijkt haar hoopvol aan, maar ze schudt haar hoofd. Ze legt haar hand over zijn hand en trekt hem voor haar mond weg. "We moeten naar het bureau..." Voordat Evert haar tegen kan houden is ze uit bed gestapt. "Ik ga douchen, maak jij ontbijt?" Vraagt ze. Hij staat ook op en slaat zijn armen om haar heen. "We kunnen ook samen douchen." Stelt hij voor, met een grijns op zijn gezicht. Fenna maakt zich toch los. "Jij weet net zo goed als ik dat we dan nooit op het bureau gaan komen." Ze lacht zachtjes.
Vijfentwintig minuten later zitten Fenna en Evert in de auto. Zij rijdt, hij werkt nog snel een boterham weg. Hij slikt een hap brood door en kijkt naar haar. "Wat zei Bram eigenlijk?" Vraagt hij. Dat was nog niet eens ter sprake gekomen in de haast die ze hebben gehad. Fenna kijkt hem aan, terwijl ze stil staan voor een stoplicht. Snel denkt ze terug aan het telefoontje. "Niet zo veel eigenlijk..." Concludeert ze. Evert trekt zijn wenkbrauwen op. "Maar het was wel belangrijk genoeg om uit bed te komen?" Fenna grinnikt. "Hij zei dat we... Van Zijverden had hem gebeld geloof ik. En wij moeten komen. Allemaal, Bram ging Lies ook bellen." Evert knikt. "Sinds wanneer is Bram het aanspreekpunt geworden?" Vraagt hij zich af, met een grijns op zijn gezicht. Fenna haalt haar schouders op en lacht. "Sinds wij een relatie hebben en niet meer serieus worden genomen?" Evert lacht met haar mee.
Als het blonde duo op het bureau komt, zijn Bram en Liselotte er al. Ook Van Zijverden staat in de kantoortuin. Bram steekt zijn hand op als begroeting. "Ik belde jullie eerder dan Lies, hoe krijgen jullie het voor elkaar om dan toch een kwartier later te zijn?" Evert haalt schuldbewust zijn schouders op. "Het is zaterdagochtend... We hadden andere plannen." Bram barst in lachen uit. "Plannen?" Hij grijnst. Van Zijverden kijkt zijn rechercheurs streng aan. "Dit gesprek mogen jullie later voorzetten." Onderbreekt hij ze. Gelijk kijken ze allemaal serieus. "Waarom heb je ons laten komen?" Vraagt Liselotte dan. "Hierom." Van Zijverden houdt een plastic bewijszakje met daarin een briefje omhoog. "Wat is dat?" Vraagt Fenna. Van Zijverden geeft haar het zakje. Ze leest hardop voor. "Ik wil een van jullie als mijn persoonlijke politieagentje, of jullie gaan er allemaal aan – net zoals iedereen die jullie liefhebben. Morgen 12.00, loods 17 bij de haven. Één iemand, geen grappen."
-----------
Jaaa, here we go again... Waar zou dit naartoe gaan? ;p
![](https://img.wattpad.com/cover/127276085-288-k366769.jpg)
JE LEEST
Opoffering
Fanfiction"Als ik dit doe, dan ga ik dood. Als ik dit niet doe, dan gaan we allemaal dood."