Hoofdstuk 19

3.2K 46 35
                                    

Na het dansen loop ik met Olivia naar de kleedkamers om ons om te kleden en het duurt niet lang voordat Olivia los barst met ideeën voor Mats zijn verjaardag. 'We kunnen het houden in het oude warenhuis houden!' Roept ze enthousiast. Ik knik en kijk met haar mee op haar telefoon om te kijken wat voor decoratie ideeën ze had. 

Zodra we ons omgekleed hebben lopen we naar buiten. 'Ik zie je morgen weer.' Zeg ik terwijl ik naar mijn fiets loopt. Ze wuift me gedag en loopt de andere kant op. 'Hé, ik ben Riven.' Zegt de jongen van daarnet. 'Summer.' Glimlach ik. 'Ik weet niet of je me kent, maar we hebben een paar dezelfde lessen.' Lacht hij nerveus. 'Ja klopt.' Glimlach ik terwijl ik mijn fiets van slot haal. 'Uhm, zou je een keer ergens samen willen studeren? Een studiedate.' Lacht hij nerveus. 'Ja, misschien wel. Maar ik heb een beetje haast. Ik zie je weer op school.' Glimlach ik. 'Waar studeer je meestal? Misschien ben ik er dan ook toevallig.' 'Subtiel.' lach ik. 'Bij Miranda's.' Zeg ik. 'Goeie keuze, daar hebben ze de beste chocolademelk.' Grinnikt hij. Ik moet lachen en knik. 'Klopt, maar ik moet echt door Riven.' Hij knikt en zet een stap naar achteren. 'Ik zie je wel op school.' Hij wuift me gedag en ik fiets snel weg. Dat was opdringerig.

Eenmaal thuis aangekomen zie ik Benjamin op de bank zitten. 'Hé.' Zeg ik terwijl ik naast hem neer plof. 'Hé.' Antwoord hij zonder op te kijken van de tv. 'Is Luke thuis?' Vraag ik. 'Nee ik zit hier omdat ik de bank kom bezoeken.' Zegt hij sarcastisch. 'Hé! Wie weet kwam je wel voor mij.' Zeg ik nepverontwaardigd. 'Nee, je hebt gelijk ik kwam voor jou.' Grinnikt hij terwijl hij zijn lippen tuit. 'Houdt toch op jij.' Grinnik ik terwijl ik hem een zachte duw geef. 'Waar is hij?' Vraag ik. 'Ik ben hier.' Ik kijk op en zie Luke achter de muur vandaan komen. 

Hij komt tussen ons zitten en pakt de afstandsbediening uit Ben zijn handen. 'Hé!' Jammert hij. Mijn huis, mijn afstandsbediening, mijn programma's.' 'Erm, jouw huis?' Vraag ik met een opgetrokken wenkbrauw. 'Ja, in dit geval wel.' Zegt hij stug. Ik rol met mijn ogen en loop naar boven. 'Ik ga douchen! Blijf van de warme kraan af!' Roep ik naar beneden. Ik hoor wat gemompel van beneden komen en pak mijn spullen. Na het douchen besluit ik maar wat aan school te gaan doen en start ik mijn laptop op. 

'Eten!' Wordt er vanaf beneden geroepen. Ik sla alles op en loop naar beneden. Ik schuif aan aan tafel en schep wat op. 'En, hoe was het dansen?' Vraagt Ben. 'Goed hoor, ik ken nog bijna niemand van de groep. Maar Olivia en Elijah zijn super aardig. En ze vinden dat ik erg goed ben.' Glimlach ik. 'Dat ben je ook lieverd.' Zegt mijn vader vrolijk. 'Blijkbaar zit Riven ook bij ons in de dansstudio.' 'Wie is Riven?' Vraagt Luke. 'Hij zit bij ons op school.' Zeg ik waarna ik een hap in mijn mond stop. 'Geen idee.' Zegt hij schouderophalend. Ik grinnik even en na het eten doe ik de afwas. 

Mijn telefoon gaat af en ik zie dat het April is. Ik grinnik zodra ik haar vraag lees. Ik app haar terug dat ze eerst naar mij thuis kan komen. En na zo'n 7 minuten gaat de bel. Ik loop naar de deur en laat haar binnen. 'Hé.' Glimlacht ze naar de rest zodra ze iedereen ziet zitten. 'Hoi.' Glimlachen mijn ouders. 'Wat gaan jullie doen?' Vraagt hij zodra we naar boven willen lopen. 'We gaan gewoon even een eindje lopen.' Zeg ik terwijl ik mijn tas pak en naar bovenloop. Ik kleed me even om, aangezien wat ik nu aan heb wat te koud is om 's avonds buiten te gaan lopen. 'Ik ga nog even naar het toilet.' Zegt ze voordat ze mijn kamer uitloopt. 

Haar telefoon blijft afgaan en ik sla mijn hand voor mijn mond zodra ik een naam zie staan. 'Oké, ik heb al hele.' Ze stopt haar zin zodra ze me haar verbaasd ziet aankijken. 'Wat?' Lacht ze niet begrijpend. Ik pak haar telefoon van het bureau en geef hem aan haar. 'Jason als in de knappe sport docent, Jason?' Vraag ik geschokt. 'Ssh!' Zegt ze snel. 'We praten misschien wat.' Zegt ze zacht. 'April!' Roep ik uit. 'Sssh!' Zegt ze gestrest. 'Is er niks gebeurd? Alleen gepraat?' Vraag ik terwijl ik haar doordringend aankijk. 'We hebben misschien een paar keer gezoend.' Zegt ze nog zachter. 'April! Dat is strafbaar.' 'Ik weet het.' Zucht ze. 'Het is gewoon, wanneer we samen zijn klopt alles.' Zegt ze dromerig. 'Hij is zo lief.' Ik schud mijn hoofd en moet vervolgens toch lachen. 'Pas wel op. Als dit bekent wordt, dan word jij geschorst en hij ontslagen.' Waarschuw ik haar. Ze knikt en we lopen naar beneden. 

We lopen naar buiten en beginnen wat te lopen. 'Ik weet wel een leuk iemand voor jou.' Zeg ze lachend. 'O nee, nu gaan we het krijgen.' Zeg ik hoofdschuddend. 'Riven, uit de dansstudio.' Zegt ze met wiebelende wenkbrauwen. 'Hoe weet jij dat hij bij de dansstudio zit?' Vraag ik verward. 'Oké, ik heb misschien gezegd dat hij daar ook moest gaan dansen, omdat jij daar danst.' Zegt ze schuldig. 'En van waar ineens de interesse dat ik zo nodig een vriend moet hebben?' Vraag ik lachend. 'Nou, nu zijn Olivia en Mats samen, Jade en Luke zijn samen en Jason en ik.' Dat laatste fluistert ze. 'Nu moet jij nog.' Zegt ze triomfantelijk. 

We lopen en kletsen nog voor ongeveer 40 minuten en komen dan bij een oude fabriek. 'Waar zijn we?' Vraag ik verward. 'We zijn dicht bij de oude begraafplaats.' Zegt April terwijl ze met haar zaklamp rond schijnt. 'Vandaar dat het hier zo creepy is.' Zeg ik terwijl ik een rilling over mijn rug voel lopen. 'Zullen we terug gaan?' Piept ze. Ik knik maar stop met lopen zodra ik iets zie glimmen. 'Wacht. April schijn is terug naar daar.' Zeg ik terwijl ik die richting op wijs. Ze schijnt opnieuw die kant op en ziet het nu ook. We wisselen even een blik en lopen ernaar toe. 

April gilt en springt achteruit, zodra ik het ook zie spring ik ook achteruit. Ik sla mijn hand voor mijn mond en schijn geschrokken om me heen. Ik schijn terug en schudt mijn hoofd. 'Wie ga je bellen?' Vraagt April nog steeds geschrokken, zodra ik mijn telefoon uit mijn jaszak pak. 'Shane?' Vraag ik nog steeds geschrokken zodra hij opneemt. Ik weet dat April me nu vol ongeloof aanstaart maar ik negeer haar even. 'Summer? Wat is er?' Vraagt hij lichtelijk bezorgd zodra hij mijn stem hoort. 'We hebben twee lijken gevonden. En ik denk dat ze bij jullie organisatie horen.' Zeg ik kort. 'We komen eraan.' Zegt hij voordat hij ophangt. Ik stuur hem de locatie door en richt me weer op April. 'Hoe weet je dat ze bij zijn organisatie horen?' Vraagt ze. 'Kijk naar de tatoeage in zijn nek.' Zeg ik terwijl ik terug op het lijk schijn. 'Dat is hun logo.' Zucht ik. 'na-ah.' Ze draait zich snel om en begint over te geven. 'Ze komen zo.' Zucht ik gestrest terwijl ik naar haar toe loop. 'Het licht zal wel op zijn horloge zijn teruggekaatst. Dat zal het zijn geweest wat we zagen glinsteren.' Zucht ik.

Na een paar minuten zie ik een paar lichten deze kant op komen. 'Summer?' Ik kijk op en zie dat het Shane is. We trekken elkaar in een omhelzing en ik haal opgelucht adem. 'Waar?' Vraagt hij zodra we elkaar loslaten. Ik schijn met mijn zaklamp opnieuw naar de plek waar ze liggen en ik kijk naar Shane die even diep zucht. Zodra Jace en Nathan ook zien wie het zijn stoppen ze ook even. 'Kende je ze goed?' Vraag ik voorzichtig. 'Eén van hen wel. Hij heeft 36 jaar bij ons in de organisatie gewerkt.' Zegt hij met op elkaar geklemde tanden. Er komen nog een paar extra mannen die naar de lichamen toelopen. 'Jace, breng jij April en Summer terug naar huis?' Vraagt Shane. 'Waar ga jij dan naartoe?' Vraag ik hem. 'Ik ga kijken wat er allemaal weg is.' Zucht hij gefrustreerd. 'Hier gaat hij voor boeten.' Zegt Shane boos. 'Je weet wie hier achter zit?' Vraag ik. Hij knikt en loopt naar binnen. Ik loop hem achterna maar hij stopt direct. 'Waar denk jij mee bezig te zijn?' Vraagt hij. 'Mee lopen.' Zeg ik schouderophalend. 'Jace brengt jou en April naar huis.' Zegt hij vastbesloten terwijl hij verder de trap op loopt. Ik loop opnieuw achter hem aan en negeer hem. Hij zucht geïrriteerd en draait zich om.

'Waarom luister je nu niet?' Vraagt hij terwijl hij naar me toe loopt. 'Stop!' Roep ik boos. 'Behandel me nu niet alsof ik dit soort dingen niet aankan. Jij niet, Luke niet, niemand niet!' Roep ik boos. 'Ik ben geen klein kind meer.' Hij zet nog een stap dichterbij en kijkt me strak aan. 'Ik zeg dit niet omdat ik denk dat je het niet aan kan. Ik zeg dit omdat ik je er zoveel mogelijk buiten wil houden. Hoe meer betrokken je raakt, hoe meer gevaar dat je loopt.' Zegt hij met nog maar een paar centimeter tussen ons in. Hij legt zijn hand op mijn wang en kijkt me even aan. 'Dat wil ik niet op mijn geweten hebben.' Zucht hij. 'Summer! We gaan!' Hoor ik April van beneden roepen. 'Ik zie je morgen weer.' Zeg ik terwijl ik een stap naar achteren zet. Hij knikt en ik loop weer naar beneden. 

Ik loop met April achter Jace aan en we stappen eenmaal aangekomen bij hun auto in. 'Wil je vanavond bij mij thuis slapen?' Vraag ik. 'We hebben nog wel wat extra spullen.' Voeg ik toe. Ze knikt en en blijft voor de rest stil.

Zodra we bij mij thuis aankomen stappen we uit en bedanken we Jace. Ondertussen is het rond half 10 en lopen we stil de kamer binnen. 'Wat is er met jullie aan de hand? Jullie kijken alsof jullie een spook hebben gezien.' Grinnikt Ben. 'Hmm, grappig.' Lachen we nep. 'Wij gaan slapen.' Zeg ik voordat we de trap op lopen. 'Nu al?' Merkt Luke op. We negeren zijn opmerking en lopen door de trap op.

'Hier, leen deze maar.' Ik overhandig April een T-shirt en een shortje. We maken ons klaar en kruipen het bed in. 'Dit was dan ook de laatste keer dat we 's avonds zo ver in het donker gaan wandelen.' Zegt April vastbesloten. 'Mee eens.' Grinnik ik. Ik sluit mijn ogen en val al snel in slaap.

De maffiaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu