Hoofdstuk 23

3K 44 33
                                    

Ik word wakker van mijn wekker en loop weer naar beneden. 'Goeiemorgen.' Ik kijk achterom en zie Ben staan. 'Ben? Wat doe je hier al zo vroeg?' Vraag ik gapend. 'Hé Summer, ja super leuk om jou ook weer te zien!' Roept hij enthousiast uit. 'Zou kun je ook en vriend begroeten.' Ik rol met mijn ogen en duw hem opzij. 'Ik ga me omkleden.' Zeg ik terwijl ik hem voorbij loop. 'Waar is Luke?' 'Boven met Jade.' Antwoord ik. 'Dan maak ik het me hier zelf wel gemakkelijk.' Zegt hij terwijl hij zich achterover op de bank laat vallen. Ik grinnik even en loop dan naar boven. Ik kleed me om en poets daarna mijn tanden. Ik loop naar beneden en zet de tv aan. 'Een keer geen nieuws waar dat Shane bij betrokken is.' Lacht Ben. 'Hij had wel een keer schade op mogen lopen.' Zeg ik mokkend. 'Wow, iemand heeft op Sums haar tenen getrapt.' Grinnikt hij. 'Dat kun je wel zeggen.' Mok ik verder. 

'Kom, ik breng je wel.' Zegt hij terwijl hij opspringt. 'Wat? En Luke en Jade dan?' Vraag ik. 'Die redden zichzelf wel. Jij kan dan alvast beginnen om alles klaar te zetten voor de carwash. En je kunt al beginnen met de cupcakes.' Zegt hij terwijl hij zijn autosleutels van het tafeltje pakt. 'Maar dan rijden we met twee auto's, dat is toch overbodig?' Vraag ik met een opgetrokken wenkbrauw. 'Dan heb je al twee auto's voor de carwash.' Ik grinnik en loop hem achterna. 

'Eenmaal aangekomen op school stappen we uit. 'Oké, volg mij.' Zeg ik terwijl dat ik Ben mee trek. 'Volgens mij heb ik weinig keus.' Lacht hij. 'Kijk.' Ik trek een doos tevoorschijn en pak er een spandoek uit. 'Ik ben er.' Ik draai me om en zie Riven staan. 'Mooi, je komt op het juiste moment.' Zeg ik terwijl ik me op hem richt. 'O, is dat zo.' Grijnst hij. 'Ja, jullie zijn lang dus jullie kunnen hem ophangen.' Zeg ik triomfantelijk terwijl ik hen het spandoek overhandig. 'Oké, waar wil je hem hebben?' Vraagt Ben. Ik wijs het aan en schudt mijn hoofd zodra hij hangt. 'Nee, zo hangt hij scheef.' Mopper ik. 'Hé, lukt het hier?' Vraagt Mats die achter ons verschijnt met Olivia. 'Nee, het hangt scheef.' Zegt Olivia kritiserend. 'Zie je!' Lach ik. 'Doe het dan zelf.' Moppert Ben nu ook. 'Ik ben te kort! En we hebben geen ladder.' 'Kom hier.' Ik kijk Riven met een opgetrokken wenkbrauw aan, maar loop vervolgens toch naar hem toe. 'Kom hier.' Hij pakt me rond mijn middel vast en tilt me op. 'Wauwie, jij bent sterk.' Zeg ik verbaasd. 'Nou, daar hoef je niet zo verbaasd over te klinken hoor.' Lacht hij. Ik grinnik even en hang hem goed. 'Liv, is dit beter?' Vraag ik. 'Top!' Antwoord ze. Riven laat me weer zakken en ik draai me naar hem om. 'Het is niks persoonlijks. Meiden hebben daar gewoon meer oog op.' Grinnik ik terwijl ik mijn handen op zijn borst leg. 'Ik heb mijn oog toch op iets anders.' Zegt hij terwijl hij me dichter tegen zich aantrekt. Ik slik even en went mijn blik even van hem af. Ik zie Shane met Nathan en Jace lopen en richt me dan weer op Riven. 

'En ze is weer bij Riven. Zie je wel dat ik gelijk had.' Lacht Lexi die voorbij loopt. Ik zucht even en zet een stap naar achteren. 'Top.' Zucht ik opnieuw. 'Hé, trek je niks van ze aan. Wij weten de waarheid.' Glimlacht hij. Ik knik en loop naar de doos. 'Waar zijn de tafels en stoelen?' Vraag ik aan Mats. 'Tom brengt ze zo. Ik knik en pak alle emmers en sponzen etc uit de doos. 'Hoe gaan we het straks doen?' Vraagt Olivia. 'We kunnen meiden tegen de jongens doen.' Stelt April voor die nu ook komt aangelopen. 'Kijken wie er de meeste auto's afkrijgt op de dag.' ligt ze toe. We knikken instemmend en wachten op Tom. 

'Anders beginnen wij alvast aan de cupcakes.' Stel ik voor. Iedereen knikt instemmend en Jade loopt met Riven en mij mee naar binnen. 'Dit worden er veel.' Zucht ik zodra we in het kooklokaal zijn. 'Ja, dus we kunnen beter maar alvast beginnen.' Zegt Jade die het pak uit mijn handen grist. 

Zodra alle cakejes afzijn is het al veel later. We lopen snel met alle cakejes naar buiten en plaatsen ze op de tafel. 'Gelukkig is het voor begin de winter nog niet zo koud.' Lacht Tom.

'Nu is het nog niet druk dus, ik kom eraan met mijn auto.' Zegt Ben die zijn autosleutels uit zijn broekzak vist. 'Ja, dat is de reden. De drukte.' Zeg ik sarcastisch. 'Het is echt niet dat je een versgebakken warm cakeje wilt.' Lach ik. 'Waaaaat?! Nee tuurlijk niet.' Lacht hij. 

De maffiaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu